Aan de hand van oude tentamens, een stappenplan gemaakt voor elke vraag. Tenteer college, en notities in verwerkt. Ook een aantal tentamenvragen zelf als voorbeeld zijn hier in verwerkt!
Is er sprake van een bestuursorgaan?
A- bestuursorgaan: Organisatie als criterium
1. Is er sprake van een A-bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb?
Er is wel/ geen rechtspersoon krachtens publiekrecht ingesteld (blijkt uit wet in formele zin) artikel
2:1 lid 1 Bw juncto instellings- of organisatiewet.
2. Is er een publiekrechtelijke rechtspersoon waar de instantie bij zou kunnen horen?
Noem de instantie naam.
Noem welke wet bij de instantie hoort.
Noem waarom deze instantie bij deze rechtspersoon zou behoren.
3. Is er sprake van een orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersoon?
Heeft “ naam instantie” een voldoende zelfstandige positie binnen de publiekrechtelijke
rechtspersoon?
Heeft de instantie eigen juridische bevoegdheden? Dit is te vinden in de instellings- of
organisatiewet.
Uit welke wet blijkt deze zelfstandige positie?
Wat houdt de specifieke taak in?
* Geen sprake van mandaatverlening artikel 10:1 en 10:2. Hier is geen sprake van voldoende
zelfstandige positie of eenzijdige rechtspositie bepalen. *
*** Een a-bestuursorgaan is bij alle handelingen een bestuursorgaan ongeacht of het wel of geen
openbaar gezag uitoefent. Dit is namelijk geen vereisten bij a-bestuursorganen.
4. Staat het bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a Awb in de lijst van artikel 1:1 lid 2
Awb? Staat deze ertussen? Dan is er geen sprake van een a-bestuursorgaan.
5. Eind/ tussen conclusie. Er is wel/ geen sprake van een krachtens publiekrecht ingestelde
rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:1 BW zodat “instantie” wel/ geen orgaan kan zijn van een
krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon.
Geen sprake van een a-bestuursorgaan? Ga door naar b-bestuursorgaan.
Voorbeeld:
- In de Wet financiering politieke partijen is niet een speciale publiekrechtelijke rechtspersoon in het
leven geroepen waar de commissie deel van uit maakt. Wel is de commissie onderdeel van de staat,
want uit artikel 35 blijkt dat de commissie benoemt wordt door de minister en dat zij onder meer als
taak heeft de minister te adviseren (1p.)
- De staat is een rechtspersoon krachtens publiekrecht, want de staat ontleent zijn
rechtspersoonlijkheid direct aan de wet (artikel 2:1 BW, eerste lid) (1p.)
- De commissie is een orgaan van de staat, want zij heeft binnen die rechtspersoon een voldoende
zelfstandige positie. De commissie heeft namelijk de wettelijke taak de minister te adviseren (artikel
35, derde lid). De commissie is daarmee een a-bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder a
Awb (2p.)
B-bestuursorgaan: Openbaar gezag als criterium
Conclusie: het gaat om een “ander” persoon of college dus geen A-bestuursorgaan
,6. Is er sprake van een b-bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 onder b Awb?
Bepalend is of “naam orgaan” van “naam instantie” met enig openbaar gezag bekleed is wanneer
“verrichten handeling benoemen”. Openbaar gezag betekent dat “naam orgaan” over een
publiekrechtelijke bevoegdheid beschikt waarmee het de rechtspositie van rechtssubjecten eenzijdig
kan bepalen/ veranderen of besluiten neemt. In beginsel is dit alleen het geval als die bevoegdheid
bij wettelijk voorschrift is toegekend.
7. Is de bevoegdheid gebaseerd op een wettelijk voorschrift?
Een bij wet toegekende publiekrechtelijke bevoegdheid legaliteitsbeginsel. Zie instellings- of
organisatiewet.
8. Gaat het hier om een rechtspersoon?
Artikel 2:3 Bw, het gaat om een “noem welke rechtspersoon (Vereniging, stichting etc.)”
privaatrechtelijk opgericht. Hierdoor is er geen sprake van een rechtspersoon opgericht krachtens
publiekrecht.
Is het slechts een bestuursorgaan “voor zover” ze de toekende bevoegdheden uitoefenen? Dan is
er sprake van het “voor over criterium”.
9. Eind/ tussen conclusie. Er is geen sprake van een b-bestuursorgaan omdat er niet aan de vereisten
van het openbaar gezag is voldaan OF Er is door het “voor zover criterium” sprake van een b-
bestuursorgaan voor zover ze de toegekende bevoegdheden uitoefenen en daardoor met openbaar
gezag bekleed zijn zoals bedoeld in artikel 2:1 lid 2 BW.
Wat als er taak wordt uitgeoefend die in feite overheidstaak is, zonder wettelijke bevoegdheid
(grondslag)?verstrekken geldelijke uitkeringen die (deels) uit overheidsgeld afkomstig zijn
Jurisprudentielijn sinds ABRvS 17 sept. 2014
• uitzondering op eis wettelijke bevoegdheid, mits
– a-orgaan criteria voor verstrekken bepaalt
– a-orgaan ten minste 2/3 financiert
10. Is er sprake van de uitzondering op “voor openbaar gezag moet er een wettelijke grondslag
bestaan” ook wel het “Publieke taak criterium”
Hoofdregel is dat openbaar gezag in beginsel enkel bij wettelijk voorschrift kan worden toegekend
ook wel het legaliteitsbeginsel. Uitzondering op hoofdregel is het publieke taak criterium. Dit
criterium zorgt ervoor dat ondanks er geen publiekrechtelijke bevoegdheid, privaatrechtelijke
organen toch een publieke taak kunnen uitvoeren.
Het gaat om een b-bestuursorgaan, het is rechtspersoon of orgaan van een privaatrechtelijke
rechtspersoon op grond van artikel 2:3 BW
Er is geen wettelijk voorschrift
Doet geldelijke uitkeringen of op geld waardeerbare voorzieningen
Aan derden
11. Om onder het publieke taak criterium te kunnen vallen moet er voldaan zijn aan 2 cumulatieve
voorwaarden.
1. Inhoudelijke vereiste:
Criteria voor uitkeringen wordt in voldoende mate bepaald door een of meer a-bestuursorganen.
Er is geen sprake van micromanagement (individuele gevallen)
2. Financieel vereiste:
, De strekking van deze uitkering of voorziening is in overwegende mate (2/3 e of meer) door 1 of
meer a-bestuursorganen die niet noodzakelijkerwijs dezelfde hoeven te zijn als de a-bestuursorganen
die de inhoudelijke eis bepalen, gefinancierd.
12. Is er sprake van de uitzondering op het publieke taak criterium?
Het publieke taak criterium geldt niet als:
Gelden intern worden verdeeld. Het criterium “aan derden” ontbreekt.
Scholen zaten in het bestuur van de stichting
13. Is er sprake van de uitzondering op artikel 1:1 lid 2 Awb namelijk artikel 1:1 lid 3 Awb?
Organen, personen en colleges worden wel als bestuursorganen aangemerkt als ze besluiten nemen
of handelingen verrichten tegen ambtenaren of diens rechtverkrijgenden.
14. Eindconclusie: Er is wel/ geen sprake van een bestuursorgaan. “Vat de hoofdpunten bij elkaar en
pas dit toe op de casus” OF gelet op het genoemde criterium doet de uitzonder zich hier niet voor.
Is er sprake van een besluit?
1. Is er sprake van een besluit in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb? In de casus moet er sprake zijn van:
2. Een schriftelijkheidsvereiste:
Hier is wel/ niet aan voldaan omdat …. . De beslissing is dus wel/ niet uit een schriftelijk stuk kenbaar.
Uitzondering: feitelijke uitzetting is niet schriftelijk maar wordt wel gelijkgesteld met een besluit
3. Van een bestuursorgaan of orgaan hiervan. Werk stappenplan hierboven uit!
4. De beslissing moet een rechtshandeling inhouden
Er is een gewilde wijziging van rechtspositie/ een handeling met een beoogd rechtsgevolg.
Rechtsgevolg beoogd? Recht, plicht, bevoegdheid ontstaat/gaat teniet
Een rechtsgevolg is beoogd:
- Handelingen die een rechtgevolg beogen en ook hebben
- Handelingen die geen rechtsgevolg beogen maar wel hebben
- Handelingen die een rechtsgevolg beogen maar niet hebben Dit zijn dus ook onbevoegd
genomen besluiten tenzij zelfs de schijn van bevoegdheid ontbreekt. Met een weigering wordt geen
rechtsgevolg beoogt dus dit is geen besluit 1:3 lid 2 Awb positief besluitbegrip
- Declaratoir besluit: iets als besluit aanduiden in het belang van de rechtszekerheid.
- Strategisch besluitbegrip: Bestuurlijk oordeel kan gelijk worden gesteld met besluit wanneer
bestuursrechter rechtsbescherming moet bieden omdat het bezwaren voor de belanghebbende is
een nader besluit uit te lokken
- Onverschuldigde betaling
- Onrechtmatige daad
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LZondervan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,47. Je zit daarna nergens aan vast.