Taalpsychologie
Hoofdstuk 1 Van taal naar taalwetenschap
1.1 Inleiding
Iedereen beheerst een taal en veel mensen beheersen er zelfs meer dan één. Taalgebruikers zijn in
staat om te beoordelen of het een zin wel of niet goed is op grond van hun kennis van de taal. Deze
kennis is niet bewust en vrij abstract. Vaak heb je te maken met algemene regels en vinden mensen
het moeilijk uit te leggen wat er bijvoorbeeld dan ook echt fout is aan een zin. We noemen de taal
abstract en onbewust om het feit dat taalgebruikers de kennis hebben om de taal te begrijpen en toe
te passen, maar ze geen uitleg kunnen geven van de werking van dit systeem. Talen hebben een
bepaalde structuur en die uitingen worden gevormd door bepaalde regels.
1.2 Talen
Elke taal wordt gebruikt voor algemene communicatie. In principe kan de taalgebruiker dus over alles
praten binnen natuurlijke taal. Deze taal is een door mensen gesproken taal die zich op natuurlijke
wijze heeft ontwikkeld. Al naar gelang het verschil in onderwerp, spreken we van verschillend jargon,
ook wel vaktaal genoemd. Jargons zijn weldegelijk onderdeel van de natuurlijke taal als geheel en
maken bijvoorbeeld ook hetzelfde gebruik van grammatica.
Naast verschillen in jargon, kennen we natuurlijk ook verschillende talen. Ze kunnen onderling heel
veel verschillen en heel divers zijn qua structuur. Echter hebben ze ook overeenkomsten.
Aspecten die de essentie hebben oftewel de eigenschappen hebben die door alle talen worden
gedeeld, noemen we universalia:
1. Alle talen bestaan uit kleine elementen, als klanken en handvormen, welke gecombineerd
worden voor grotere gehelen.
Bij deze eigenschap hoort het verschijnsel dubbele articulatie. Het heeft hier betrekking op het
feit dat woorden los gezien een bepaalde betekenis hebben, maar gecombineerd met andere
woorden een complexe boodschap kunnen vormen .
De jongen redt de badmeester.
De badmeester redt de jongen.
2. Alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers.
3. In alle talen kunnen gebruikers vragen stellen, een bevel doorgeven en een ontkennende
bewering uitdrukken.
4. Alle talen hebben de mogelijkheid een complexe zin te maken.
5. In alle talen is het zo dat het woordje ‘zich’ betrekking heeft op dezelfde persoon. Oftewel
het noodzakelijk wederkerend voornaamwoord.
6. Alle talen hebben woorden voor: zwart, wit, donker en licht.
Naast mensen zijn er allerlei experimenten voor het ontwikkelen van taal bij dieren, vooral bij apen,
geweest. Deze hebben echter allemaal gefaald. De spontaneïteit en creativiteit van mensen in hun
taakgebruik is bij apen ver te zoeken. Mensen geven hun kennis door aan kinderen wegens interactie .
En zo wordt de taal generatie na generatie overgedragen aan de omgeving, ook dit is een kenmerk
van natuurlijke talen.
1.3 Andere talen
Naast de natuurlijke talen die door mensen worden gesproken, communiceren dieren natuurlijk ook
met elkaar. Alleen doen zij dit op een geheel andere wijze. Vogels bijvoorbeeld, gebruiken enkele
‘liedjes’ van het uiten van het gewenste effect en bijen daarentegen produceren een soort ‘dans’
waarmee ze aan de andere bijen duidelijk maken waar de betreffende honing te vinden is. Deze
1|Pagina
Nikki Korsten · Studentnummer 2165641 · Periode 2 · 2010/2011 · FLOT Nederlands Deeltijd
, systemen zijn echter vrij beperkt in mogelijkheden. Ze kennen helemaal geen creativiteit in de taal,
wat het menselijk taalvermogen natuurlijk wel bevat. Daarnaast stemmem de mensen hun taal op de
gebruiker af en is er dus sprake van interactie, bij bijen is dat niet zo. Zij dansen hun dansen
ongeacht de respons van de andere bijen. Verder is mensentaal spontaan, omdat er geen directe
aanleiding of stimulus hoeft te zijn voor het uiten van taal. We kunnen ook stellen dat de menselijke
taal onafhankelijk van het hier en nu is. Mensen kunnen namelijk ook liegen en daarmee de waarheid
achterwege laten. Tenslotte is mensentaal grotendeels willekeurig of arbitrair (toevallig) wat betreft
de relatie tussen vorm en betekenis. Echter is daar een uitzondering op te vinden. Er zijn namelijk
klanknabootsende woorden die weldegelijk de klank en de betekenis in zekere mate weerspiegelt . Dit
noemen we onomatopeeën. Je moet hierbij denken aan woorden als kukeleku of hatsjie.
Naast natuurlijke talen, hebben we ook nog kunsttalen. Dit zijn talen die door de mensen bewust
ontworpen of geconstrueerd zijn. Zo wilden men problemen van internationale communicatie oplossen
of het ideologische doel bereiken, volken dichter bij elkaar te brengen. Vaak bestonden deze talen vrij
kort. De bekendste kunsttaal is het Esperanto. Er zijn twee belangrijke verschillen op te merken
tussen kunsttalen en de natuurlijke menselijke taal. Ten eerste verandert de kunsttaal niet in de loop
van de tijd, terwijl de natuurlijke talen als het ware levend zijn . Ten tweede is er een verschil tussen
de verwerving van de taal. Kinderen verwerven van jongsaf aan in directe interactie in de natuurlijke
talen, bij kunsttalen is dit niet het geval, omdat lang niet iedereen deze taal beheerst . Echter wanneer
beide ouders het Esperanto zouden spreken, kunnen kinderen deze taal natuurlijk wel eigen maken.
Als derde type taal kennen we de computertalen. Ook deze zijn bewust geconstrueerd. Het is de taal
waarin computerprogramma’s zijn geschreven en waarin mensen instructies aan de computer kunnen
geven. Het is een formele taal, in welke zin je het zou kunnen vergelijken met algebra. Computertalen
zijn bijvoorbeeld Java en Prolog. Het bekendste kenmerk is dat er dus ook een één-op-één relatie
tussen de vorm en de betekenis van een woord is. De computer ‘leest’ namelijk geen grammatica,
ieder woord heeft één betekenis. Alles wordt letterlijk opgenomen, niet als kleuring van hetgeen dat
gezegd wordt.
We onderscheiden naast bovengenoemde drietalen, ook nog een vierde, de non-verbale
communicatie. De taal waarbij geen woorden gebruikt worden. Vaak wordt dit gecombineerd met de
natuurlijke taal, denk aan handgebaren, lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen. Het combineren
van gebaren waardoor ze een andere betekenis krijgen is onmogelijk, hierdoor is de non-verbale
communicatie veel beperkter van aard dan de verbale.
Het begrip taal, wordt in zekere zin voor alles gebruikt waarmee mensen een bepaalde betekenis
overdragen.
1.4 Verschillen
Bij de beschouwing van verschillen tussen talen kunnen we onderscheidt maken tussen twee
verschillende, één daarvan is de gesproken taal. Deze taal wordt geuit door gebruik van de tong,
lippen en stembanden en wordt gehoord door het oor. Daarnaast hebben we de gebarentalen. Deze
maakt gebruik van een andere modaliteit en wordt uitgevoerd door handen en opgenomen door het
oog, het wordt gezien.
Een andere benadering van een perspectief verschil, is die tussen gesproken talen en geschreven
talen. Het schrijven van een taal is een vrij recente uitvinding. Schrijven is namelijk altijd gerelateerd
aan het spreken. De geschreven vorm van een taal is afgeleid van de gesproken vorm en is dus
secundair. Door het schrijven wordt een taal visueel, maar ook veel duurzamer. Met duurzaam wordt
bedoelt dat het schrijven van een taal je de mogelijkheid geeft dingen te bewaren zonder dat het
geheugen daarmee wordt belast en het maakt het daarnaast ook mogelijk een cultuur en
2|Pagina
Nikki Korsten · Studentnummer 2165641 · Periode 2 · 2010/2011 · FLOT Nederlands Deeltijd