TWIXXEN
Medische kennis
VP AFPG-C
Anatomie Fysiologie Pathologie Geneesmiddelen
Naam student:
1
Landstede Landschap Gezond en Wel, Verpleegkunde niveau 4, AFPG-C, versie 8 jan 2014
,Werkwijze lessen AFPG:
1. Doorlezen van de opdrachten en volgen van het college door de docent.
2. Lezen van het hoofdstuk uit het boek.
3. Werk de ziektebeelden uit volgens een format. Je kunt informatie vinden:
● in de powerpoint presentatie die in de TWIXX staat
● in het anatomieboek
● in het pathologieboek
● op internet. Let hierbij wel op de betrouwbaarheid. Op sommige sites staat dat de
informatie is gecontroleerd door een arts. Ook informatie op sites van
patiëntenverenigingen is betrouwbare informatie.
● in boeken en tijdschriften in de mediatheek op school
4. Invullen van de woordenlijsten medische terminologie.
Je kunt informatie vinden:
● in de presentatie die in de TWIXX staat
● in het anatomieboek
● in het pathologieboek
● op internet. Let hierbij wel op de betrouwbaarheid. Op sommige sites staat dat de
informatie is gecontroleerd door een arts. Ook informatie op sites van
patiëntenverenigingen is betrouwbare informatie.
● in een medisch woordenboek: Het is geen verplicht boek maar het zakwoordenboek der
Geneeskunde van Coëlho is aan te bevelen.
De lessen van AFPG-C bestaat uit 4 TWIXXEN:
AFPG-C-1 Aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel
AFPG-C-2 Aandoeningen van het zenuwstelsel
AFPG-C-3 Aandoeningen van het hart- en vaatstelsel, en bloedziekten
AFPG-C-4 Aandoeningen van het ademhalingsstelsel
Afronding:
Door middel van een kennistoets worden deze 4 TWIXXEN afgesloten.
Periode planning (samen met jouw docent in te vullen):
Periode week Kalender week Twixxen
1 AFPG-C-1
2 AFPG-C-1
3 AFPG-C-2
4 AFPG-C-2
5 AFPG-C-3
6 AFPG-C-3
7 AFPG-C-4
8 AFPG-C-4
TOETS
2
Landstede Landschap Gezond en Wel, Verpleegkunde niveau 4, AFPG-C, versie 8 jan 2014
,Instructie uitwerken ziektebeeld
Het is belangrijk om als verpleegkundige veel kennis te hebben van ziektebeelden. Dit is een
instructie om ziektebeelden volgens een bepaald schema uit te werken.
Het format om het ziektebeeld uit te werken kun je vinden in de TWIXX.
Bij het uitwerken van een ziektebeeld beschrijf je de volgende zaken:
1. Naamsverklaring / korte beschrijving
Geef een korte omschrijving van het ziektebeeld zodat duidelijk wordt waar het probleem
zich bevindt (zenuwstelsel, bewegingsapparaat, etc) en wat er aan de hand is. Eventueel
geef je de prognose aan.
Voorbeeld: Arthrose is een reumatische aandoening waarbij er sprake is van een langzaam
en progressief verlies van gewrichtskraakbeen.
2. Oorzaken
Geef aan wat de oorzaken zijn van het ziektebeeld. Let op endogene factoren en exogene
factoren.
Voorbeeld: erfelijk, slechte voeding, werken met gifstoffen, allergische reactie, virus,
bacterie, etc.
3. Symptomen / verschijnselen
Waar heeft de patiënt last van: noem de objectieve en subjectieve verschijnselen.
Voorbeeld: hoge bloeddruk, hoofdpijn, jeuk, diarree, etc.
4. Therapie / behandeling
Geef aan hoe dit ziektebeeld wordt behandeld. Denk hierbij aan: operatief, conservatief
(zonder operatie), medicatie, paramedische therapieën, etc. Wees hier wel specifiek: wat
voor medicatie, wat voor operatie.
5. Complicaties
Complicaties zijn bijkomende aandoeningen die zorgen voor een verergering van het
ziektebeeld. Vaak hebben deze aandoeningen geen directe relatie met het ziektebeeld.
Voorbeeld: Onverwachte problemen tijdens een ziekte: longontsteking bij de griep.
Problemen tijdens en na een behandeling: infectie na een heupoperatie, bijwerkingen van
medicijnen, etc.
6. Wat betekent het voor de zorgvrager / patiënt
Kijk goed naar de symptomen en behandeling. Beschrijf kort de gevolgen voor de
zorgvrager. Neem in je beschrijving lichamelijke, psychische en sociale aspecten mee. Geef
hier geen herhalingen van de symptomen.
Voorbeeld: ADL afhankelijk, sociaal isolement, geheugenverlies, kans op decubitus of
trombose, karakterveranderingen, rolstoelafhankelijk, etc.
7. Wat betekent het voor de verpleegkundige
Kijk goed naar de symptomen, behandeling en betekenis voor de zorgvrager. Welke
specifieke zorg is nodig? Waar moet je als verpleegkundige op letten?
Voorbeeld: observeren na medicijngebruik, begeleiding bij ADL, ondersteunen bij sociale
activiteiten, welke specifieke zorg is nodig direct na de behandeling, etc.
3
Landstede Landschap Gezond en Wel, Verpleegkunde niveau 4, AFPG-C, versie 8 jan 2014
, AFPG-C-1 Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel
Inleiding:
Het spijsverteringsstelsel bestaat uit veel organen die een zeer complexe bouw en
functie hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de lever, die niet alleen een rol binnen
de spijsvertering speelt maar nog andere levensbelangrijke functies heeft.
Naar de behandelwijze zijn ze in twee grote groepen in te delen: interne
aandoeningen en chirurgische aandoeningen.
Doelstellingen:
Na bestudering van deze leereenheid is de student in staat om bij de onderstaande
aandoeningen de volgende punten aan te geven:
a. omschrijving, naamsverklaring
b. oorzaken, factoren
c. symptomen en eventuele complicaties
d. behandeling / therapie
e. wat betekent het voor de patiënt
f. wat betekent het voor de verpleegkundige
1 Stomatitis a. Ontsteking aan het
mondslijmvlies
b. Oorzaak is Schimmel of gist. Te
kort aan vitamine B C en ijzer.
vb is spruw bij kinderen Bij
volwassenen candida.
Verlaagde weerstand
c. Bij vitamine te kort zie je
pijnlijke rode kloofjes in de
mondhoeken. Bij spruw zie je
een wit geel beslag in de mond.
Ook zijn er vaak aften, dit zijn
heldere blaasjes met een rode
rand eromheen en zijn pijnlijk.
Complicaties; ondervoeding,
tandvleesontsteking, uitvallen
van tanden en kiezen. Risico op
hart kwalen. Uitbreiding van
infectie naar de keelholte
d. Vitamine tekort weer aanvullen.
Bij een Schimmel behandelen
met een schimmeldodende stof.
Weerstand verhogen en de
oorzaak opsporen. Aften
aanstippen met een speciale
vloeistof, goede mond en
gebitshygiëne.
2 Hernia diaphragmatica middenrif breuk.
a. De opening in het middenrif
waar de slokdarm doorloopt is
4
Landstede Landschap Gezond en Wel, Verpleegkunde niveau 4, AFPG-C, versie 8 jan 2014