Samenvatting
Inleiding Onderzoek Periode 2
Hogeschool Leiden
Communicatie
Hoofdstuk 1
Deel 1.1 Wat is onderzoek?
Voordat je een onderzoek opzet ga je eerst na of dit echt nodig is. Het kan grotendeels
afhangen van de achtergrond die of het probleem of de basis vormt voor een
onderzoeksdoel en -vraag. Het onderliggende probleem hoeft niet altijd slecht te zijn. Het
kan ook een algemeen of positief onderwerp/vraagstuk zijn.
Criteria van goed onderzoek.
1. Betrouwbaarheid (mate waarin het onderzoek nauwkeurig is)
2. Validiteit (mate waarin de resultaten van een onderzoek geldig zijn)
3. Repliceerbaarheid (in welke mate is het onderzoek herhaalbaar?)
4. Objectiviteit (onderzoek is onafhankelijk van de opvattingen van de onderzoeker
uitgevoerd)
5. Ethisch verantwoord (uitvoering van het onderzoek/ resultaten mogen direct noch
indirect schadelijk zijn voor de betrokkenen bij het onderzoek)
Verschil tussen fundamenteel en praktijkgericht onderzoek.
Fundamenteel onderzoek is gericht op het verkrijgen van (meer) theoretisch inzicht,
rekening houdend met de criteria die hiervoor genoemd zij, om op die manier meer kennis
te verkrijgen en/of theorievorming te verbeteren rond een bepaald thema (bijvoorbeeld de
motivatie van medewerkers).
Praktijkgericht onderzoek gelden de genoemde voorwaarden ook, maar hiernaast heeft
praktijkgericht onderzoek tot doel de praktijk te verbeteren. Het gaat erom een probleem
op te lossen. Minder theoriegericht en meer praktijk gestuurd.
Fundamenteel onderzoek voegt iets toe aan de kennis, praktijkgericht onderzoek lost een
vraag of een probleem op.
Deel 1.2 verschillende onderzoeksperspectieven, - methoden en -technieken.
,Een perspectief is een manier van kijken, de lens waardoor u kijkt. Zo kun je bijvoorbeeld
economisch, psychologisch of technisch naar een vraagstuk kijken. Het is niet zo dat een
van deze drie perspectieven beter is dan de ander, wel is het zo dat het ene perspectief
soms beter is voor het desbetreffende vraagstuk dan de ander. Dat betekent dat je goed
gaat kijken of het een economisch, psychologisch of technisch-probleem is. Het doel van
het specifieke onderzoek bepaalt welk perspectief, welke stroming en welke specifieke
onderzoeksmethode je kiest; dit alles moet in elkaar verlengde liggen en onderling
consistent zijn.
Inductie en deductie
(Van den Bersselaar, 2003)
1. Inductie: Op grond van specifieke waarnemingen tot een algemene theorie komen.
(Je loopt bijvoorbeeld een maand mee in een organisatie om alle medewerkers te
observeren. Alle medewerkers zijn die periode gemotiveerd en daarom is de theorie
alle medewerkers van organisatie zijn gemotiveerd).
2. Deductie: Op grond van een algemene theorie tot een specifieke verwachting of
veronderstelling (hypothese)
Bijvoorbeeld:
Theorie: ‘Alle medewerkers van de organisatie zijn gemotiveerd’
Observatie: ‘Peter werkt bij de organisatie’
Hypothese/ Verwachting: Peter is gemotiveerd.
Empirisch-analytische en interpretatieve stroming
(Bersselaar, 2003)
1. Empirische-analytische (positivistische) stroming: Verzamelen van feiten op basis
van zintuigelijke waarnemingen. Vaak toegepast bij deductief onderzoek. (Vaak
kwantitatief onderzoek)
2. Interpretatieve (fenomenologische en hermeneutische) stroming: bestudeert de
ervaringen van mensen. Wordt vooral toegepast in de inductieve onderzoeken.
(Vaak kwalitatief onderzoek)
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
(Blumberg et al, 2011)
1. Kwantitatieve onderzoeksmethode: Onderzoek gericht op het beschrijven of
toetsten dat in meetbare eenheden of getallen is uit te drukken. Bijvoorbeeld
(vragenlijstscores, gegevens via technische meetinstrumenten).
2. Kwalitatieve onderzoeksmethode: Vaak exploratief onderzoek dat niet in
meetbare eenheden is uit te drukken. Er wordt juist veer informatie verzameld.
Bijvoorbeeld (op papier of in real life in de zin van gesprekken, interviews).
Survey en interviews
, Kwantitatief onderzoek is voornamelijk surveymethode (enquête- of
vragenlijstonderzoek). Voordeel is dat je harde cijfers krijgt.
Kwalitatief onderzoek is voornamelijk interviews. Voordeel is dat je door kunt vragen.
Als je van beide methoden gebruikt maakt noemen we dit ook wel mixed-method-
onderzoeken.
Experimenten
In het kort kan over experimenten gezegd worden dat deze worden uitgevoerd om te
achterhalen of een bepaalde variabele invloed uitoefent op een andere variabele en zo ja,
hoe groot die invloed dan is (bijvoorbeeld: de invloed van de temperatuur in de
werkruimte op ziekteverzuim). Randomiseren is het aselect toewijzen van
onderzoekseenheden aan groepen en het toeval laten bepalen welke groep de
experimentele en welke de controlegroep wordt. Deze reallife-experimenten worden ook
wel veldexperimenten genoemd. Dit zijn experimenten die in een echte (werk)omgeving
plaatsvinden.
Verschillen casestudy en experiment
Een verschil tussen een casestudy en een experiment is dat het onderzoek bij de eerste zo
veel mogelijk in de natuurlijke omgeving en bij de tweede zo veel mogelijk geïsoleerd
plaatsvindt. Bij een experiment is het aantal variabelen dat de onderzoeker onderzoekt
vaak beperkt, terwijl bij een casestudy dit juist uitgebreid is. Bij een casestudy verzamelt
de onderzoeker zowel kwalitatieve als kwantitatieve data.
Hoofdstuk 2
Deel 2.1 De empirische/theoriegestuurde cyclus
De empirische/ theoriegestuurde cyclus
Belangrijk hierbij is dat er in theoriegestuurd altijd een kennisprobleem als uitgangspunt
geldt. De eerste stap is dan ook een theoretische probleemvraag stellen. Er zijn volgens
(Korzilius, 2000) vijf fasen te onderscheiden.
Fase 1: Observatie
(Inductie)
Fase 2: Theorie bestuderen en hypothese(n) opstellen
(Deductie)
Fase 3: Voorspellingen doen
(Toetsing)
Fase 4: Onderzoeksdata verzamelen
(Analyse)
Fase 5: Evaluatie
Deel 2.2 De cyclus voor praktijkgericht onderzoek
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper s113044248. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.