Studiedossier - Theory I: perspectives on history
Overzicht hoorcolleges
1). Ethical perspective: Antoon de Baets
1.1). The dead and the historian:
Temporal assymetry:
Er is een asymmetrie als het gaat om de rechten van de doden en de levenden. Er is een Universele
verklaring voor de rechten van de mens maar niet voor de ongeborenen/doden.
De levenden > spreken we over rechten
De doden > spreken we over plichten.
Waarom deze asymmetrie:
1. De onomkeerbaarheid van het verleden: We geven minder om het verleden dan het heden
of de toekomst.
2. De Bias naar de toekomst (Derek parfit): We zijn niet bang dat we ongeboren zijn geweest,
maar wel bang dat we sterven. Een pijnlijk bezoek aan de tandarts is erger morgen dan
gisteren. Geldt alleen voor dagelijkse ervaringen.
Gevolg: We onderschatten het verleden, terwijl de groep doden groter is dan de groep levenden.
Wie of wat zijn de doden?:
1. Het zijn lichamen, je kan het niet zien als ‘ding’. Het is geen eigendom en heeft geen prijs.
2. Het zijn geen personen. Personen zijn gedefinieerd als bewust, rationeel, vrij en moraal. Het
woord ‘persoon’ wordt soms gebruikt met ‘menselijke wezens’.
3. De doden zijn geen menselijke wezens, ze hebben geen interesse, claims en keuzes. Maar alle
doden zijn wel menselijke wezens geweest.
Conclusie: De doden zijn vroegere menselijke wezens > Gevolg: Omdat de doden geen menselijke
wezens zijn, hebben ze geen mensenrechten. Ze verloren de autonomie van een menselijk wezen,
waardoor een algemene verklaring voor de rechten van de doden filosofisch onmogelijk is.
De plichten van de levenden tegenover de doden:
Gebaseerd op Posthumous dignity: We respecteren onze doden en hebben een gevoel van
waardigheid tegenover de doden. Bewijs voor het concept:
Antropologie: De levenden respecteren over het algemeen de doden en geloven dat zij
waardigheid bezitten.
Archeologie: Sporen van begrafenis rechten wordt gezien als bewijs dat er menselijke
activiteit was.
Biologie: Sommige dieren rouwen maar alleen mensen hebben een rituele relatie met hun
doden.
Wetgeving: De conventies van Genève heeft besloten dat de gevallen, gevangenen en zoek
geraakten tijdens oorlog gerespecteerd moeten worden. Alle landen hebben begrafenis en
crematie regelementen. De internationale criminele rechtbank is opgericht om de waardigheid
van de slachtoffers tijdens rechtenschendingen te herstellen.
Tegenargument: Sommige mensen vernielen graven en lijken > maar de meesten van ons zijn hier
door geschokt wat ook weer bewijst dat posthumous dignity bestaat.
,De plichten die de levenden hebben tegenover de doden:
Soms zijn de plichten onvervuld, voorbeelden:
Schenden van de privacy van de doden.
De reputatie van de doden aanvallen.
Opruiming van een archief: het illegaal leeghalen, verwaarlozen, vernielen.
Weigeren om de geschiedenis van onderdrukking vast te leggen.
Niet meewerken om de waarheid te onderzoeken in zaken waarbij mensen rechten zijn
geschonden.
Implicaties voor historici:
Art 4. Wat moeten we doen als iemands testament zegt dat al persoonlijke papieren vernietigd moeten
worden?
Art 6. Publieke interesse kan de persoonlijke interesse overstijgen.
Spanning tussen: Privacy en reputatie van de doden en de publieke interesse om geschiedenis te
kennen.
Historici hebben een speciale plek als beschermers van de doden, ze houden zichzelf systematisch
bezig met alle doden uit de geschiedenis.
1.2). Moral judgements in history:
Ethische oordelen: Gaan over jezelf.
Morele oordelen: gaan over anderen
, Taxonomie van oordelen in de geschiedenis:
1. Epistemologische oordelen: De studie over kennis, gaat om waarheid/onwaarheid.
2. Esthetische oordelen: Mooi of niet?
3. Morele oordelen: Goed/slecht gedrag van historische actoren. Vermijden van oordelen op
personen. Deze kunnen impliciet en expliciet zijn.
a. Impliciet: Kan bewust (dan kan je het ook weglaten of expliciet maken) of onbewust
zijn.
b. Expliciet: kan door iedereen gezien worden en is altijd bewust. Je kan het bekritiseren
of vermijden.
- Over morele oordelen:
- Joshua Green: mensen oordelen van nature. Vooral in het geval van heldendom of schaamte.
- Vrije wil: Je kan historische actoren alleen beoordelen als zij een vrije wil hebben.
- Impliciete morele oordelen:
- Zijn overal:
- Mensen: Hoe kijken zij tegen het leven aan?
- Wetenschappers: Waarden zoals waarheid en objectiviteit.
- Wetenschap: Goed of slecht. De interpretatie van historische actoren vraagt een hoeveelheid
empathie en het gevoel van goed of fout. Het omzetten van een ‘bloedbad’ in een ‘genocide’
vraagt een impliciet moreel oordeel.
- Taal: Het gebruik van bepaalde concepten.
Zijn expliciete morele oordelen mogelijk?:
A. Oordelen met de criteria van historische actoren:
Niet mogelijk omdat:
- Toepassen van de criteria die gebruikt is door historische actoren is onmogelijk en als dat niet
zo was, dan was het heel moeilijk.
- We kunnen wel rapporteren hoe historische actoren hun eigen criteria hebben toegepast.
- Het is onmogelijk om een historische actor te veroordelen die destijds zich goed gedroeg in de
criteria van zijn eigen tijd.
Mogelijk wanneer de volgende problemen opgelost zijn:
- Selectie probleem 1: Criteria van wie? Welke criteria van welke historische actoren?
- Selectie probleem 2: Oordelen alle leden van de groep op dezelfde manier? Wat doe je met
criteria dat met elkaar in conflict is?
- Epistemologisch probleem dat voortkomt uit een tekort aan bronnen – Triple survivor bias:
o Slachtoffers laten minder sporen achter.
o De schuldigen aan criminaliteit wissen de sporen van de slachtoffers uit, er is een bias
ten opzichte van de kijk van de slachtoffers.
o Schuldigen aan criminaliteit en in het algemeen de winnaars laten hun eenzijdige
versie van het verleden na.
B. Oordelen met hedendaagse criteria:
Mensenrechten worden beschouwd als hedendaags.
Niet mogelijk omdat:
- Het is anachronistisch: De moraliteit is relatief, veel gedrag dat wij afwijzen vandaag de dag
was destijds normaal.
- Het is oneerlijk: Hedendaagse criteria waren destijds nog niet bekend. De manier waarop we
praten is nu veel ontwikkelder.
- Het is onderworpen aan de Hindsight bias: We weten de uitkomst en gevolgen, dingen die de
actoren nog niet wisten.
- Het is mode-sensitief: We vinden het fijn om anderen te beoordelen.
, Mogelijk omdat:
- De moraliteit is niet relatief maar universeel. De uitspraak dat moraliteit relatief is, is zelf ook
relatief en daarom tijd- en cultuurgebonden. Er is een basis moraliteit die fundamenteel niet
veranderd.
- We hebben geen keuze om onze eigen criteria van ons af te schudden, daarom kun je er het
beste expliciet mee omgaan.
- Het is bruikbaar om een comparatief perspectief toe te passen, zo kunnen we het vergelijken.
- Wereldwijd, mensenrechten zijn de meest geaccepteerde criteria vandaag de dag, omdat ze
zich bezig houden met universele gevoelens en waarden.
Conclusie:
Expliciete morele oordelen zijn mogelijk, maar de criteria moet verhelderd worden en voorzichtig
toegepast. Volgens Immanuel Kant: Het is een kwestie van vaardigheid, wat niet geleerd kan worden
alleen getraind.
Zijn expliciete morele oordelen wenselijk?:
Begrijpen, niet oordelen: von Ranke, Weber, Bloch, Febvre, Croce.
Begrijpen en oordelen: Hegel, Von Treitschke, Nietzsche, Marxists:
- De geschiedenis is de leraar van het leven > dominant tot de 19 e eeuw: moraliseren van
geschiedenis schrijven.
Debat:
- No: Oordelen is niet wetenschappelijk, is voor rechters.
- Yes: Het kan wetenschappelijk zijn, het is beredeneerd, gecontroleerd en staat open voor
kritiek.
- No: Het creëert partijdigheid.
- Yes: Onpartijdigheid door niet te oordelen is een illusie, het is onvermijdelijk. Niet oordelen is
ook oordelen, zo laat je het veld open voor ‘charlatans’.
- No: Het komt te laat om nu nog te oordelen over een historische actor.
- Yes: Beter laat dan nooit.
- Yes: Als een wettelijk oordeel ontbreekt, kan een historisch oordeel gerechtigheid bieden voor
de slachtoffers.
- No: Onze oordelen zijn tijdsgebonden en veranderlijk.
- Yes: Het geloof in moreel relativisme maakt ons gevangene van onze eigen tijd en cultuur.
- No: Het moet vermeden worden om dinge af te sluiten, anders open je wonden.
- Yes: Beoordeling is nodig om dingen af te sluiten.
- No: We kunnen falen.
- Yes: Het is een integraal component in de wetenschap, maakt geschiedenisschrijven meer
humaan.
- No: Beoordeling is het meest nodig in complexe zaken: zoals genocide of samenspannende
Joden, we kunnen ze niet beoordelen.
- Yes: Het is onmogelijk om neutraal te blijven wanneer we geconfronteerd worden met
historische trauma’s.
- No: Het neemt onbedoelde gevolgen van gedrag niet genoeg mee.
- Yes: Onbedoelde gevolgen kunnen geëvalueerd worden.
- No: Het kan lijden tot claims van slachtoffers, niet alle onrechtvaardigheden kunnen betaald
worden.
- Yes: Dat zou betekenen dat meer rechtvaardigheid voor de hand ligt.
- For some: Oordelen is niet alleen wenselijk maar een plicht.
Een mensenrechten perspectief (en de conclusie van De Baets):