100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Volledige samenvatting van de hoorcolleges inleiding in de forensische psychologie €7,49   In winkelwagen

Samenvatting

Volledige samenvatting van de hoorcolleges inleiding in de forensische psychologie

 30 keer bekeken  0 keer verkocht

De hoorcolleges volledig uitgetypt met afbeeldingen en uitleg. Dit is de exacte tentamenstof, hiermee heb ik een 8 gehaald voor het tentamen.

Voorbeeld 4 van de 68  pagina's

  • 25 januari 2021
  • 68
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
LPstudent
Forensische psychologie: hoorcollege 1.
Introductie.

Wat is klinische forensische psychologie?

Klinische forensische psychologie is een wetenschap die zich bezighoudt met afwijkend (antisociaal) gedrag.
Het heeft ook te maken met persoonlijkheid (waarom moordt persoon A iemand en persoon B niet in een
bepaalde situatie), en cognities zijn ook van belang (bijvoorbeeld: psychopathie heeft er o.a. mee te maken).
Preventie en interventie is van belang. Bij diagnostiek gaat men kijken hoe groot de kans is dat men een nieuw
delict gaat uitvoeren. Forensische psychologische is een snijvlak met de andere takken van psychologie,
waaronder medische, biologische, ontwikkelings-, en sociale psychologie.

Het forensische werkveld.

 Politiebureau en huis van bewaring (soort van cellencomplex waar men in detentie geplaatst worden).
 Gevangenis en penitentiaire psychiatrisch centrum (forensische zorg in gevangenis).
o Psychoses, verslavingen, persoonlijkheidsstoornissen.
 Pro-Justitia rapportage: men stelt een persoonlijkheidsrapport op voor een delict.
o De rechter wilt zo’n rapport hebben.
 Zorginstellingen, waaronder forensische woonbegeleiding, forensische psychiatrische afdelingen,
forensische psychiatrische klinieken, forensische verslavingszorgklinieken, en forensische
psychiatrische centra.

Vaak begint een criminele carrière op jonge leeftijd. Vaak geldt: hoe eerder men ermee start, hoe hardnekkiger
de problemen zijn en hoe moeilijker om te stoppen met dit gedrag. Er worden twee groepen onderscheiden:
mensen die vroeg starten en erin blijven hangen en mensen die beginnen in de pubertijd maar in de volwassen
tijd weer op het rechte pad komen.

GESCHIEDENIS FORENSISCHE PSYCHOLOGIE.

De oorsprong van de ‘forensische psychologie’.
De oorsprong van de forensische psychologie kan al gelegd worden in de oudheid. In schriften stond
bijvoorbeeld geschreven dat Hippocrates betrokken was bij een rechtszaak. Hier werd al rekening gehouden
met de geestestoestand van een persoon. Hij werd gevraagd door een rechter om een ‘krankzinnige’ te
beoordelen. De rechter ging op basis daarvan beoordelen. Als een persoon als ‘krankzinnige’ werd beoordeeld
dan was de straf lager of zelfs geen straf. Dit construct heet vandaag de dag ‘ontoerekeningsvatbaar’.

In de middeleeuwen hield de rechter ook altijd rekening met de geestestoestand van een veroordeelde. Toen
gold: de ‘onnozele’ is zelf niet verantwoordelijk voor zijn of haar daden (= ontoerekeningsvatbaar), waardoor
de familie van de persoon in kwestie als verantwoordelijk werd bestempeld  onder curatele van de familie.
De familie moet op die persoon passen. De familie heeft de plicht om die persoon op te sluiten of vast te
binden ter bescherming van de maatschappij en zichzelf.

Vlak voor de verlichting waren er drie verschillende bewegingen:

1. 15e eeuw - oprichten dolhuizen: centra waar mensen met een geestenstoornis die een delict hadden
gepleegd werden geplaatst. Dit zijn de voorlopers van de forensische klinieken.
2. Ze dachten dat de mensen met een geestenstoornis die een delict pleegden, dat ze bezeten waren. Ze
gingen op bedevaar met de delinquenten, en gingen kerken af. Men dacht dat de persoon in kwestie
dan zou genezen na de bedevaart. Deze gedachtegang was met name populair in de 16 e en 17e eeuw.
Er werd gedaan aan heksenvervolging als de persoon in kwestie niet genezen zou zijn.
3. Johannes Wier (1515-1588) was de persoon die voor het eerst dacht dat gepleegde delicten te maken
hadden met stoornissen gerelateerd aan bepaalde hersendisfuncties. De voorbode van de forensische
psychologie.

,Een ommekeer: de Verlichting.

Bij de verlichting was de gedachtegang dat je zelf kiest tussen goed en kwaad. Met andere woorden iedereen is
gelijk voor de wet. Dit kwam door de Franse Revolutie (18e eeuw), met name door het verlichte denken. Er was
heel veel willekeur doordat er nog geen wetboeken waren.

De Code Pénal werd in 1810 te Frankrijk opgericht. Deze werd opgericht want er was veel machtsmisbruik door
de rechter. Deze code stelde wetten op waar de rechter zich aan moest houden. In 1809 kwam het Crimineel
Wetboek in NL, en in 1811 kwam er ook een Code Pénal in NL. In 1886 vond de invoering van het Wetboek van
Strafrecht plaats.

Door de jaren heen kreeg men meer aandacht voor psychisch functionering van de personen in kwestie. Tevens
werden meer wetregels opgesteld voor het opnemen van ‘geestengestoorden’. Er kwam dus meer aandacht
voor psychische afwijkingen. Daarbij hanteerde men een natuurwetenschappelijke benadering.

19e eeuw.

Manie sans délire (Pinel): het is niet zo dat degene die delicten plegen, dat ze allemaal minder intellectueel
begaafd waren. Pinel stelde dat het uitvoeren van een delict bijvoorbeeld ook kan door een persoonlijkheids-
of emotionele stoornis. Manie sans délire = gemoedstoestand zonder aantasting van het verstand.

Voor Pinel dacht men altijd dat het mensen met een lager IQ een delict pleegden.

Steeds meer en meer rechtszaken kwamen aan bod waarbij de dader geen straf kreeg, op grond van de
geestelijke toestand. Dit kwam doordat de psychologie meer in licht kwam bij het uitvoeren van delicten.

De eerste krankzinnigenwet werd in 1841 ingevoerd: we moeten de mensen niet zo zeer gaan straffen, maar
we moeten ze wel trachten te helpen en dus streven naar verbetering. Een persoon zou volgens dit maximaal 1
jaar opgesloten kunnen worden. In de 19e eeuw kon een rechter dus zorgen voor 1 jaar opsluiting, om de
persoon ‘te helpen’.

Vier verklaringen van psychische stoornissen.

1. Erfelijkheid: vroeger dacht men dat immorele mensen andere immorele mensen voortbrachten.
Psychologische kenmerken zou men dus overerven van voorouders. Crimineel gedrag zou overgeërfd
worden door voorouders, dacht men vroeger. Erfelijkheid speelt een rol, maar wel in interactie met de
omgeving, weet men nu.
Ook dacht men in die tijd dat immoreel gedrag af te leiden is aan uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld:
diepliggende ogen, unibrow, en een hoog voorhoofd. Dit zorgde ervoor dat men toch een systematiek
probeerde te vinden om te achterhalen wie nu crimineel is en wie niet (taxatie proberen te maken).
2. Degeneratie: bepaalde kenmerken die we hebben gaan achteruit; onze genen zouden verslechteren. Over
generaties heen worden mensen steeds meer crimineel. Hierdoor komen psychiatrische stoornissen voor.
Dit is achterhaald.
3. Evolutie: moraliteit is een kenmerk van een goede beschaving, maar immoraliteit betekent dat de
beschaving tot stilstand is gekomen en dat er dus geen evolutie meer is. Dit is achterhaald.
4. Neurologische verklaringen: zoeken in de hersenen wat er kan zorgen voor psychische stoornissen, en
delinquent gedrag. Een voorbeeld: Phineas Cage kreeg een ijzerpin door zijn orbito-frontale kwab; hij werd
impulsiever, kreeg een korter lontje, e.d. Door iets neurologisch kunnen bepaalde delicten gepleegd
worden. Dit is een verklaring die wel aangehouden kan worden.

,Strafrecht jeugdigen in 19e/20e eeuw.

Er was eerder geen onderscheid tussen kind en volwassenen: iedereen was gelijk voor de wet. Tijdens de Code
Pénal kwam iets nieuws: ‘rechter kan oordelen zonder oordeel des onderscheids’  tot de leeftijd van 16 jaar
krijgt men een minder strenge strafmaat, en kinderen onder de 10 jaar konden eigenlijk geen straf krijgen.

Daarom voerde men in 1905 de kinderwetten in: leeftijdsbepalingen laten we weg, maar vanaf 18 jaar kijken
we verder. Van straffen en wreking ging men overigens naar verbetering. Men zag in dat mensen die een delict
pleegden of een geestenstoornis hebben, dat deze mensen geholpen moeten worden.

Dit stond in het teken van de verschuiving naar een moderne strafrechtsschool: men ging zich richten op het
belang van de dader, en niet naar de daad: straffen stond in teken van herstel of verbetering. Ook wou men
een rechtvaardige straf geven. Mildere straffen kwamen hierdoor op, maar de veiligheid van burgers werd hier
mogelijk niet door gegarandeerd.

20e eeuw.
Voorstel van Hamel: als mensen lichtere delicten hebben gepleegd leggen we een straf of maatregel op, ter
afschrikking. Indien er een zwaardere vergrijping is gepleegd: behandeling en verpleging van lange duur. Bij
zeer zware gevallen: terbeschikkingstelling van de regering. Hierbij kon een behandeling wel 10 jaar duren, en
daarna deed men een verdere overweging.

Dit voorstel is er niet zo gekomen. In 1928 kwamen wel de psychopatenwetten op: ter beschikking stellen aan
de regering en verpleging; voor twee jaar. Daarna kon de rechter nog beslissen voor verlening van 1-2 jaar
TBR. Veel mensen moesten hierdoor TBR krijgen en geplaatst worden in instellingen. In 1933 kwam de
Stopwet: de criteria werden opgedreven om te spreken van TBR.
 Dit is de voorloper van de tbs van vandaag de dag.

Eerder: vermogensdelict of fraude, en een geestenproblematiek werd in TBR geplaatst. Later ging dit
voornamelijk voor mensen die agressie uitte.

Ontwikkeling na de tweede wereldoorlog.

Commissie naoorlogs strafwet: veel mensen in de commissie hadden in de gevangenis gezeten en wisten dat
dit niet zo ideaal was. Ze zagen in dat misdaad of delicten vaak context gebonden is. Dus men kreeg meer
genuanceerde opvattingen.

Utrechtse school werd opgericht: toen ontstonden Tbs-klinieken zoals ze nu nog zijn. Zij streefden naar
gespecialiseerde, en betere zorg voor gedetineerden met een psychische stoornis. Zowel voor betere zorg voor
gevangenen als speciale zorg voor gedetineerden met een psychische aandoening werd gezorgd. Baan, Pompe
en Kempe zijn hier belangrijke namen bij.

In de jaren 60 kwam men tot inzicht dat mensen in TBR-klinieken er eigenlijk niet in hoorde, dus niet degene
die fraude hadden uitgevoerd, maar personen waarvan men verwacht dat ze in de toekomst nog agressief
zouden zijn, en dergelijke. Er kwam een toename in de duur van een tbs-maatregel.

Longstay-afdelingen (circa 1995): in TBR-klinieken dacht men eerst dat bepaalde mensen niet echt behandeld
kunnen worden. Hierdoor vond een opsplitsing plaats: mensen waarbij de reguliere zorg (tbs) aanslaat versus
mensen waarbij deze reguliere zorg niet aanslaat. Deze laatste groep kwam terecht op de longstay-afdeling.
Deze waren uiteindelijk wel te behandelen, maar dit duurde langer, en niet volgens tbs.

, Basiswetgeving TBS.

In 1971 ontstond een veranderde tijdgeest met meer nadruk op zelfbeschikking en tolerantie van anderen
leefstijlen (antipsychiatrie). In 1988 is de naam TBR veranderd in TBS. In 1993 kwam de Wet Bijzondere
Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) tot stand. Binnen enkele decennia ontstond een groep
patiënten met ernstige psychiatrische ziektebeelden waaraan geen intensieve zorg en begeleiding werd
gegeven en die in sommige gevallen overlast veroorzaakten. BOPZ ingrijpen was niet (lang genoeg) mogelijk.

ACHTERGROND NL FORENSISCHE CONTEXT: TBS.

Straffen of behandelen?

De rechter gaat kijken waar iemand van verdacht wordt, en als deze persoon een zieke of gestoorde indruk
maakt. Moeten we nu gaan behandelen of straffen? Welk onderzoek is nu vereist om een besluit te nemen
over de passende maatregel? De rechter gaat dan kijken naar een maatregeling die aan drie criteria moet
voldoen:

1. Proportionaliteit: iemand die uit zelfverdediging een ander persoon vermoord heeft, moet hier
rekening mee worden gehouden, en dus een lichtere straf krijgen. De ingreep of maatregel moet dus
in verhouding staan tot het te voorkomen gevaar.
2. Subsidiariteit: je moet altijd proberen om de meest lichte straf te gebruiken. Een ingrijpende
maatregel is dus alleen toelaatbaar als met een lichtere niet kan worden volstaan.
3. Doelmatigheid: straf moet effectief zijn in het afwenden van het gevaar.

Basis onder opleggen maatregel.

Enkele criteria voor TBS:

 Delict gepleegd waarvoor minstens 4 jaar gevangenis kan worden opgelegd (ernst is hier criterium).
o Niet (helemaal) verantwoordelijk te houden als gevolg van psychische ziekte of stoornis =
(verminderd) ontoerekeningsvatbaar.
o Die indien niet behandeld tot herhaling van delict leidt. Bijvoorbeeld: persoon is psychotisch
en krijgt geen behandeling, waardoor er een herhaling van het delict voortkomt.
 Als iemand instroomt in een TBS denkt men dat de kans op recidieven 100% is; dus de kans op het
opnieuw uitvoeren van een delict is 100%. Door de behandeling zou dit percentage af moeten nemen.
De behandeling moet gericht zijn op het terugdringen van het recidiverisico tot maatschappelijk
aanvaardbare normen.

Kern van de tbs-maatregel.

TBS is een behandelmaatregel en geen strafmaatregel. Het is dus een combinatiemaatregel van behandeling
en bescherming van de maatschappij (opsluiting). Voor de persoon zelf zal het in principe als straf aanvoelen,
maar het is een behandelmaatregel. Het doel is resocialisatie: terugkeren in de maatschappij.

De beveiliging van de maatschappij staat centraal en is het directe doel. Op korte termijn dient men te zorgen
voor beveiliging van de maatschappij.

Verhouding controle-zorg: waarop sturen?

 Op korte termijn door hoge beveiliging van gebouwen.
 Op lange termijn door de stoornis of ziekte zodanig te behandelen dat gevaar voor herhaling
voldoende geweken is.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LPstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81311 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49
  • (0)
  Kopen