Lecture 1 Introduction: Chapter 1,2 and 3
Er zijn 6 ‘key’ neurotransmitter systemen:
1. Serotonine: is een neurotransmitter met een overwegend inhiberende werking. Het is een tryptamine die invloed
heeft op stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking
van pijnprikkels. Serotonine wordt afgegeven door serotonerge neuronen in de hersenen die naar verschillende onderdelen
lopen, waaronder de prefrontale cortex(PFC). Dit gebied speelt een belangrijke rol bij onder andere verslaving en agressie.
De cellichamen van de serotonerge neuronen liggen in en/of vlak bij de nuclei rhaphes en medulla oblongata. Serotonine
werkt als regulator van het dopamine-systeem
2. Norepinefrine: (ook norepinefrine of levarterenol) is een in het lichaam voorkomende neurotransmitter en
een hormoon. Noradrenaline is een catecholamine die vaak verward wordt met adrenaline, die een sterk opwekkende
werking geeft. Als neurotransmitter komt hij voor in de hersenen (zie locus caeruleus), en in de zenuwuiteinden van het
sympathische oforthosympathische zenuwstelsel. Als hormoon wordt hij in het bijniermerg geproduceerd, waar de werking
vergelijkbaar is met adrenaline. Over het algemeen voelen mensen met te weinig noradrenaline zich depressief en mensen
met een teveel aan noradrenaline euforisch, gespannen, angstig of opgewonden. Dit hangt af van de stemming en/of van
andere neurotransmitters, zoals onder andere serotonine.
3. Dopamine: is een catecholamine die fungeert als neurotransmitter (en soms als hormoon) op verschillende
plaatsen in het lichaam van mensen en dieren. Dopamine ontstaat door decarboxylatie uit L-DOPA, dat in organismen
wordt gevormd door oxidatie van het aminozuur tyrosine. Het komt in het menselijk en dierlijk organisme ook voor als
een precursor van de hormonen adrenaline en noradrenaline, dat daaruit door hydroxylering kan ontstaan. Het speelt een
grote rol bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn. In de hersenen zijn zenuwbanen aanwezig die gevoelig zijn voor
deze transmitter zoals de voorhoofdskwab en de basale ganglia.
4. Acetylcholine: (vaak afgekort tot ACh) is de ester van azijnzuur en choline. De stof is een neurotransmitter, die
vooral betrokken is bij de impulsoverdracht van zenuwcellen naar skeletspiercellen. Ook op vele andere plaatsen in het
lichaam brengt acetylcholine prikkels over, waardoor bijvoorbeeld maag en darmen samentrekken (regeling van
de peristaltiek), sappen uitgescheiden worden door de spijsverteringsklieren, slijm in de bronchi wordt aangemaakt,
de pupil vernauwt of bepaalde bloedvaten wijder worden (waardoor de bloeddruk daalt).
5. Glutamaat: is één van de belangrijkste neurotransmitters in het zenuwstelsel en is vooral in overmaat aanwezig in
de hersenschors. Glutamaat werkt stimulerend (exciterend) op andere zenuwcellen, men spreekt in
de neurowetenschap over excitatoir. Vermoed wordt dat een onbalans in de verhouding glutamaat tot GABA epileptische
aanvallenveroorzaakt. Glutaminezuur is de precursor van zowel glutamaat als GABA.
6. GABA: is de belangrijkste inhibiterende (de werking van andere neuronen remmende) neurotransmitter in
dehersenen. Gamma-aminoboterzuur komt veel voor in de hersenen: in zo’n 30 procent van de synaptische transmissie. De
hoogste concentratie gamma-aminoboterzuur bevindt zich in het nigrostriatale systeem. De grijze stof bevat ook hoge
concentraties. Elders in het lichaam wordt het in zeer lage concentraties aangetroffen.[2]De effectiviteit van gamma-
aminoboterzuur kan verminderen door een tekort aan vitamine B1 of tijdens het ontwennen van eenalcoholverslaving. Dit
kan zich uiten in angst, geïrriteerdheid, slapeloosheid of epileptische insulten.[3][4]
Er zijn 3 soorten neurotransmissie
1.Klassieke neurotransmissie (zie figuur hiernaast) begint met een elektrisch process waarbij neuronen elektrische
impulsen van het ene deel van de cel naar het andere deel van dezelfde cel sturen. Neuron ontvangt iets (hormoon, licht,
neurotransmitter) en wanneer het voldoende is wordt het doorgegeven aan de postsynaptische neuron.
Communicatie tussen alle neuronen op de synapsen is chemisch, niet elektrisch. Een elektrische impulse in een neuron wordt
omgezet in een chemisch signaal in de synapse bij de tweede neuron. De manier waarop deze omzetting gebeurd, wordt
excitation-secretion coupling genoemd. Dit is de eerste fase van de chemische neurotransmissie. Vervolgens wordt het
chemische signaal terug in een elektrisch signaal gezet. Of de chemische informatie triggert een cascade van verdere
chemische signalen waardoor het genetisch functioneren van een neuron veranderd .
Excitation-secretion coupling: proces waarbij een elektrische impuls in de presynaptische neuron wordt omgezet in een
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ollie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.