100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Mens en Recht 10e druk H1,2,6,7 en 12 €4,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Mens en Recht 10e druk H1,2,6,7 en 12

3 beoordelingen
 13 keer verkocht

In deze samenvatting van Mens en Recht 10e druk zijn de hoofdstukken 1,2,6,7 en 12 verwerkt. Het is een uitgebreide samenvatting waar alles in is verwerkt.

Voorbeeld 4 van de 41  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1,2,6,7 & 12
  • 25 januari 2021
  • 41
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (9)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: jkleinegelink • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: merlijnaaldenberg • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hidderemmelts • 3 jaar geleden

avatar-seller
cheyennekuijper
Mens en recht
Hoofdstuk 1 Recht en regels
1.1 Waarom is er recht?
Rechten en plichten komen voort uit normen en waarden die algemeen gelden in de maatschappij.
Zo’n norm is bijvoorbeeld dat afspraken moeten worden nagekomen of dat iemand een ander geen
schade mag toebrengen. Door dit in zogeheten rechtsregels vast te leggen, met de wijze waarop die
regels gehandhaafd kunnen worden, krijgt het recht vorm.

Het recht brengt doelmatige ordening aan in de samenleving. En door het eigendomsrecht kan de
eigenaar doorgaans ongestoord zijn bezittingen te gebruiken. Het recht geeft ook spelregels voor
gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door de overheid. Daarnaast stuurt
het recht het individuele gedrag van de burger (sturing gedrag).

Recht en rechtvaardigheid zijn geen synoniemen van elkaar, maar het recht is in beginsel wel gericht
op rechtvaardigheid. Iemand die de wet overtreedt, moet een terechte straf ondergaan en het recht
moet de zwakkeren beschermen.

1.2 Vindplaatsen van het recht
De samenleving verandert en daarmee ook de inhoud van het recht, maar de vindplaatsen van het
recht, de zogenoemde rechtsbronnen, zijn nog steeds dezelfde 4:

1. De wet- en regelgeving
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen

1.2.1 Wet- en regelgeving
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid (Eerste en Tweede kamer, ook
wel Staten-Generaal). De hoogste wetgever in Nederland is echter de Staten-Generaal met de
regering (Koning en de ministers samen). Een wet komt tot stand als de regering en de Staten-
Generaal met een wetsvoorstel instemmen. Alleen wetten die afkomstig zijn van de hoogste
wetgever worden met wet aangeduid. De wetten zijn genummerd en worden wetsartikelen
genoemd. Een wedsartikel kan bestaan uit meerdere leden.
Een wettenbundel is een verzameling officiële wetten die door een uitgever is geselecteerd en
samen in een boek zijn opgenomen. De hoogste wet in Nederland is de Grondwet (GW), hierin staat
het grondrecht van paragraaf 1.4.

In lagere regelgeving komt het woord wet niet voor. Een regeling die afkomstig is van de regering
(dus zonder de Staten-Generaal), wordt Koninklijk Besluit (KB) genoemd. De regering houdt zich niet
alleen bezig met regelgeving, er zijn dus ook KB’s die geen regels bevatten. Een KB dat wel regels
bevat, wordt een algemene maatregel van bestuur (AMvB) genoemd. Een regeling afkomst van een
minister heet een ministeriele regeling. Een regeling van Provinciale staten of van de gemeenteraad
wordt een verordening genoemd.

Ook buiten Nederland worden rechtsregels gemaakt. Nederland is lid van de Eu en heeft een deel
van haar regelgevende bevoegdheden overgedragen aan organen van de EU. Deze organen stellen
verordeningen en richtlijnen vast die gelden in de gehele EU. Deze zogeheten
gemeenschapsverordeningen en -richtlijnen zijn daarmee hoger dan de Nederlands Grondwet.

,1.2.2 Jurisprudentie
Jurisprudentie ontstaat doordat algemene regels in de diverse wetten en in de overige regelgeving
moeten worden toegepast in individuele situaties, die vaak heel verschillend zijn. Het is de taak van
de rechter om uit te maken hoe de regels zijn bedoeld. Omdat in de rechtspraak nieuw recht wordt
gevormd door rechters, wordt jurisprudentie ook wel rechtersrecht genoemd. Als de antwoorden op
zaken niet duidelijk in de wet- en regelgeving te vinden zijn, dan zullen rechters deze dus in de
jurisprudentie moeten worden vinden. Afhankelijk van de soort zaak of het niveau waarop er recht
wordt gesproken, heet een uitspraak vonnis, uitspraak of arrest. Een uitspraak van de Hoge Raad der
Nederlanden (dat is de hoogste rechter in Ned.), heet een arrest.

1.2.3 Gewoonte
Een derde rechtsbron die net als de jurisprudentie tot het zogenoemde ongeschreven recht behoort,
is de gewoonte. De regels van gewoonterecht zijn niet ergens opgetekend maar ontstaan in de loop
van de tijd door het gebruik ervan in de algemene kring. Overigens valt een gewoonte die in strijd is
met het recht niet onder het gewoonterecht. Het zou gek zijn als in sommige geaccepteerde
gewoonte zoals openbaar plassen opeens tot het algemeen recht behoren.

1.2.4 Verdrag
Deze rechtsbron is het recht dat in verdragen is vastgesteld, dit zijn afspraken tussen 2 of meer
staten die op schrift zijn gesteld en die gelden in de staten die partij zijn bij het verdrag. Daartoe
moeten de staten dit verdrag wel hebben geratificeerd (akkoord hebben verklaard). Verdragsregels
staan net zoals de regelgeving van de EU boven de rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt.
Na de tweede wereldoorlog is er een belangrijk verdrag tot stand gekomen: het Europees Verdrag
tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

1.3 Aard van de regels
1.3.1 Dwingend en aanvullend recht
Sommige rechtsregels leggen aan individuen of partijen die een juridische relatie ofwel
rechtsbetrekking met elkaar hebben, dwingend bepaalde rechten of plichten op. Dit zijn regels van
dwingend recht waarvan niet mag worden afgeweken. Andere rechtsregels geven partijen de
mogelijkheid om zelf dingen nader te regelen, semidwingend recht. Bijvoorbeeld tussen een huurder
en verhuurder. Tot slotte zijn er regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken,
aanvullend recht. Bijvoorbeeld als mensen trouwen geldt de wet dat zijn in (beperkte) gemeenschap
van goederen zijn getrouwd.

Semidwingend en aanvullend recht komen vooral voor bij rechtsregels die betrekking hebben op het
sluiten van een overeenkomst. Uitgangspunt in het overeenkomstenrecht is namelijk dat beide
partijen de inhoud van een overeenkomst zelf mogen bepalen. De wet legt dan een paar rechten en
plichten op aan partijen en vult aan als afspraken ontbreken.

1.3.2 Rangorde in regelingen
De rechtskracht is afhankelijk van het orgaan waarvan de regeling afkomstig is. Hieronder de
volgorde in regelingen, de bovenste is het hoogst van kracht:

 Verdragen
 Gemeenschapsverordeningen en richtlijnen
 Grondwet
 Overige wetten
 Algemene maatregelen van bestuur
 Ministeriele regelingen en richtlijnen
 Provinciale verordeningen

,  Gemeentelijke verordeningen

Om 2 redenen is het van belang om deze randorde te kennen:

1. De rangorde is zo omdat in de hogere regelgevingen niet alles tot in detail geregeld is, dit
wordt dan overgelaten aan lagere regelgevers. Zoals een algemeen verdrag is niet tot in
detail uitgewerkt een rangorde lager wordt dan meer vertelt over dat verdrag, die gaat meer
op de details in. Zo is het bij alle bovenstaande dingen.

Bijvoorbeeld de wet regelt dat er onvrijwillige zorg mag worden verleend en de AMvB geeft aan wie
dit mag doen en op welke manier.

2. Het recht bevat in verdragen en in de almaar omvangrijker wordende Europese regelgeving
steeds vaker concrete, algemeen verbindende regels. Als de lagere regelgeving in Nederland
in strijd is met deze hogere regeling en hierop beroep wordt gedaan, dan kan de rechter de
lagere regeling buiten toepassen laten.

1.3.3 Objectief en subjectief recht
Het objectief recht bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de rechtsbronnen
zijn vastgelegd. Het recht op bijstand is een voorbeeld van objectief recht, je kan daar aanspraak op
maken als je aan een paar voorwaarden voldoet. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen een
persoonlijk, subjectief recht heeft op een bijstandsuitkering, je moet daarvoor wel aan de
voorwaarde voldoen. Zo’n persoonlijk, subjectief recht moet van het objectieve recht worden
afgeleid. Zonder subjectief recht kan er van gelijk krijgen geen sprake zijn volgens de rechter.
Omdat het objectieve recht ook plichten beat, kan er vanzelfsprekend ook sprake zijn van
subjectieve plichten.

1.4 Grondrechten
In het eerste hoofdstuk van de Grondwet staan de grondrechten. Grondrechten zijn de meeste
elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu, die zowel door de overheid als door
anderen gerespecteerd moeten worden. Verschillende artikelen:

 Art. 1 GW  verbod op discriminatie
 Art. 7 GW  recht op vrijheid van meningsuiting
 Art. 10 GW  eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer (recht op privacy)
 Art. 11 GW  recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam
 Art. 15 GW  niemand mag zijn vrijheid ontnomen worden

Al deze grondrechten worden klassieke grondrechten genoemd. De overheid mag op deze rechten in
beginsel geen inbreuk maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid verleent. Voor het maken van
inbreuk op een grondrecht moet echter altijd een wettelijke grond bestaan. De rechter oordeelt
uiteindelijk of de inbreuk rechtmatig is, dat wil zeggen: in overeenstemming is met het recht.

Er zijn ook sociale grondrechten, bijvoorbeeld recht op gezondheidszorg, recht op werk etc. De
sociale grondrechten zijn echter geen expliciete rechten van een individu die voor de rechter kunnen
worden afgedwongen. Het is een opdracht voor de overheid om voor de sociale grondrechten te
zorgen. Als de overheid daarin tekortschiet, kunnen politieke middelen, zoals acties en beïnvloeding
van Kamerleden, worden ingezet om de naleving van de sociale grondrechten te bewerkstellingen.

, 1.5 Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk
Het recht vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en dienstverlening in het domein sociaal
werk plaatsvindt. Het bepaalde de juridische verhouding tussen de hulp- en dienstverlener en zijn
client, en geeft inhoud aan de verantwoordelijkheden en verplichtingen van beide partijen. Omdat de
maatschappij steeds veranderd, verandert het recht ook telkens. Dit maakt het voor cliënten moeilijk
om inzicht te krijgen in hun eigen rechtspositie. Ook wordt het voor burgers steeds moeilijker om
hun recht te halen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cheyennekuijper. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75282 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,48  13x  verkocht
  • (3)
In winkelwagen
Toegevoegd