100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle aantekeningen voor Burgerlijk recht II €4,99
In winkelwagen

College aantekeningen

Alle aantekeningen voor Burgerlijk recht II

 57 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit document bevat alle aantekeningen van burgerlijk recht II. Zowel de hoorcolleges als werkgroepen zijn teruggekeken waardoor alle informatie erin staat.

Voorbeeld 4 van de 182  pagina's

  • 25 januari 2021
  • 182
  • 2018/2019
  • College aantekeningen
  • -
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (42)
avatar-seller
nbmasterstudent
Inhoudsopgave
Burgerlijk recht II. ........................................................................................................................................ 2
Hoorcollege 1 ................................................................................................................................................... 2
Hoorcollege 2. .................................................................................................................................................. 5
Kennisclip handelingsonbekwaamheid .................................................................................................. 11
Werkgroep 1 .............................................................................................................................................. 11
Hoorcollege 3. ................................................................................................................................................ 16
Hoorcollege 4 ................................................................................................................................................. 22
Kennisclip wilsgebreken ........................................................................................................................... 28
Werkgroep 2. ............................................................................................................................................. 28
Hoorcollege 5. ................................................................................................................................................ 33
Hoorcollege 6 ................................................................................................................................................. 37
Werkgroep 3. ............................................................................................................................................. 43
Hoorcollege 7 ................................................................................................................................................. 48
Hoorcollege 8. ................................................................................................................................................ 54
Werkgroep 4. ............................................................................................................................................. 63
Hoorcollege 9. ................................................................................................................................................ 70
Hoorcollege 10. .............................................................................................................................................. 72
Werkgroep 5. ............................................................................................................................................. 80
Hoorcollege 11. .............................................................................................................................................. 86
Hoorcollege 12. .............................................................................................................................................. 91
Werkgroep 6. ............................................................................................................................................. 94
Hoorcollege 13. .............................................................................................................................................. 99
Hoorcollege 14. ............................................................................................................................................ 101
Werkgroep 7. ........................................................................................................................................... 106
Hoorcollege 15 ............................................................................................................................................. 110
Hoorcollege 16. ............................................................................................................................................ 115
Werkgroep 8. ........................................................................................................................................... 120
Hoorcollege 17. ............................................................................................................................................ 124
Hoorcollege 18 ............................................................................................................................................. 128
Werkgroep 9. ........................................................................................................................................... 137
Hoorcollege 19. ............................................................................................................................................ 141
Hoorcollege 20. ............................................................................................................................................ 145
Werkgroep 10. ......................................................................................................................................... 151
Hoorcollege 21. ............................................................................................................................................ 157
Werkcollege 11. ...................................................................................................................................... 161

Relatievermogensrecht en erfrecht ...................................................................................................... 164
Hoorcollege 1: .............................................................................................................................................. 164
Hoorcollege 2: ................................................................................................................................................ 169
Hoorcollege 3. .............................................................................................................................................. 172

, Burgerlijk recht II.
Hoorcollege 1
Totstandkoming overeenkomsten
Burgerlijk recht 2 ziet op het verbintenissenrecht.

Overeenkomst.
Totstandkoming overeenkomst, door aanbod en aanvaarding daarvan. Zie 6:127 – 225 BW.
1. Aanbod, en aansluitende
2. Aanvaarding

6:217 gaat uit van 1 aanbod en 1 aanvaarding maar vaak is er niet 1 aanbod en 1 aanvaarding. Er wordt
vaak onderhandeld tot er een overeenkomst ligt. Wat is dan aanbod en wat aanvaarding?

De wet zegt niet wat een aanbod is en wat een aanvaarding is. We weten wel dat het rechtshandelingen
zijn.
- Een handeling die is gericht op rechtsgevolg.
- Aanbod en aanvaarding zijn gericht op het ontstaan van een overeenkomst. Een overeenkomst
heeft dan weer rechtsgevolgen is gericht op daaruit voortvloeiende rechtsgevolgen. Aanbod en
aanvaarding → overeenkomst → rechtsgevolg. Het zijn dus rechtshandelingen.
We hebben het alleen over overeenkomsten met rechtsgevolg.

Wat is een rechtshandeling, art. 3:33 BW:
- Een op rechtsgevolg gerichte wil + verklaring
- Die verklaring is vormvrij, 3:37 lid 1 BW, tenzij anders is bepaald kunnen verklaringen, met
inbegrip van mededelingen, in iedere vorm geschieden en kunnen zij in een of meer
gedragingen besloten liggen.

Aanbod
Moet gaan om een vormvrij voorstel tot het sluiten van een overeenkomst. Voorstel is de verklaring.
Daarnaast moet degene die de verklaring doet de wil hebben om een overeenkomst tot stand te laten
komen na aanvaarding van de ander. De overeenkomst moet wel voldoende bepaalbaar zijn, art. 6:227
BW. Overeenkomst dat niet bepaalbaar is, heeft geen rechtsgevolgen. Echter, het vereiste van
bepaalbaarheid niet erg streng. Voldoende is dat de verbintenissen bepaalbaar zijn, dus hoeven niet al
bepaald te zijn in de overeenkomst. Prijs hoeft niet vast te staan, maar moet vast te stellen zijn achteraf.

Zie: Stichting erfpachters belang Amsterdam/ Amsterdam.
Aan 6:227 is voldaan als…
De inhoud moet kunnen worden bepaald, dan wel moet de overeenkomst een procedure bevatten die
de inhoud moet bepalen. Concrete criteria hoeven dus niet genoemd te worden.
- In casu ging het als volgt. Maar ook dit was geen probleem voor 6:227, want er stond een
procedure in en dat was genoeg.

Titel over koopovereenkomsten is een andere vorm die de laksheid laat zien. Zie art. 7:4 BW, koop
zonder prijs, dan moet er een redelijke prijs betaald worden. Sluit aan bij vaagheid van 6:227 BW.
Koopovereenkomst heeft 2 kenmerken, zaken en prijs en zelfs over de prijs hoeft er niks gezegd te
worden.

7:4 kan van belang zijn bij benzinestations. Wanneer je pomp in je auto steekt weet je dat je benzine
koopt, art 7:4 BW.

Gericht:
Aanbod moet gericht zijn aan degene met wie je een overeenkomst wil sluiten. Gerichtheid kan dus een
rol spelen, maar je hoeft niet zover te gaan dat gerichtheid een vereiste is voor een aanbod. Je hebt
ook aanbiedingen die totaal niet gericht zijn maar zijn ook een aanbod in de zin van de wet. Aanbod kan
ook openbaar zijn, denk aan webshops (films). Iedereen kan van het aanbod gebruik maken door de
film online in het winkelmandje te stoppen en het aanvaarden en koop je een computerbestand.

Wat als je betaalt en er komt geen bevestiging of duurt te lang. Bij computerbestanden is dat nog
makkelijk, kan je zo vaak kopiëren als je wil, geen specifiek exemplaar. Zelfs bij schaarste van een
product, kan het aanbod openbaar zijn. Ieder openbaar aanbod wordt gedaan onder de voorwaarde:

,zolang de voorraad strekt. Maar wat als het niet gaat om een soortzaak, maar om een specifieke zaak.
Dan is er geen openbaar aanbod.

Zie casus Hofland/Hennis. Hennis aanvaardt aanbod van huis en bereid om de vraagprijs te betalen.
Hofland weigert te leveren. De vraag is of er een overeenkomst tot stand is gekomen door aanvaarding
van Hennis. (Dit is oud recht, tegenwoordig alleen schriftelijk 7:2 lid 1 BW). Maar dit kan dus ook
tegenwoordig gebeuren bij andere soortzaken, zoals een auto.
Overeenkomst?
- In die woninggids stond slechts een vrijblijvend aanbod. Wat is dat? Art. 6:219 lid 2 BW: dan
kan de herroeping na aanvaarding geschieden. Degene die het aanbod doet, kan ervan af. Het
moet snel. Bij Hofland/Hennis is dit niet gebeurt.
HR: wijst stelling van Hofland af, het kan wel vrijblijvend zijn, maar ook daar komt een
overeenkomst tot stand door aanvaarding, echter je kan ervan af, maar dat moet je dan meteen
doen.
- Hofland: ander verweer geen sprake van een aanbod, maar uitnodiging tot doen aanbod. HR:
Een advertentie waarin een individuele zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt
aangeboden, zich in beginsel niet ertoe leent door eventuele gegadigden anders te worden
opgevat dan een uitnodiging om in onderhandeling te treden, waarbij niet alleen de prijs en
eventuele verdere voorwaarden van de koop, maar ook de persoon van de gegadigde van
belang kunnen zijn.
Kort gezegd → Ongericht aanbod + individueel bepaalde zaak = uitnodiging om in
onderhandeling te treden. Hier zie je een verschil tussen soortzaken en specifieke zaken. Bij
soortzaken is het een aanbod en bij specifieke zaken een uitnodiging tot het doen van een
aanbod. Dit geldt in beginsel, maar wanneer wel een echt aanbod?
o Voorbeeld: Amerikaanse zaak. Koper meldt zich, maar was blijkbaar alleen voor
vrouwen. Volgende week na zelfde advertentie meldt koper zich weer. Die house rule
is onzin. Het waren lokkertjes om mensen in de zaak te krijgen. Dit zijn tegenwoordig
oneerlijke handelspraktijken. De vraag was of er sprake was van een overeenkomst.
Zie slide voor beslissing rechter. Er was sprake van een overeenkomst. Het hangt af
van de wil van partijen of het een aanbod is of aanbod tot onderhandelen. Het was hier
heel duidelijk bepaald en dus zou het eerder een gericht aanbod zijn, want weinig om
over te onderhandelen. Daarnaast was koper precies zoals verkoper stelde in de
advertentie, als eerste binnen en die mocht hem dan ook meenemen en dus was er
meer dan een uitnodiging om te onderhandelen en dus sprake van een echt aanbod.

Eisen:
1. Wil
2. Verklaring
3. Bepaalbaar
4. Gericht

Aanvaarding
Bij aanvaarding heb je eigenlijk dezelfde argumenten nodig.
→ Vormvrije acceptatie van een geldig aanbod. Daar hoort een wil bij. De aanvaarding moet wel altijd
gericht zijn tot degene die het aanbod doet. De aanvaarding moet wel aansluiten bij het aanbod, 6:225
BW. Bepaalbaarheid geen issue mee, je accepteert aanbod en daarin is bepaald wat de inhoud is van
de overeenkomst. De wil moet wel aansluiten dus. Dit gaat vaak mis. Verklaringen zijn vormvrij, maar
de wil moet dus aansluiten.

Zie casus Haakjoringskod.
Partijen sluiten overeenkomst tot koop van haaienvlees, zelfde wil aanbod en aanvaarding sluiten bij
elkaar aan. Kan ook zijn dat de kopende partij zie is goed doe maar dat haaienvlees. Maar het bleek
walvisvlees. Maar wou wel welvisvlees kopen. Ook een overeenkomst. dit is een uitzondering.

Vaak komt het voor dat partijen hetzelfde verklaren of ongeveer hetzelfde maar bedoelen wat anders.
De ene wil haaienvlees verkopen maar zegt wil je walvisvlees kopen. Ander wil sardientjes kopen maar
ook hij koopt walvisvlees. Ook hier komt een verklaring overheen maar partijen hebben een hele andere
wil, geen wilsovereenstemming volgens de wilsleer en dus geen overeenkomst. Komt heel vaak voor
bij termen en begrippen die vaag zijn en op verschillende manieren worden uitgelegd.

, Zie Bunde/Erckens – Misverstand.
→ E had een stuk grond en verkocht dit aan de gemeente B. E wou niet gratis van de grond af, werd
een prijs overeengekomen maar ook dat de belastingschade van E door B werd vergoed. Beide partijen
hadden een andere idee van ‘belastingschade’. E dacht dat hij alles kreeg, 50.000 wat voor deze
transactie moet worden betaald. Bunde dacht dat het ging om 2.000 zoals in het onteigeningsrecht.

Is er een overeenkomst? Er is geen wilsovereenstemming en dus geen overeenkomst. De wilsleer wordt
aangevuld met de wilsvertrouwensleer. Dit staat in 3:35 BW.

3:35 BW.
Eisen:
1. Vertrouwen bij de wederpartij (de wederpartij van de verklarende/handelende partij).
2. Vertrouwen moet opgewekt zijn door de handelende partij op basis van de verklaring (toedoen).
→ wat denkt B over de wil van E op basis van de verklaring van E.
3. Het vertrouwen moet gerechtvaardigd zijn.
Gevolg: geen beroep op ontbreken van de wil. De rechtshandeling ten opzichte van degene die heeft
vertrouwd overeenkomst met het vertrouwen. Uw vertrouwen overeenkomst met uw wil komt toch een
overeenkomst tot stand. Gerechtvaardigd vertrouwen is belangrijker dan de werkelijke wil. Vertrouwen
ene partij vergelijken met de wil van de handelende partij. Als vertrouwen overeenkomt, is er ook een
overeenkomst.

Wilsvertrouwensleer
De wil van de handelende partij bepaalt de inhoud van een (gerichte) rechtshandeling. Het gaat hierbij
echter niet om zijn werkelijke wil, maar om de wil zoals de wederpartij deze redelijkerwijze mocht
interpreteren op basis van het toedoen van de handelende partij.
- → Inhoud rechtshandeling = gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij over wil handelende partij
op basis van verklaring handelende partij.

Let op: 3:35 BW geldt alleen voor gerichte verklaringen. Rechtshandelingen die als zodanig worden
opgevat door degene die rechtvaardig vertrouwt. Degene die een beroep doet op gerechtvaardigd
vertrouwen dacht dat de verklaring op hem was gericht en mocht dat ook denken. is ook mogelijk dat
anderen kunnen vertrouwen ontlenen. Er kan dan geen beroep gedaan worden op 3:35, maar wel op
3:36 BW. Zie boek voor de gevallen waarin dat van belang is.

Bunde/Erckens – Misverstand
Beide partijen gingen over en weer uit van een andere betekenis. In deze gevallen moet de rechter
beslissen wiens vertrouwen gerechtvaardigd is. Onmogelijk dat beide partijen gerechtvaardigd
vertrouwen op een hele andere betekenis, een van de partijen vertrouwt niet gerechtvaardigd.

HR: dat immers, indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand
vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, het antwoord op de vraag
of al of niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel afhangt van wat beide pp. over en weer
hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in
de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid; (sluit aan bij 3:35,
gaat over gerechtvaardigd vertrouwen, ook gaat het over vertrouwen dat ontstaat door verklaring en
gedraging gaat hier alleen over wat je over een weer mocht vertrouwen, wederzijds toepassing van 3:35
BW).

1. Wat hebben ze redelijkerwijs mogen afleiden.
2. Vertrouwen ontstaan door verklaringen en gedraging.
3. Maar het gaan om wat ze over een weer mochten vertrouwen. Bij meerzijdige
rechtshandelingen kun je 3:35 BW aanpassen. Het gaat erom hoe ze over en weer
gerechtvaardigd vertrouwen → Zie je ook bij Kribbebijter, Haviltex en Bunde/Erckens.

Rechter kan tot verschillende conclusies komen.

Dit arrest wijst ons ook op een derde mogelijkheid, beide partijen vertrouwen niet gerechtvaardigd
waardoor er geen overeenkomst tot stand komt, want wilsgebrek kan niet gerepareerd worden door een
het gerechtvaardigde vertrouwen van een van de partijen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nbmasterstudent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd