Een schematische samenvatting van welke grondrechten we kennen (Grondwet en EVRM) en hoe deze kunnen worden beperkt. Zelf een 8 gehaald op het tentamen in oktober 2020. De stof is volgensmij wel iets aangevuld t.o.v. toen, dus daar zou ik even goed naar kijken.
Week 1: Grondrechten beperkingen en reikwijdte
è Absolute grondrechten kunnen niet beperkt worden, sommige wel tijdens een
noodtoestand;
è Een beperking van een grondrecht moet voldoen aan de clausuleringen in de Gw en
aan die van het EVRM. De rechter moet een dubbele toets uitvoeren. Een beperking
moet voorzienbaar zijn (vereiste van specifieke bepaling kan daaruit worden afgeleid);
è Indien een orgaan handelt binnen de sfeer van het EU dan geldt het Handvest ook.
verschilt niet veel met het EVRM. De nationale rechter mag het Unierecht niet toetsen
aan het Hv, nationale maatregelen mogen wel getoetst worden aan het Handvest.
è Het EHRM meent dat op de kern van een grondrecht ook beperkingen kunnen worden
aangebracht, waar het Handvest daar anders over denkt.
Clausulering art. 8 t/m 11 EVRM
1. Is sprake van een inmenging als bedoeld in art. 8, 9, 10 of 11 EVRM?
• Per grondrecht verschilt wanneer daarvan sprake is, dit komt in de latere
weekschema’s uitgebreid aan bod
2. Is de beperking bij wet voorzien?
• Volgens NL alleen wet in formele zin, EHRM ziet hieronder alle wetgeving in
materiële zin, ongeschreven recht en een bevoegd gegeven bevel.
• EHRM: beperking moet toegankelijk en voorzienbaar zijn.
3. Dient de beperking een legitiem doel?
• Verschilt per artikel, in de artikelen staan de legitieme doelen genoemd
• Leidt niet vaak tot problemen, vaak redelijk ruime uitleg.
4. Is de inmenging noodzakelijk in een democratische samenleving?
• Proportionaliteit:
- EHRM kijkt of de reden voor de beperking relevant and sufficient zijn;
- Ook moet er een pressing social need zijn;
- Het belang moet bij de proportionaliteitstoets worden afgewogen tegen de ernst van
de beperking. Dit is ook afhankelijk van margin of appreciation.
• Noodzakelijk:
- Beperking moet geschikt zijn om het beoogde doel te bereiken;
- Er is geen minder ingrijpende maatregel mogelijk die hetzelfde doel kan bereiken;
- Het belang dat door de maatregel wordt gediend, kan opwegen tegen de beperking
- In een democratische samenleving
- Dit wordt altijd beantwoord door de algemene uitgangspunten in een democratische
samenleving te formuleren.
Politieke verenigingen
• Worden beschermd door art. 3 EP
• Er zijn enkele grenzen aan de vrijheid voor politieke partijen:
a. Gebruik van geweld mag niet;
b. Doeleinden kunnen in strijd komen met uitgangspunten van democratische
samenleving, maar alleen als de verandering die wordt nagestreefd de fundamenten
van de democratie en Conventie aantast.
- Sommige uitlatingen kunnen een grond zijn voor een verbod;
- Partijprogramma kan zorgen voor een verbod, indien dit bijvoorbeeld antisemitisch is.
• Voor beperkingen van uitlatingen in het maatschappelijk debat is weinig ruimte,
andere uitlatingen kunnen ook worden beperkt door art. 10 lid 2 EVRM.
- Pers heeft belangrijke rol, mag zelf vorm berichtgeving bijvoorbeeld kiezen;
, - Politieke gezagsdragers zullen meer moeten dragen dan gewone burgers
Verschillende delegatiemogelijkheden
A. Behoudends een ieders verantwoordelijkheid volgens de wet = enkel de formele
wetgever mag beperkingen stellen.
B. De wet kan regels stellen = delegatie is toegestaan,
Algemene en bijzondere beperkingen
A. Algemene beperkingen: beperkingen die als neveneffect voortvloeien uit regelgeving,
zonder dat die regelgeving gericht is op beperken van een grondrecht.
- Tegenwoordig hanteren we de leer van de redelijke uitleg. De rechter geeft een
redelijke uitleg aan een grondrecht. Hij kijkt of een grondrecht daadwerkelijk wordt
beperkt en of dus aan de clausulering moet worden voldaan. Moet de wet als
beperking worden gezien?
B. Bijzondere beperkingen: maatregelen van de overheid die dienen om een grondrecht te
beperken.
, Week 2: Samenloop, botsing en horizontale werking
è Wat geldt in geval van meerdere grondrechten?
è Direct en indirect AWGB
è Criteria afweging vrijheid van meningsuiting en privacy (Caroline v. Hannover 2)
è Chilling effect
Samenloop bescherming
A. Nederlandse rechter
è Indien meerdere bepalingen iemand beschermen, dan moeten ze allemaal worden
nageleefd. Indien de Gw beschermt en EVRM ook, dan moeten de beperkingen
voldoen aan alle voorwaarden. Hierop is als uitzondering dat als een wetsartikel een
lex specialis vormt, dan niet aan alle clausuleringen hoeft te worden voldaan.
B. EHRM
è Vaak worden meerdere artikelen gekozen voor beroep. Indien iets wordt aangenomen,
hoeft de rest niet meer uitgebreid behandeld te worden.
Direct en indirect onderscheid
è Kan spelen bij een vraag over een situatie tussen werknemer en werkgever, waarbij
iemand mogelijk wordt ontslagen of niet wordt aangenomen vanwege onderscheid.
A. Direct onderscheid: art. 1 lid 1 onderdeel b AWGB.
• Dit is bijna altijd verboden;
• Alleen in geval van een nauwkeurig aangegeven uitzondering, art. 2, 3, 5, 6a en 7
AWGB;
B. Indirect onderscheid: art. 1 lid 1 onderdeel c AWGB, dit mag indien
• Het objectief gerechtvaardigd wordt;
• Door een legitiem doel;
• De middelen passend en noodzakelijk zijn.
Criteria afweging vrijheid van meningsuiting en privacy (Caroline v. Hannover no. 2)
è Dit speelt bij een vraag van botsende grondrechten
1. Gaat het om een onderwerp dat in de publieke belangstelling staat?
2. Hoe bekend is de persoon op de foto’s en wat is het ow?
3. Hoe heeft de persoon zich in het verleden gedragen?
4. De inhoud, vorm en gevolgen van de publicatie
5. De omstandigheden waaronder de foto is gemaakt
Factoren bij oordeelsvorming rechter horizontale werking
è Dit speelt bij een vraag of een grondrecht werkt in een horizontale verhouding, gaat
bij deze vragen specifiek om indirecte horizontale werking – rechter toetst aan
wettelijke voorschriften in het privaatrecht.
1. Is het grondrecht geraakt in de kern?
2. Heeft degene die zich erop beroept, ingestemd met de beperking?
3. Is er een groot machtsverschil tussen beide partijen?
4. Kan de wederpartij zich ook beroepen op een grondrecht?
5. Staat een van beide partijen onder invloed van de overheid?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper demialtena98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.