Samenvatting periode 9 leerjaar 3
Medische kennis
Medische kennis H5 Hormoonsysteem en stofwisseling; alleen
5.7 en 5.8
H6 Spijsverteringsorganen
Geneesmiddelenkennis H8 Maag-darmkanaal
H11 Stofwisseling; alleen Diabetes mellitus
Anatomie H8 Spijsvertering
Inleiding medische kennis H11 Auto-immuunziekten
Eigen spreekuur H9 Veel voorkomende chronische ziekten in de huisartsenpraktijk
9.4 Maagdarmaandoeningen, inleiding
Praktijkscholing
Medische achtergronden H6 Braken H7 Buikpijn bij kinderen
H8 Buikpijn bij volwassenen H9 Diabetes
H10 Diarree H21 Obstipatie
Poliklinieken H2 Polikliniek interne geneeskunde H13 Endoscopie
H14 Beeldvormend onderzoek
Eigen spreekuur H1 Algemene inleiding 1.5 Een eigen spreekuur
1.7 Chronisch ziek, hoe voelt dat? 1.10 Financiële aspecten
H4 Diabetes mellitus
Triagewijzer Diabetes – ontregeld Braken Buikpijn bij kinderen
Buikpijn bij volwassenen Diarree Obstipatie
Drain, sonde, katheter Rectale klachten
Medische kennis + ESEGZ H5.7 en 5.8 + H4 Diabetes type 1 en type 2
,Diabetes is een ziekte van de alvleesklier.
De alvleesklier (pancreas) maakt insuline aan en hormoon glucagon
De alvleesklier geeft insuline en glucagon gelijk af aan het bloed
Diabetes kan worden vastgesteld door meerdere keren nuchtere glucose te prikken die dan
torenhoog is niet die te laag is. – hyperglycemie
Een acute complicatie van een hyperglycemie is een hyperglycemische coma
Een laboratoriumbepaling om te kijken of de gemiddelde glucosewaarde van 2-3 maanden, goed is.
Dat is het HBA1C
Een goede glucosewaarde bij een patiënt zonder
diabetes
Nuchter normaalwaarde: 5,6
Niet nuchter normaalwaarde 7,8
Als het glucosegehalte te lang en te vaak te hoog is dan is dit schadelijk voor de vaatwanden in het
lichaam en gaan de vaatjes en organen kapot.
Koolhydraten worden voor een groot deel omgezet in glucose. In de darmwand worden deze delen
glucose nog kleiner gemaakt en zo kunnen ze worden opgenomen in het bloed.
Glucose is de energie brandstof voor alle cellen = het suiker
Opgeslagen glucose in de lever = glycogeen
Glucagon zorgt ervoor dat het glucose uit de lever opslag gehaald wordt en in het bloed terug
gedaan wordt. Hierdoor stijgt het bloedsuikergehate.
Functie insuline:
Insuline is de sleutel die de cel opent voor glucose
Insuline zorgt er ook voor dat de rest van de glucose die niet nodig is voor de cellen,
worden opgeslagen in de lever en de spieren.
Insuline werkt bloedsuikerverlagend
Hyperglycemie = heel hoog bloedsuikergehalte
Hypoglykemie = te laag bloedsuikergehalte
Renale glucosurie = Glucose in de urine gevonden zonder een verhoogd bloedsuikergehalte.
Vaak een onschuldige aandoening die niet behandeld hoeft te worden.
Gevolgen van te kort of geen insuline, waarbij nog geen DM is gediagnostiseerd
Hyperglycemie
o Duizelig/Moe, doordat de cellen te weinig glucose krijgen.
Nieren kunnen het torenhoge glucosegehalte niet volledig terug opnemen in het lichaam
waardoor je dus glucose uit gaat plassen.
o Glucosurie
o Door het vele plassen krijg je dus ook veel dorst
Acute symptomen/ gevolgen van een tekort aan insuline:
Veel plassen (polyurie)
, Dorst (polydipsie)
Veel drinken
Moeheid
Vaker infecties
o Cystitis, door hoog suikergehalte kunnen bacteriën beter groeien
Afvallen bij een normale eetlust
o Doordat het lichaam geen glucose meer heeft om op te branden, gaat het vet
verbranden.
o Bij hoge en vele vetbranding gaat een patiënt naar aceton uit de mond ruiken.
o Een patiënt kan in een hyperglycemische ketoacidose coma raken doordat de PH-
waarde te laag wordt en cellen niet meer goed kunnen functioneren, de
hersencellen vallen als eerst uit.
Diabetes is een risico factor voor hart en vaatziekten
Ketoacidose, Vet verbranding
(Ketonen komen vrij vanuit het vet) patiënt kan naar aceton uit de mond gaan ruiken.
Dan ben je als patiënt al ver heen en zijn er waarschijnlijk ook al complicaties.
Hyperglycemische ketoacidotische coma moet behandeld worden met insuline + vocht. Omdat de
bloedsuikerspiegel te hoog is en pte al te veel vocht heeft verloren. Insuline krijg je om de
bloedsuikerspiegel weer omlaag te krijgen.
Bij diabetes mellitus type 1 maakt je lichaam opeens geen insuline meer aan en krijg je opeens de
acute symptomen.
Bij diabetes mellitus type 2 maakt je lichaam of te weinig insuline aan of de cellen zijn minder
gevoelig voor insuline.
Dan stapelt er lange tijd een hoog suikergehalte op. Dit gaat lange tijd door, waardoor er
geen acute klachten zijn.
De bloedvaatjes gaan door langere tijd beschadiging als eerst kapot.
Late complicaties van DM:
Afwijkingen van de grote en middelgrote vaten, arteriosclerose van hersen en
kransslagaders, hart en vaatziekten
CVRM
Afwijkingen van de kleinste bloedvaten, slechte wondgenezing, netvliesvlies beschadiging,
nierfunctiestoornis.
Afwijkingen van de zenuwen, impotentie, gevoelsstoornissen in de voeten of chronische
diarree
DM-voet, bloedvaten en zenuwen zijn beschadigd.
Polyneuropathie, zenuwen en bloedvaten zijn beschadigd waardoor er minder gevoel is in
handen en voeten
Retinopathie, netvliesvaatjes beschadigd, hierdoor ga je steeds slechter zien.
Nefropathie, nieren beschadigen door het te hoge glucosegehalte in de nieren wat niet
teruggenomen kan worden, hierdoor is er een slechtere nierfunctie
Vaker infecties!!!, doordat de vaatjes niet goed helen en niet goed het bloed door kan
stromen
Diabetes mellitus type 1
Insulineafhankelijke diabetes = substitutie therapie
, Auto – immuunziekte
Totaal geen insuline aanmaak
Jonge leeftijd
Vaak een acuut ziektebeeld
Behandeling: om de late complicaties te voorkomen
Behandeling Diabetes Mellitus type 1
Parenterale toediening van insuline, wordt subcutaan ingespoten
o Insuline wordt oraal door de maag afgebroken
Behandeling is gericht om op jonge leeftijd de bloedsuikerspiegel goed te reguleren en
voorkomen van de late complicaties.
Glucosewaarde tussen de 4,5 en de 8 mmol/l houden, om de schommeling tegen te gaan.
De schommelingen zijn het slechts voor de vaten.
Verschillende soorten insuline en werkingsduur
Snelwerkende insuline
o Handig rondom het eetmoment, 15 min voor eten
o Snel in het bloed
o (lispro, insuline aspart, insuline glulisine)
Middellang werkende insuline
o (Insulatard)
Langwerkende insuline
o Minder snel in het bloed
o ’s Nachts gebruik
o (Lantus, insuline detimer
Mengsel van lang en kortwerkend (mix)
o Moet icm een constante leef en
eetstijl
Bijwerkingen van subcutaan insuline gebruik
Hypoglykemie
o Door overdosering, te weinig eten
o Ander medicijn gebruik gelijktijdig
o Alcohol
o Door koorts/veel sporten is er meer kans op een hypoglykemie
Gewichtstoename
Beginsymptomen hypo
Hongergevoel
Nervositeit, rusteloosheid
Hartkloppingen
Trillen, zweten en bleekheid
Diabetes mellitus type 2
Relatief te weinig insuline aanmaak
o Overgewicht speelt een rol, doordat er meer cellen zijn die glucose nodig hebben en
de alvleesklier dus niet genoeg insuline aanmaakt voor al deze cellen.
o Afnemende gevoeligheid van de cellen voor insuline. Er is steeds meer insuline nodig
voor hetzelfde effect.