Informatiemanagement IFM
IT (Informatie Technologie) = ICT (Informatie Communicatie Technologie)
Om bij te blijven moet men continu blijven investeren in nieuwe innovatieve technologie, IT
toepassingen en IT kennis
Informatiemanagement: vormt de link tussen business en IT en het is van cruciaal belang voor
bedrijven dat deze twee elkaar goed ondersteunen. Richt zich op de inhoud van de
informatievoorziening (middel en lange termijn)
=proces van het vertalen van data naar bruikbare informatie
Waarom? Business en IT zijn steeds meer met elkaar verbonden, daarom moet er goed interactie
plaats vinden. Daarbij gaat het om de aansluiting tussen de bedrijfsprocessen, de infrastructuur, de
systemen en de uitvoering
Interne informatie: bezettingsgraad, aantal reserveringen >voor booking.com
Externe informatie: concurrenten
Business Information Management: gaat over hoe bedrijven en instellingen er voor kunnen zorgen
dat ze d.m.v. interne en externe informatie hun organisatie zo kunnen sturen dat hun klanten optimaal
bediend worden.
Belangrijkste boodschap: ICT wordt steeds belangrijker binnen bedrijven, bedrijven kunnen niet meer
zonder.
Belangrijkste bedrijven aantal jaar gleden waren banken, olie, Unilever etc.
>>>maar nu Google, Facebook, Amazon, Tesla etc. en dat zijn eigenlijk allemaal ICT bedrijven.
Tijdens corona doen de IT bedrijven het ook heel goed.
IT – Informatie Technologie: het geheel aan technische middelen dat gebruikt wordt om de
informatievoorzieningen te verzorgen. Een goede werking van de IT is een belangrijke
randvoorwaarde voor informatiemanagement. (de techniek, kabels, stekkers, moet stroom op staan
om te werken)
ICT – Informatie Communicatie Technologie: gelijk aan IT
IS – Informatiesystemen = worden door organisaties gebruikt voor de uitvoering of ondersteuning
van informatie verwerkende procedures die het bedrijfsproces of een deel daarvan ondersteunen.
(Kan geautomatiseerd worden of niet, kan ook combi)
De mensen, procedure, gegevens, gegevensdragers, software en hardware die informatie produceren
om de doelen van een (deel van een) organisatie te vervullen. Als je iets wil doen op een computer
dan heb je een systeem nodig, in dit systeem worden processen/gegevens vastgelegd in de vorm van
data.
Bank-app: zie je alle transacties die je hebt gedaan, allemaal transacties die vast liggen in de
database van de bank. Bank geeft ook mogelijkheid om informatie te vinden, rapporten zijn dat maar
dat zijn managementsystemen
Een informatie systeem op applicatie: de digitale gegevensdragers, gegevensverzamelingen en
gegevensverwerking die een organisatie gebruikt voor de uitvoering of ondersteuning van informatie
verwerkende procedures (wat je doet ligt vast in een database)
, Soorten informatie systemen:
Executive Support Systems (ESS): is software waarmee gebruikers bedrijfsgegeven om kunnen
zetten in snel toegankelijke rapporten op directieniveau (facturering, boekhoudkundig,
personeelsafdeling). ESS verbetert de besluitvorming voor leidinggevende.
Management Information Systems (MIS): informatiesysteem dat wordt gebruikt bij besluitvormingen,
voor coördinatie, controle, analyse en visualisatie van informatie in een organisatie.
Decision Support Systems (DSS): een computergestuurde technologische ondersteuning bij het
nemen van beslissingen bij het oplossen van complexe problemen maar bijv. ook bij manager die niet-
routine beslissingen moeten maken (vooral gebruikt bij het middenmanagement en de help desk).
Transaction Processing Systems (TPS): een softwaresysteem dat transactieverwerking ondersteunt
(waarbij je betaald en levert etc.). Dus als je iets besteld zorgt het systeem ervoor dat jij het product
krijgt en het bedrijf het geld.
Office Automation Systems (OAS): computer gebaseerde informatiesystemen die elektronische
berichten, documenten en ander vormen van communicatie verzamelt, verwerkt, opslaat en verzendt.
Deze systemen kunnen de productiviteit verhogen. (mail, agenda)
Knowledge Work Systems (KWS): een computertoepassing die is
ontworpen om te helpen bij het vastleggen en organiseren van
informatie, efficiënter en effectiever voor de gebruiker (bijv.
Blackboard).
Docenten in blauwe gebied, transacties doen ze door presto wie er
aanwezig is en cijfers invoeren van tentamens. Levert transacties.
Groen: managers, interessant voor hem om te weten hoeveel
studenten er in de les zitten bijv. maar bijv ook hoeveel bezoeken de
lessen en wat voor cijfers waren daar.
Techniek maakt het mogelijk om systemen te laten werken waardoor bedrijven beter functioneren en
meer informatie hebben. Via tablets bij KLM krijgt iedere werknemer precies te zien wat voor hem van
belang is, in andere organisaties wordt dit ook gebruikt.
Scheduling: zorgen dat alles op het juiste moment op de juiste plek is
Analyse kant: gewerkt met allemaal informatie systemen die informatie geven over het proces
Data naar informatie: bijna alle organisaties worden tegenwoordig ondersteund door IT, hierdoor zijn
er steeds meer gegevens (data) beschikbaar
>>>Informatiemanagement = ervoor zorgen dat uit al deze data wordt
omgezet naar betekenisvolle info
3 niveau’s:
Data: vastgelegd als je een proces uitvoer. Naakte cijfers/feiten en processen, nog geen betekenis
—> Ordenen, analyseren, context bieden
Informatie: hoe je het interpreteert en bekijkt. Geordende feiten krijgen betekenis
—> Betekenis geven, begrip creëren, ervaring toevoegen
Kennis: door ervaringen en kennis op te doen heb je kennis over een bepaald onderwerp zonder dat
je op dat moment nog info moet opdoen. Wat in de hoofden van mensen zit.
>>>Brei van data ga je context aan geven, een betekenis.
Wanneer is data informatie: op het moment dat de feiten betekenis hebben gekregen, door de data
te ordenen, te analyseren en in een context te presenteren. Ze willen alleen de info waar ze iets mee
kunnen.
Kan op verschillende manieren worden gepresenteerd, managers zien bijv. graag tabellen en
grafieken en niet losse cijfers. Zorgen dat het makkelijk af te lezen is