Overzichtelijke samenvatting die de kern van het vak goed weergeeft, bepaalde details zijn weggelaten. Ideale aanvulling bij de voorbereiding van je tentamen, ikzelf heb een 8,3 gehaald.
Week 1: BEGINSELEN STRAFRECHT
Strafrecht:
De overheid heeft het strafmonopolie, verdachten moeten verantwoording afleggen aan de overheid
namens de samenleving. Strafrecht dient als ultimum remedium (laatste redmiddel).
Doelen:
1. Vergelding = Daders straffen voor hun daden.
2. Generale preventie = Gericht op samenleving/slachtoffer: geen eigenrichting.
3. Speciale preventie = Gericht op de dader: recidivist voorkomen.
4. Incapacitatie = Opsluiten, personen gevaar voor samenleving.
Beginselen:
- Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr) = Strafvordering mag alleen plaatsvinden op grond van een
formele wet.
- Habeas Corpus beginsel = Verbiedt overheid om willekeuring mensen op te pakken.
- Eerlijk proces beginsel = Strafvordering alleen op wijze bij de wet voorzien.
- Ultimum remedium = Dient slecht als het laatste redmiddel.
- Gelijkheidsbeginsel = Gelijke gevallen, gelijk beoordelen.
Formeel en materieel:
- Formeel = Bepaalt de regels en procedures van het strafproces. Verzekert een
juiste toepassing van het materiële strafrecht.
Grootste bron: Wetboek van Strafvordering (Sv)
- Materieel = Bepaalt welke gedragingen onder welke omstandigheden strafbaar zijn,
welke personen daarvoor kunnen worden gestraft en de maximaal op te
leggen sanctie door de rechter.
Grootste bron: Wetboek van Strafrecht (Sr)
Stafbepaling:
Alles strafbepalingen hebben dezelfde componenten:
1. Delictsomschrijving
Beschrijving van de strafbare gedraging etc. (Rood)
2. Kwalificatie
De betekenis/Omvattende woord van de delictsomschrijving. (Paars)
3. Strafbedreiging/Sanctie
De sanctie die de rechter kan opleggen voor de strafbepaling. (Groen)
Voorbeeld:
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
,Strafbaar feit:
Menselijke gedraging die binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving valt, die ook
wederrechtelijk en verwijtbaar is. Dit vormt ook het materiële deel van het beslissingsmodel.
Componenten:
1. Menselijke gedraging
- Actief handelen en nalaten.
- Menselijke gedraging wordt opgenomen in de tenlastelegging.
- De gedraging moet worden bewezen.
2. Wettelijke delictsomschrijving
- Gedrag is pas strafbaar als het in een wettelijke strafbepaling terug te vinden is. (Art. 1 Sr.)
- Rechter moet bepalen of bewezenverklaarde aan alle bestandsdelen van DO voldoet.
3. Wederrechtelijk
- Een van de kernwaarden van strafrechtelijke aansprakelijkheid.
- Gedrag dat afkeuring verdient, dat in strijd is met geschreven of ongeschreven rechtsregels.
- Als er sprake is van een rechtvaardigheidsgrond, dan wordt de wederrechtelijkheid ontnomen.
- De gedraging is dan niet in strijd met het recht. Bijv. Noodweer art. 41 Sr.
4. Verwijtbaar
- Had de verdachte anders kunnen en moeten handelen.
- Als er sprake is van een schulduitsluitingsgrond, dan wordt de verwijtbaarheid ontnomen. De
gedraging kan je niet verweten worden. Bijv. Ontoerekeningsvatbaarheid art. 39 Sr.
Belangrijk: Als één van de componenten van een strafbaar feit wegvalt, dan is er geen strafbaar feit.
Bestanddelen van elementen:
Bestandsdelen van de DO moeten worden bewezen, de elementen (wederrechtelijkheid en
verwijtbaarheid) niet. Soms kan een element als bestandsdeel voorkomen, dan moet het wel bewezen
worden.
Rechterlijk beslissingsmodel: (Art. 348 jo. 350 Sv)
De rechter zal, voordat hij een uitspraak doet, het beslissingsschema doorlopen:
1. Formele vragen
1. Is de dagvaarding geldig?
2. Is de rechter bevoegd?
3. Is de OvJ ontvankelijk?
4. Zijn er redenen voor schorsing der vervolging?
2. Materiële vragen
1. Is het een menselijke gedraging? (Kan tenlastelegging bewezen worden?) MG
2. Valt deze gedraging onder een wettelijke delictsomschrijving? DO
3. Is deze gedraging wederrechtelijk? (Is feit strafbaar?) W
4. Valt deze gedraging de verdachte te verwijten? (Is verdachte strafbaar?) V
- Als de materiële MG-vraag niet kan worden bewezen = Vrijspraak
- Als de 1 van de 3 overige vragen ontkennend beantwoord wordt = OVAR
- Als alle 8 vragen positief worden beantwoord = Veroordeling art. 351 Sv.
- Als 1 van de 4 formele vragen negatief beantwoord wordt = Rechtsgevolg art. 349 Sv
, Geldigheid dagvaarding:
1. Interne Eisen: Opgave feit, tijd, plaats en strafbepaling. Art. 261 Sv
2. Externe eisen: geldige betekening. Art. 586 Sv
Bevoegdheid rechter:
1. Absolute competentie = waar in welke plaats? Art. 2-6 Sv
2. Relatieve competentie = welk gerecht is bevoegd? Wet RO
Ontvankelijkheid OvJ:
Was er sprake van een vervolgingsbeletsel? Zoals minderjarige verdachte of verjaring etc.
Reden tot schorsing der vervolging:
Is het wel zinvol om een procedure te voeren, bijv. verdachte met erge geestelijke stoornis.
Grammaticaal = Naar de letter van de wet, wat staat er letterlijk.
Teleologisch = Wat is doel/strekking van de bepaling?
Rechtshistorisch = Met beroep op de algehele rechtsgeschiedenis.
Wetshistorisch = Wat bedoelde de wetgever destijds rond totstandkoming?
Systematisch = Hoe moet de bepaling begrepen worden in het kader van het
wettelijk systeem en in relatie tot verwante bepalingen?
Rechtsvindingmodel:
Onderstaand model toepassen bij de beantwoording van tentamenvragen. Gebruik eventueel het
kladblaadje om schematische tekening te maken met voorwaarden en rechtsgevolg.
1. Stap 1
Wat is de rechtsvraag?
2. Stap 2
Welke rechtsregels zijn benodigd voor beantwoording van de rechtsvraag? Opties:
Wetgeving
Jurisprudentie
Verdragen
Literatuur
3. Stap 3
Hoe moeten deze rechtsregels worden toegepast op de feiten van de casus?
4. Stap 4
Afsluitende zin die antwoord geeft op de rechtsvraag.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper BrammieDijkstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.