Samenvatting Governance
Hoe wordt Nederland bestuurd?
Nederland is een parlementaire democratie. Dit betekent dat het volk vertegenwoordigers kiest
voor in het parlement.
We hebben een landelijke overheid, maar ook iedere provincie en gemeente heeft zijn eigen bestuur.
De inwoners van een gemeente mogen stemmen op de gemeenteraad. De gemeenteraad neemt de
beslissingen die in de gemeente uitgevoerd moeten worden. Wethouders voeren de besluiten van de
gemeenteraad uit. De gemeenteraad beslist
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en van het college van wethouders.
De provinciale staten vertegenwoordigen de burgers in de provincie. De provinciale staten nemen de
beslissingen in de provincie. De gedeputeerde staten en de commissaris van de Koning zorgen dat
de besluiten worden uitgevoerd.
In Den Haag zit het landelijk bestuur van Nederland. De ministers en staatssecretarissen vormen
samen het kabinet. Het kabinet bedenkt de plannen voor het land.
Voordat deze plannen uitgevoerd mogen worden, moeten de tweede en eerste kamer er mee
instemmen
De tweede kamer wordt gekozen door de burgers. De eerste kamer wordt gekozen door de
provinciale staten
Als de wetten zijn goedgekeurd door de eerste en tweede kamer, dan zorgen de ministers voor de
uitvoering.
We hebben ook volksvertegenwoordiging en bestuur in de Europese Unie. Nederland moet zich ook
houden aan de regels die hier gemaakt worden.
Sheets week 2
Openbaar bestuur
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit betekent dat het bestuur in Nederland is
verdeeld in meerdere bestuurslagen. Deze bestuurslagen zijn de Nederlandse overheid (het Rijk), de
provincie, de gemeente en de waterschappen.
Binnen de gedecentraliseerde eenheidsstaat, zijn er diverse bestuursvormen mogelijk:
1. De eerste is het complementair bestuur. De diverse bestuursvormen vullen elkaar dan aan. Zo
werken de provincie en de gemeente bijvoorbeeld samen bij de aanpak van georganiseerde
criminaliteit. De verschillende bestuursvormen werken dus samen
2. Een andere bestuursvorm is autonomie. Dit betekent dat de gemeente zijn eigen regels mag
opstellen, zolang dit binnen de kaders van de provincie past. Een voorbeeld is het parkeerbeleid er
zijn landelijke en provinciale kaders gesteld omtrent het parkeren van voertuigen. Elke gemeente
mag echter zelf bepalen, hoe zij het parkeerbeleid binnen deze kaders invult. De provincie en het Rijk
geven toestemming aan de gemeente om dit beleid zelf op te stellen en uit te voeren.
3. De derde bestuursvorm is medebewind. Dit betekent dat de provincie of de gemeente taken
uitvoert namens een hogere overheid. Een voorbeeld hiervan is de Wet Maatschappelijke
,Ondersteuning. Deze wet is vastgelegd op landelijk niveau, maar de provincies voeren dit beleid
namens het Rijk uit.
Beleid
Beleidskunde: De wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de inhoud, processen en
effecten van beleid in hun politieke en maatschappelijke omgeving
Beleidskunde: een wetenschap die zich bezighoudt met alles omtrent het opstellen en het
uitvoeren van beleid. Zo wordt er gekeken op welke manier beleid zou moeten worden opgesteld,
welke actoren betrokken zijn en welke gevolgen het uitvoeren van het beleid heeft, voor zowel de
burger als de politiek
Beleid: Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en
bepaalde tijdskeuzen
Beleid: een strategie om bepaalde doelen te bereiken. Het doel wordt dan behaald middels het
volgen van diverse stappen (de beleidscyclus) en het inzetten van verschillende middelen (de
beleidsinstrumenten)
Een voorbeeld van beleid is de aanpak van hangjongeren, of het invoeren van subsidies voor
studentenactiviteiten
Overheidsbeleid moet…
Beleid dat wordt opgesteld door de overheid, moet voldoen aan een aantal eisen:
• Juridisch in orde zijn (legaal, voldoen aan de wet)
• Democratisch tot stand zijn gekomen (de meerderheid moet ervoor gekozen hebben)
• Een politiek draagvlak hebben
• Geaccepteerd worden door de samenleving
• Ethisch verantwoord zijn
• Doeltreffend en doelmatig zijn (worden ingezet waarvoor het bedoeld is)
al deze eisen zijn van belang om overheidsbeleid te kunnen laten slagen. Voldoet het
overheidsbeleid niet aan deze eisen, dan is de kans groot dat het overheidsbeleid geen zin heeft en
dat het probleem niet wordt opgelost
Wie maken beleid?
• Overheden
• Scholen
• Instellingen
• Politie
• Brandweer
Iedereen
Eigenlijk maakt iedereen beleid. Je kiest er elke ochtend voor om naar Saxion te gaan, lessen te
volgen, en met welke vervoersmiddelen je gaat. Alle keuzes die je maakt zijn een vorm van beleid.
, Beleid wordt daarom ook gezien als een strategie, om je doelen te bereiken. Met het maken van
bepaalde keuzes, kies je een strategie, en maak je dus beleid. Alles waarvoor je een keuze maakt om
een doel te bereiken, kan worden gezien als beleid
Maatschappelijk probleem
Beleid is een antwoord op een probleem. Maar niet ieder probleem is op te lossen door middel van
beleid.
Alleen maatschappelijke problemen zijn vatbaar voor beleid.
Maatschappelijk probleem: een verschil tussen een maatstaf en een voorstelling van een bestaande
of verwachte situatie.
het gaat er dus om dat jouw verwachtingspatroon niet gelijk is aan hetgeen dat je nu ziet.
Een voorbeeld is een gemeenteambtenaar die beleid schrijft om de overlast omtrent hangjongeren
aan te pakken. De huidige situatie is dat er veel jongeren rondhangen op een plein en overlast
veroorzaken. De verwachte situatie is dat deze jongeren ergens anders gaan rondhangen waar ze
geen overlast veroorzaken, zodat het probleem is opgelost. het verschil tussen de huidige situatie
en de verwachte situatie is het verschil tussen het hangen van de jongeren, of het weg gaan van de
jongeren, en kan worden opgelost met beleid
Kanttekeningen:
1. Problemen zijn subjectief bepaald (een probleem is voor iedereen anders, niet iedereens
problemen zijn gelijk)
2. Problemen zijn dynamisch (problemen hoeven niet op elk moment voor te komen, ze
kunnen dus wisselen in prioriteit bijv. zwartepietendiscussie)
Om van een maatschappelijk probleem een beleidsprobleem te maken, spelen een aantal factoren
een rol. Zo moet duidelijk zijn wat de huidige situatie is, en wat de verwachte situatie moet zijn.
de visie hierop van beleidsmakers speelt een belangrijke rol: als de beleidsmakers het probleem
niet zien, of het niet belangrijk vinden, dan komt er geen beleid.
Bovendien moeten de stakeholders het eens zijn met het beleid. Deze stakeholders zijn vaak de
politiek, de burgers en de media.
het probleem moet dan erkent worden, en er moet voldoende draagvlak zijn om het beleid uit te
voeren
Om van een maatschappelijk probleem een beleidsprobleem te maken, moet dus kort gezegd,
duidelijk zijn wat het probleem is en wat de doelen zijn. Pas dan kan er een eventueel beleid worden
gemaakt
Politieke kringloop
Het vormen van beleid gaat via de politieke kringloop.
1. Allereerst moet er een duidelijk probleem zijn, en er moet steun zijn vanuit de politiek en de
burgers om het beleid op te stellen.
2. Vervolgens wordt het probleem omgezet in beleid, en wordt dit ondersteund door
beleidsinstrumenten. Beleidsinstrumenten kunnen bijvoorbeeld regels of straffen zijn, maar ook
beloningen