Samenvatting Anatomie, Fysiologie & Pathologie
Opleidingsperiode 2, OVK2TKKO02
College: Gerontologie & Geriatrie
Inleiding gerontologie en geriatrie
Gerontologie: is de studie die zich bezighoudt met de normale veroudering en de gevolgen daarbij.
Het kan dan gaan om verouderingstheorieën, afname van functies/organenstelsels en de normale
psychosociale veranderingen.
Waarom worden mensen ouder en hoe werkt dat? Een theorie is dat endogene factoren (erfelijke
factoren/genen) en exogene factoren (leefstijl/omgeving) kunnen lijden tot het sneller optreden van
veroudering. De levensverwachting van de mens neemt steeds meer toe.
Geriatrie: geneeskunde gericht op ziekten die samenhangen met veroudering. Bij ouderen waarbij
vaak Multi pathologie voorkomt die complex is.
Welke aandachtspunten zijn er bij geriatrische patiënten? Ze zijn meestal oud, maar lang niet alle
oudere zijn geriatrische patiënten.
De aandachtspunten beginnen bij de anamnese, vaak zie je dat de symptomen niet duidelijk
worden gepresenteerd, dat er sprake is van een vage formulering (door angst, cognitieve
achteruitgang of depressie).
Wat ook vaak voorkomt is dat de oudere het toeschrijft aan de normale veroudering; ‘het
hoort erbij’.
Het kan zijn bij ouderen de symptomen anders kunnen zijn, hierbij hoort symptoom
verarming (vb. pneumonie zonder koorts/uitdroging zonder dorst)
Multi pathologie, hierbij moet je prioriteit stellen in de behandeling
Somato-psycho-sociale verwevenheid, waarbij lichamelijke, psychische als sociale factoren
op de symptomen van invloed kunnen zijn.
Functionele veroudering: in het algemeen neemt het prestatievermogen van het lichaam af. Het
totale prestatievermogen wordt ook wel de vita maxima genoemd en is afhankelijk van de diverse
orgaansystemen
Afname prestatievermogen organen
Afname belastbaarheid
Stofwisseling daalt
Homeostase moeilijker te handhaven, bijvoorbeeld lichaamstemperatuur
Immuunsysteem?
24-uurs ritmiek verandert, slaappatroon het dag-nacht ritme veranderd, men wordt meer
een ochtendmens en heeft neiging om overdag dutjes te doen. Het wordt moeilijk om je
ritme nog aan te passen.
Seksuologische veranderingen
Gezondheidsproblemen bij ouderen:
Bij ouderen is er vaak vermindering van functie-reserve, waardoor eerder ontregeling (lichamelijk,
psychisch en sociaal)
,De 5 I’s:
Immobiliteit: door spieratrofie, verminderde zintuigfunctie/evenwicht/functie van zenuwen.
Dit leidt vaak tot vermindering van reflexen en vergrote kans om te vallen. Ook kan dit door
voorgeschreven medicijnen met bijwerken, als sneller vallen
Instabiliteit: door spieratrofie, verminderde zintuigfunctie/evenwicht/functie van zenuwen.
Dit leidt vaak tot vermindering van reflexen en vergrote kans om te vallen. Ook kan dit door
voorgeschreven medicijnen met bijwerken, als sneller vallen
Incontinentie
Intellectuele achteruitgang
Iatrogene nevenwerkingen van medicijnen
In dit kader past ook de term geriatrische reus, het gaat dan om aandoeningen die de
gezondheid in ernstige frequentie het meest bedreigen.
Bedreigende factoren:
Immobiliteit en bedlegerigheid (o.a. decubitus, cardiovasculair *, obstipatie, mictieproblemen,
sensore deprivatie)
Slechte voeding, dehydratie, gewichtsverlies
Roken, alcohol en overgewicht
Ongevallen
Onderkoeling
Eenzaamheid!
Gebrekkige alarmering
, Belangrijkste afwijking bij ouderen:
1. Gevolgen van arteriosclerose: coronair lijden, hartfalen, perifere arteriële
insufficiëntie, CVA
2. Artrose van de wervelkolom, heupen en knieën met pijn, slechte mobiliteit, daardoor
spierzwakte en afhankelijkheid.
3. 3.Osteoporose, vooral bij vrouwen, met verhoogde kans op fracturen, rugpijn en soms
verminderde longfunctie door ingezakte wervels met verkorting van de thorax.
4. Glucose-intolerantie/DM type 2 zie ook thema II
5. COPD
6. Infecties van luchtwegen of urinewegen
7. Afwijkingen van het maag-darmkanaal
8. Slechte visus en gehoor (sociale handicap!)
9. Neurologische aandoeningen: CVA, ziekte van Parkinson, polyneuropathie,
evenwichtsstoornissen, VALLEN
10. Delier, dementie en depressie
Geneesmiddelen bij ouderen:
Ouderen zijn meestal gevoeliger voor medicijnen, dit komt door:
-gevoeliger receptoren & het aantal receptoren is veranderd
-veranderde verhouding spieren/water/vet
-geringere eiwitbinding
-afname nierfunctie & leverfunctie
-meerdere medicijnen tegelijk interacties, bijwerkingen, onjuist gebruik
Geneesmiddelen bij ouderen:
Stellen van prioriteiten, niet alle klachten medicamenteus behandelen indien toch geneesmiddelen:
Goede coördinatie verschillende artsen (HA)
Zo min mogelijk
Zo kort mogelijk
Doseringsschema simpel, goede instructie
Gemakkelijk toe te dienen
“Pillendoos”, evt. Naaste familie inschakelen
Effecten evalueren!
Klinisch redeneren bij ouderen, H8a Dementie (h17)
§ 8a.1 Inleiding
Dementie is een syndroom ook wel een hersenaandoening met cognitieve stoornissen, waarbij een
complex aan symptomen (met verschillende grondslagen) van invloed kunnen zijn. Klinisch relevante
kenmerkende (neuro)cognitieve stoornissen van een dementiesyndroom zijn;
-Geheugen -Uitvoerend vermogen
-Oriëntatie/herkenning - Aandacht/concentratie/verwerkingssnelheid
-Taal/handeling -Visueel-ruimtelijke en constructieve vermogens
Soorten dementie: Alzheimer (2/3), vasculaire dementie, fronto-temporale dementie en dementie
met lewylichaampjes (eiwitten die zich in hersencellen ophopen). Daarnaast zijn er nog veel andere
somatische aandoeningen die met dementie gepaard kunnen gaan, zoals traumatisch hersenletsel,
hiv-infectie, prionziekte, Parkinson en Huntington. In 2013 is de nieuwe DSM-5 gekomen hierin
spreek je niet meer van dementie maar neurocognitieve stoornis. Dat wil zeggen dat uitval van