MK Cardiologie Leerdoelen
Cardiologie leerdoelen Bijeenkomst 1
1. de fysiologie van het prikkel- en geleidingssysteem van het hart beschrijven
Hartcontracties worden gecoördineerd door het geleidingssysteem van het hart, een
netwerk van gespecialiseerde hartcellen die elektrische impulsen opwekken en geleiden.
Onderdelen van het geleidingssysteem:
Sinusknoop = Sino-atriale knoop = SA-knoop. De SA-knoop bevindt zich in de wand
van de rechterboezem.
Internodale banen (dit zijn banen die van de SA-knoop naar de AV-knoop lopen
Atrioventriculaire knoop = AV-knoop
Bundel van His
Bundeltakken
Purkinjevezels
Het geleidingssysteem:
STAP 1:
Elke hartslag begint met een elektrische prikkel die spontaan ontstaat in de sinusknoop. Er is
activiteit in de SA-knoop en activering van atriums beginnen. De SA-knoop bevindt zich in de
wand van de rechterboezem/ -atrium. Het wordt ook wel de natuurlijk ‘gangmaker’ of
‘pacemaker’ van het hart genoemd. De SA-knoop geeft 70-100 keer per minuut een prikkel
af.
STAP2:
Vanuit de SA-knoop verspreid de prikkel zich door de wand van de linker- en rechterboezem
en bereikt de AV-knoop.
STAP 3:
Bij de AV-knoop komen de prikkels aan, hier worden de prikkels vertraagd. De contractie van
de atriums beginnen. De AV-knoop bevindt zich in de bodem van het rechteratrium nabij de
uitmonding van de coronaire sinus.
Bij deze stap wordt het bloed vanuit de boezems in de hartkamers gepompt.
,STAP 4:
De prikkels worden van de AV-knoop voorgeleidt naar de bundel van His. Deze splits zich in
een rechter- en linker- bundel naar de Purkinjevezels.
STAP 5:
De prikkel wordt door Purkinjevezels geleidt en door het hele myocardium
(=hartspieweefsel) van de kamers doorgegeven. Als de prikkel door de vezels omhoogloopt,
trekken de hartkamers zich samen. De contractie van de atria is voltooid en de contractie
van de ventrikels begint.
Bij deze stap wordt het bloed vanuit de kamers de aorta en Truncus Pulmonalis
(longslagader) ingepompt.
De SA-knoop is autonoom en prikkelt alleen beide atria. Op 1 klein plekje na, de AV-knoop.
2. De prikkelvorming- en geleiding van het hart beschrijven
In tegenstelling tot skeletspierweefsel, trekt hartspierweefsel autonoom samen, zonder
prikkeling door het zenuw- of hormoonstelsel.
In het normale activiteitenpatroon van het hart verloopt elke contractie volgens een
nauwkeurig patroon: eerst trekken de atria samen, gevolgd door de ventrikels.
Hartcontracties worden gecoördineerd door het geleidingssysteem van het hart, = een
netwerk van gespecialiseerde hartspiercellen die elektrische impulsen opwekken en
geleiden. Het netwerk bestaat uit 2 typen hartspiercellen die zich hier samentrekken:
1. Nodale cellen die de snelheid van de hartcontracties bepalen en die zich in de SA-
knoop en AV-knoop bevinden.
2. Geleidende cellen die de prikkel tot samentrekking naar het volledige
myocardium (=hartspierweefsel) voorgeleiden.
De geleidende cellen van de ventrikels zijn de cellen van de AV-bundel, de
bundeltakken en Purkinjevezels.
,De nodale cellen zijn ongewoon doordat hun plasmamembranen spontaan depolariseren en
op regelmatige tijdstippen actiepotentialen genereren. De nodale cellen zijn elektrisch
gekoppeld met elkaar, met geleidende cellen en met hartspiercellen.
Wanneer in een nodale cel actiepotentiaal wordt gegenereerd, wordt deze vervolgens door
het geleidingssysteem voorgeleid, bereikt alle hartspiercellen en veroorzaakt een
gecoördineerde contractie. Op deze wijze bepalen de nodale cellen de hartslagfrequentie.
Niet alle nodale cellen depolariseren in hetzelfde tempo en de normale contractiesnelheid
wordt vastgesteld door gangmakercellen (pacemakercellen), de nodale cellen waarin de
drempelwaarde het eerst wordt bereikt.
Deze gangmakercellen bevinden zich in de SA-knoop, of gangmaker van het hart een
weefselmassa die in de dorsale wand van het rechteratrium bij de uitmonding van de v. cava
superoir is ingebed.
Gangmakercellen depolariseren snel en spontaan. En generen zeventig tot tachtig
actiepotentialen per minuut. Dit resulteert in een hartslagfrequentie van 70 tot 80 slagen
per minuut.
Nadat de prikkel voor een contractie bij de SA-knoop is gegenereerd, moet deze worden
voorgeleid zodat:
1. De atria tegelijkertijd samentrekken, voorafgaand aan de ventrikels.
2. De ventrikels zich tegelijkertijd samentrekken, in een golf die bij de apex begint en
zich in de richting van de basis verspreidt.
Als de ventrikels zich op deze wijze samentrekken, wordt bloed vanuit de basis van het hart
naar de aorta en de a. pulmonalis gestuwd.
De cellen van de SA-knoop zijn elektrisch verbonden met die van de grotere AV-knoop via
geleidende cellen in de atriumwanden. Hoewel de nodale cellen van de AV-knoop ook
spontaan depolariseren, genereren ze slecht 40 tot 60 actiepotentialen per minuut.
Voordat een AV-cel zich spontaan tot aan de drempelwaarde depolariseert, wordt deze
onder normale omstandigheden gestimuleerd door een actiepotentiaal die door de SA-
knoop is gegenereerd.
Als de AV-knoop deze actiepotentiaal echter niet ontvangt, neemt deze de
gangmakerfunctie van het hart over en stelt een hartslagfrequentie van 40 tot 60 slagen per
minuut in.
3. De oorsprong van het ECG beschrijven
De elektrische gebeurtenissen die in het hart plaatsvinden, zijn zo krachtig dat ze door
elektroden op het lichaamsoppervlak kunnen worden gedetecteerd. Een registratie van deze
gebeurtenissen wordt een elektrocardiogram of ECG genoemd.
Telkens wanneer het hart slaat: verspreidt een depolarisatiegolf zich over de atria, bereikt de
AV-knoop en verplaatst zich langs het interventriculaire septum omlaag naar de apex, keert
zich dan om en verspreidt zich door het spierweefsel van de ventrikels in de richting van de
basis.
, De belangrijkste kenmerken van een ECG zijn:
P-golf een kleine P-golf gaat gepaard met depolarisatie van de atria. De impulsen
verspreid zich over de atria. De atria beginnen ongeveer 100msec na het begin van P-
golf samen te trekken = ontlading/ samentrekken van de atria/boezems
QRS-complex een QRS-complex ontstaat als de ventrikels depolariseren. Dit
gedeelte van het elektrische signaal is relatief sterk, doordat de spiermassa in de
ventrikels veel groter is dan die in de atria. Kort na de piek van de R-golf beginnen de
ventrikels zich samen te trekken
T-golf een kleinere T-golf wijst op een repolarisatie van de ventrikels. De
repolarisatie van de atria is niet zichtbaar, omdat dit gebeurt terwijl de ventrikels zich
depolariseren en de elektrische gebeurtenissen in de atria door het QRS-complex
worden gemaskeerd. = herstel/rust van de ventrikels.
Een kleiner elektrisch signaal dan normaal kan betekenen dat de hartspier in gewicht is
afgenomen, terwijl een buitensporige depolarisatie kan betekenen dat de hartspier is
vergroot.
Het ECG-papier heeft een raster verdeling:
De standaardsnelheid van het papier is 25mm/sec
Grote hokjes zijn 5 mm breed = 0,20 seconde.
Kleine hokjes zijn 1 mm breed = 0,04 seconde.
Een normaal sinusritme
Een P-top gaat vooraf aan het QRS-complex.
Op iedere P-top volgt een QRS-complex.
Het ritme is regelmatig, maar varieert licht met de ademhaling.
De frequentie ligt tussen de 60 en 100 per minuut.
4. De hartcyclus beschrijven
Systole = fase waarin (onder invloed van elektrische prikkels) de wanden van de hartkamers
(=ventrikels) zich samentrekken en bloed in de bloedsomloop wordt gebracht
OF
De hartafdeling (boezem/arterie) stuwt bloed in een aangrenzende hartafdeling
(kamer/ventrikel)