Waarom moeten managers kennis hebben van business research? Managerial decisions gebaseerd
op ‘goed’ onderzoek, zijn effectiever. Beslissingen nav hunches, intiuitie en ervaring zijn vaak een
slechtere beslissingen. Verder moeten managers kennis hebben van business research om:
1. To be able to perform business research (yourself);
2. To be able to steer business research; (sturen tussen eigen en extern onderzoek);
3. To be able to evaluate business research (good from bad).
Managers with knowledge about research have an advantage over those without. For
knowledgeable managers, research need not to be intimidating. Business research is diverse and can
be cheap or expensive. Ook voor kleinere beslissingen wordt er (eigen) business research uitgevoerd.
Er is niet één beste manier (‘een absolute truth’) for researching a business problem.
The hallmarks of good business research:
1. Purposiveness: Het kennen van de ‘waarom’ van je onderzoek.
2. Rigor: het zorgen voor een goede theoretische basis en een goed methodologisch ontwerp. Lack of
rigor kan voorkomen als:
- onzorgvuldige conclusies vanwege de basering op slechts een klein aantal respondenten
wiens mening niet representatief is voor de populatie;
- manier van vragen stellen en framing kunnen hebben geleid tot bias of incorrectness of the
responses.
- belangrijke invloeden konden niet worden achterhaald door de interviewer (de
onderzoeker). “Which the respondents could not verbalize during the interview”.
3. Objectivity: conclusies trekken nav feiten.
4. Parsimony: simplicity. Shave away unnecessary details and explain a lot with a little.
5. Replicability: Finding the same results if the research is repeated in similar circumstances.
6. Generalizability: able to apply the findings in a wide variety of different settings.
Fundamental vs applied research
Applied research is voor het oplossen van een huidige probleem van een manager bij een specifiek
bedrijf. Dit komt vanuit het bedrijf zelf. Fundamental research is bedoeld voor het genereren van
nieuwe kennis over hoe problemen voorkomen in bedrijven en hoe deze kunnen worden opgelost.
Dit komt vanuit universiteiten en kennis instituties.
The seven-step research process
Deductive is van theorie naar data (testing theory)
Inductive is van data naar theorie (building theory).
,College 2
What defines a good business problem? (Stap 1)
Wanneer komt een business problem voor:
Een good business problem komt voor als het
mogelijk is (feasibility) en belangrijk (relevance).
Feasibility: is het probleem afgebakend?, is het
probleem uitdrukbaar in variabelen? En ben je in
staat om de data te verzamelen (nieuwe en bestaande data).
Relevance: Managerial relevance (wie heeft er profijt van als het probleem wordt opgelost) and
academic relevance (is het probleem niet al eerder opgelost?). Denk bij managerial relevance aan
bedrijven, industrieën, maar ook meerdere industrieën, eindgebruikers of de government. Denk bij
academic relevance aan een compleet nieuw topic (waar dus nog geen enkel research van is gedaan),
new context, integrate scattered research (de relative importance van de VI’s is niet duidelijk) en
reconcile contradictory research (oplossen van de contradictions door het introduceren van
meerdere moderators).
What makes a good problem statement (stap 2)
Van business problem naar problem statement:
Een goede problem statement is geformuleerd in
termen van variabelen en de relaties ertussen,
open vragen, duidelijk gesteld (unambiguously)
en het moet academisch en managerially relevant
zijn. Ambigious = onduidelijk. Het is beter om de
problem statement als vraag te stellen.
What makes good research questions? (stap 2)
- Should collectively address the problem statement (de problem statement bestaat uit research
questions die samen de problem statement vaststellen).
- First theoretical, then practical research questions
- stated clearly/unambiguously
,Theoretical research questions:
- Context question: (what is): als de context uitgebreider moet worden uitgelegd.
- Conceptualization question (what is): alleen voor key variablen die verder moeten worden
uitgewerkt.
- Relationship questions: (how does… affect..): alle relaties in de problem statement moeten should
be covered.
Practical research questions:
- Relationship questions: (to what extent)
- implication questions: how can practitioners implement your results?
Develop a theoretical framework (stap 3)
Theoretical framework bestaat uit:
- variabelen definiëren
- conceptueel model (grafische weergave)
- hypotheses (relationship between variables).
Theoretical framework: how to define variables?
- Variabelen baseer je op een zorgvuldige literatuur review.
- Als er veel verschillende definities voor die variabelen bestaan in de literatuur; erken de major
differences en eindig met een definitie die focust op de shared meaning across definitions or pick
one definition en leg uit waarom je die kiest.
- avoid jargon
- pitfall: voorbeelden zijn geen substitutie voor een definitie.
Gebruik altijd PRECIES DEZELFDE variabelen-namen in je research.
Theoretical framework: conceptual model
De pijlen in je concept kunnen een main effect, direct/indirect effect of een moderating effect laten
zien.
De independent variabele wordt ook wel
de predictor genoemd. De dependent
variabele wordt ook wel de criterion
genoemd.
Mediator aka intervening variable. Zoals je
ziet heeft X een effect op de med. De
mediator bepaalt vaak de How of Why does X
affect Y (bepaalt het onderliggende
mechanisme).
, Moderating variable
Aka interaction variabele. Zoals je ziet heeft X
geen invloed op de MOD, maar de mod wel op de
relatie. Denk aan gender en leeftijd. De moderator
bepaalt vaak de When of For Whom the effect is
stronger
V.b.: X = advertising, Y = sales, Mod = recessie of
keuze tussen internet/tv advertising.
Er is sprake van een quasi moderator als de moderator invloed heeft op de relatie tussen X en Y,
maar de moderator ook een direct effect heeft op Y. Er is sprake van een pure moderator als de
moderator alleen effect heeft op de relatie tussen X en Y.
Het model van moderators en mediators kun je zo uitgebreid maken als je zelf wilt.
Theoretical framework: How to develop hypotheses?
Een statement over de samenhang tussen twee of meer variabelen; kan een relatie of een verschil
zijn. Een goede hypothese komt voort uit de theorie, is testbaar (measurable variables) en is
unambigious. Soorten hypotheses:
- Directional en undirectional
- directional (one-sided): expressies van more than, less than, positive, negative zijn gebruikt.
Je pusht de hypothese al één kant op; je hebt al een idee bij de invloed van de variabelen: “A merger
is likely to increase employee satisfaction”.
- undirectoinal (two-sided): je hebt nog geen idee bij de invloed, maar verwacht wel één
invloed: “ a merger is likely to affect employee satisfaction”. Het geeft slechts aan dat er een
verwachte relatie is.
In statistische termen is er een null and alternate hypotheses. De null hypotheses stelt dat er geen
relatie is tussen de variabelen en is opgezet om verworpen te worden. De alternate hypothesis duidt
een mogelijke relatie aan tussen de variabelen en dit is je research hypothesis. Null hypotheses are
rarely presented in research reports.
Argumentatie die leidt naar je hypothese is key! Justify why your hypothesis is plausible. Baseer dit
op de literatuur. Pitfall: author X zegt dat het zo is, dus het moet waar zijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Steinfort95. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,39. Je zit daarna nergens aan vast.