Strafprocesrecht 1
Serus: openboek tentamen, je mag alles bij hebben, aan alleen het kennen van rijtjes ga je
niks hebben, je krijgt inzichtvragen
Hoorcollege 1 – inleiding, doel, aard en deelnemers strafproces - 7 september 2020
Het strafproces dient ertoe om te onderzoeken of er inderdaad een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden, en als dat zo is, of dat ook aanleiding geeft tot een reactie. In die zin is het
strafproces de schakel tussen feit en reactie. Het strafprocesrecht regelt die schakel.
(Corstens/Borgers & Kooijmans 2018)
Doel van het strafproces
Als je erkent er is een doel, dan zal je het zo moeten inrichten, dat het doel ook wordt
bereikt. Deze doelen kunnen tegenstrijdig zijn. Je moet dan kijken welk doel het zwaarst
weegt.
Primaire doel van het strafproces
- Mogelijk maken toepassing materiële strafrecht
- Waarheidsvinding (heel belangrijk doel, omdat wil je rechtvaardige beslissingen
nemen, wil je onderzoeken wat er daadwerkelijk is voorgevallen, ook heel belangrijk
voor slachtoffers.
- Gerechtigheid (wordt niet altijd bereikt) versus Rechtszekerheid (de zaak moet ook
een keer tot een einde komen, dat een strafproces niet maar door kan gaan. Anders
kan je dus oneindig worden vervolgd door justitie) (lites finini oportet)
- Rechtsvrede, dat er een adequate reactie komt van de overheid. Als de overheid niet
optreedt tegen een bepaald persoon, kan het zijn dan de familie heft in eigen hand
neemt. Rechtsvrede is ook van belang voor het slachtoffer; dat je je gehoord voelt, de
zaak kan afsluiten. Rechtsvrede is er ook voor de verdachten die het feit niet hebben
gedaan.
Voor de gemeenschap: kanaliseren maatschappelijke onrust, voorkomen eigen
richting
Maar ook voor verdachte en het slachtoffer
- Rechtsbescherming: in de rechtstaat heiligt het doel niet alle middelen (bijv.
onrechtmatig verkregen bewijs.
Secundaire doelen (een doel dat meer is afgeleid van het strafrecht als zodanig, dan aan het
strafprocesrecht)
- Speciale preventie (dat de dader het niet nog eens doet)
- Generale preventie (dat de gemeenschap ziet dat de overheid optreedt)
Van doel naar feitelijke invulling strafvordering
- Hoe moeten we het strafprocesrecht/de strafrechtspleging dan inrichten?
- Modernisering Wetboek van Strafvordering
, - Welke aard geeft men de strafrechtspleging? Aard mede bepaald door:
- Criminaliteitsbestrijding v. Machtsbeheersing
- Accusatoir (Adversair) v. Inquisitoir
Wie is verantwoordelijk voor wat?
Criminaliteitsbestrijding v. machtsbeheersing
WvSv, MvT 1914 (Kamerstukken II, 1913/14, 285, 3, p.55)
‘’ een goed ingericht strafproces moet zoveel mogelijk bevorderen de toepassing van de
strafwet en de werkelijk schuldige en tevens de veroordeling, kan het zijn, de vervolging van
de niet-schuldige naar vermogen verhinderen
Crime controle v. Due process (Herbert L. Packer)
- Efficiënte v. betrouwbare en eerlijke strafrechtspleging
- Glijdende schaal, steeds wijzigende inzichten, mensenrechten
Aard strafproces: Accusatoir v. Inquisitoir
Inquisitoir: initiatief ligt niet bij partijen, maar de overheid begint de procedure. Is niet
gericht op tegenspraak, maar op onderzoek. De rechter is verantwoordelijk.
1. Verantwoordelijkheid vervolging: particulier of publiek?
Principe: wie klaagt ‘rechtsschender’ aan? Iedere burger (sycofant)?
Slachtoffer (accusatio; action directe)? Magistraat (schout, OvJ inquisitoir)?
2. Verantwoordelijk waarheidsvinding
- Burgers of rechter, maar feitelijk hybride stelsels. Uiteindelijk is de rechter de
eindverantwoordelijke
a: wachten wat partijen aangeven i: verantwoordelijkheid bij rechter. Hij moet aan
waarheidsvinding doen
onderzoek ter terechtzitting
- Verdediging/OM (‘’clash of opinions’’; partij-getuigen/deskundigen) of rechter
(actieve rol ter terechtzitting met vooronderzoek door autoriteiten
3. Verantwoordelijkheid eerlijke rechtspleging:
- verdediging, autoriteiten en/of gemeenschap?
Conclusie Nederland
- WvSv 1926: hybride: per saldo gematigd inquisitoir
- Beroepsrechter, geen lekeninbreng
- Onderzoek wordt gedomineerd van overheidswege
- Zwaar accent op het vooronderzoek, het dossier vorm ruggengraat van de
strafrechtspleging
- Maar nu, vertrouwen op onderzoek of op tegenwerping?
- Dilemma: onbetrouwbare autoriteiten v slechte verdediging
- Modernisering WvsV: verantwoordelijkheid en adversarialiteit
-
We gaan steeds meer accenten leggen op de rechten van de verdediging.
Procesdeelnemers
, - Er is dus een relatie tussen de positie/rol van de procesdeelnemers en de visie op de
aard van de strafrechtpleging
- De onpartijdige en onafhankelijke rechter
- Vooronderzoek en hoofdonderzoek: RC van leider van het vooronderzoek naar
toezichthouder
- Actieve rol en onpartijdigheid: spanning?
- Controle: wraking en verschoning (512-517 Sv)
Subjectieve onderdelen zien op opzet en schuld
Werkcollege 1 – introductie - 10 september 2020
Vraag 1 Bestanddelen en elementen
Wanneer het gaat om de voorwaarden voor strafbaarheid wordt onderscheid gemaakt
tussen enerzijds bestanddelen en anderzijds elementen. Wat is het kenmerkende verschil
tussen bestanddelen en elementen? C
Vraag 2 Decentrale regelgeving
De gemeente Nijmegen overweegt de bepalingen in haar APV omtrent het samenscholen van
groepen aan te scherpen om ongeregeldheden zoals die zich in andere grote steden voordoen
snel van een adequate reactie te kunnen voorzien. De gemeente wil dat onder meer doen
door de strafmaat te verhogen. De bepaling komt er als volgt uit te zie
1. Het is verboden zich op of aan de openbare weg tezamen met anderen te begeven naar of
al dan niet tezamen met anderen deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te
dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden, dan wel te
vechten.
2. Overtreding van dit verbod wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden
en/of een geldboete van de derde categorie.
3. Een ieder, die op de weg aanwezig is bij enig voorval, waardoor er wanordelijkheden
ontstaan of dreigen te ontstaan of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende
gebeurtenis, kan voor verhoor worden overgebracht naar het politiebureau.
Is de gemeente Nijmegen bevoegd deze bepaling in deze vorm in haar Algemene plaatselijke
verordening op te nemen? B
Vraag 3 Gezag politie
Door wie wordt het bevoegd gezag over de politie uitgeoefend? D?
Vraag 4 Inverzekeringstelling
C (art 57 Sv)
Vraag 5 Voorlopige hechtenis
D (mishandeling is art. 300 Sr)
Vraag 6 Strafbeschikking
B
, Vraag 7 Seponeren
C, want formeel, want rechter is bij betrokken, op grond van art 255 Sv, kan bij nieuwe
bezwaren.
Vraag 8 Vervolgingsbeletselen
D
Vraag 9 Competentie
C
Kantonrechter = verkeersboetes, overtredingen
Politierechter = minder dan 1 jaar, als het gecompliceerd is dan meervoudige kamer.
Vraag 10 Bewijs
A
Vraag 11 Beslissingsmodel
B
Als art in Sv of Sr in strijd met EVRM, buiten beschouwing laten. Dus het artikel bestaat
dan niet meer, dus kan het niet gekwalificeerd worden dus OVAR
Handelen in strijd met grondrechten, is alleen ruimte voor niet-ontvankelijk, als er erstige
schending van EVRM.
Vraag 12 Beslissingsmodel
A
Vraag 13 Beslissingsmodel
C
Vraag 14 Beslissingsmodel
C
Hoorcollege 2 – Mensenrechten - 14 september 2020
Er is een relatie tussen positie/rol van procesdeelnemers en visie op de aard van de
strafrechtspleging
De onpartijdige en onafhankelijke rechter
- vooronderzoek en hoofdonderzoek: van toezichthouder (RC) naar leider van het onderzoek
(zittingsrechter)
- rol van de RC in de loop der tijd sterk veranderd
- Actieve rol en onpartijdigheid
- controle: wraking en verschoning (512-517 Sv)