INTEGRALE OPDRACHT
HBO BACHELOR TOEGEPASTE
PSYCHOLOGIE
FASE 2
(Bressers, 2017)
Naam :
Studentnummer :
Datum : 16 december 2020
Opleidingsinstituut : NCOI
Naam opleiding : HBO Toegepaste Psychologie
Module : Integrale opdracht HBO Bachelor Toegepaste Psychologie fase 2
Docent : Caroline Heijmans
Integrale opdracht HBO Bachelor Toegepaste Psychologie fase 2 Pagina 1 van 16
,Voorwoord
Mijn naam is …. Ik ben een energieke dame van .. jaar en ben geboren en getogen in ... Sinds .. werk ik bij
de politie. Nadat ik enkele jaren als politieagente ‘op straat’ heb gewerkt ben ik in 2017 intern overgestapt
naar … Op dit moment werk ik als …. Sinds 2018 volg ik de hbo bachelor opleiding Toegepaste Psychologie
bij de NCOI.
Voor u ligt de integrale opdracht hbo bachelor Toegepaste Psychologie fase 2, die dient ter afsluiting van
fase 2. De aanleiding voor het schrijven van deze moduleopdracht is tweeledig. Allereerst speelt binnen de
… een probleem, waarbij mijn teamchef mij gevraagd heeft dit probleem in kaart te brengen. Tevens toon ik
door het maken van deze opdracht aan dat ik in staat ben een oplossing voor te stellen bij een
sociaalpsychologisch probleem uit de praktijk. Ik schrijf deze opdracht voor mijn opdrachtgever, voor u als
beoordelaar en voor mijzelf.
Ik dank opdrachtgever .. voor haar vertrouwen en medestudent … voor de mogelijkheid om te sparren.
Ik wens u veel leesplezier.
Integrale opdracht HBO Bachelor Toegepaste Psychologie fase 2 Pagina 2 van 16
,Samenvatting
De Nationale Politie heeft diverse eenheden met daarin districten met Robuuste Basisteams (BT’s). Een van
deze districten is het district xx. Dit district heeft xx BT’s: xxx en heeft één Districtsrecherche: XX Bij de XX
worden delicten die een hoge impact hebben, zoals woninginbraken en/of gewelds- en levensdelicten,
onderzocht. In 98% van alle zaken start een onderzoek bij het BT: zij nemen de eerste maatregelen ter
plaatse en binnen maximaal 24 uur neemt de XX het onderzoek over. Bij de XX krijgt de zaak één
zaakseigenaar toegewezen; het aanspreekpunt die alle beslissingen omtrent de zaak neemt. Het is van
belang dat deze zaakseigenaar een terugkoppeling geeft aan de betrokken BT medewerkers om kwaliteit en
samenwerking te bevorderen.
In 2016 is de XX gestart met ‘duurzaam verbeteren’ (DV), met als doel het verbeteren van de kwaliteit van
opsporingsonderzoeken. Onderdeel van DV is dat iedere zaak een eigenaar heeft en dat deze binnen één
week na het overnemen van een zaak een terugkoppeling geeft aan betrokken BT medewerkers. Uit
deskresearch is gebleken dat tussen 01 januari 2020 en 01 november 2020 in 20,37% van alle zaken die de
XX onderzocht, binnen één week na het overnemen van een zaak door de DRP, door de zaakseigenaar een
terugkoppeling is gegeven aan de betrokken BT medewerkers. Dit betreft de huidige situatie.
Er wordt in te weinig zaken een terugkoppeling gegeven aan de betrokken BT medewerkers, aldus de
opdrachtgever. Hierdoor wordt niet bijgedragen aan samenwerking, loopt het proces van
kwaliteitsverbetering (DV) vertraging op, gaat informatie zweven en kunnen BT medewerkers zelfs gevaar
lopen. Dit kost capaciteit, tijd en demotiveert BT medewerkers. Het is een probleem voor diverse partijen,
zoals BT medewerkers en de teamchef van de XX. Uiteindelijk heeft de hele politieorganisatie last van het
probleem, wat uitwerking heeft op de politietaak en waar burgers de gevolgen van ondervinden. De doelgroep
zijn 37 rechercheurs van de XX die als zaakseigenaar kunnen worden aangemerkt, aangezien hun gedrag
dient te veranderen. Er zijn diverse mogelijke oorzaken van het probleem, zoals capaciteitsproblemen (wat
resulteert in werkdruk) en onvoldoende competentie en verbondenheid. Er is sprake van een ‘hoe’-vraag,
waardoor dit een toegepast probleem betreft. Tevens gaat het om een specifiek probleem, omdat het
betrekking heeft op een specifieke groep mensen en concreet gedrag (het geven van een terugkoppeling).
Er is ook sprake van een sociaal psychologisch probleem, omdat er sprake is van (sociaal) gedrag dat
gewenst wordt en er sociaalpsychologische aspecten aan de orde zijn, zoals groepsprocessen en werkdruk.
Of het probleem beïnvloedbaar is hangt af van de daadwerkelijke oorzaken van het probleem, maar tijdens
een korte verkenning van de oorzaken lijken er mogelijkheden dit probleem op te lossen.
De gewenste situatie is dat in minimaal 90% van alle zaken de zaakseigenaar binnen één week na de
overname van een zaak een terugkoppeling geeft aan de betrokken BT medewerkers. Deze eis is afkomstig
uit vergelijkbare praktijksituaties. Volgens de theorie over gepland gedrag, zoals beschreven door Ajzen en
Sheikh (2013) kan weloverwogen gedrag voorspelt worden aan de hand van intenties die mensen hebben.
Deze intentie wordt bepaald door drie elementen (Ajzen & Sheikh, 2013). De eindvariabele voor deze
probleemstelling betreft: de mate waarin wordt teruggekoppeld. Een van de variabelen die in verband staat
met de eindvariabele is ‘de mate waarin rechercheurs zich verbonden voelen met de BT medewerkers’. Deze
variabele heeft betrekking op de Zelf Determinatie Theorie (ZDT).
In de divergente fase werd gebruik gemaakt van probleemassociatie en waarom-interviews om
verklaringen te achterhalen. Ook werden sociaalpsychologische theorieën gebruikt, zoals de theorie over
gepland gedrag, de ZDT en de verwachtingstheorie van Vroom. In de convergente fase werd een selectie
gemaakt en werden vier verklaringen relevant, plausibel en valide geacht. De aspecten die beïnvloedbaar
zijn betreffen: 1) de mate van werkdruk, 2) de mate van toegevoegde waarde van het geven van een
terugkoppeling, 3) de mate waarin (belangrijke) anderen een rol spelen en 4) de mate van verbondenheid.
Bij de beïnvloedbare aspecten werd rekening gehouden met oorzaak en gevolg en haalbaarheid. Het
vraagstuk waar een oplossing voor gezocht dient te worden betreft:
“Hoe kan worden bereikt dat de zaakseigenaar binnen één week na het overnemen van een zaak een
terugkoppeling geeft aan de betrokken BT medewerkers?”
Tenslotte worden vier globale oplossingsrichtingen voorgesteld: 1) verbeter werkprocessen, 2) laat BT
medewerkers meelopen bij de recherche en andersom, 3) geef voorlichting over visie, (gezamenlijke missie),
doelstellingen en het belang van het geven van een terugkoppeling en 4) gebruik de sociale omgeving en
rolmodellen om het gedrag van rechercheurs te beïnvloeden.
Integrale opdracht HBO Bachelor Toegepaste Psychologie fase 2 Pagina 3 van 16
, Inhoudsopgave
Voorwoord ...................................................................................................................................................... 2
Samenvatting ................................................................................................................................................. 3
1. Inleiding ...................................................................................................................................................... 5
1.1 Organisatiebeschrijving .......................................................................................................................... 5
1.2 Leeswijzer .............................................................................................................................................. 5
2. Huidige situatie – probleemstelling ......................................................................................................... 5
3. Gewenste situatie ...................................................................................................................................... 7
4. Diagnose ..................................................................................................................................................... 7
5. Eindvariabele ............................................................................................................................................. 7
6. Verklaringen ............................................................................................................................................... 8
6.1 Verklaringen met behulp van probleemassociatie ................................................................................. 8
6.2 Verklaringen via waarom-interviews ...................................................................................................... 8
6.3 Verklaringen via sociaalpsychologische theorieën ................................................................................ 8
6.3.1 Theorie over gepland gedrag .......................................................................................................... 8
6.3.2 Zelf Determinatie Theorie (ZDT) ..................................................................................................... 9
6.3.3 De verwachtingstheorie van Vroom .............................................................................................. 10
6.4 Convergente fase ................................................................................................................................. 10
7. Beïnvloedbare aspecten ......................................................................................................................... 10
8. Vraagstuk ................................................................................................................................................. 11
9. Oplossingsrichtingen .............................................................................................................................. 11
Literatuurlijst ................................................................................................................................................ 12
Bijlage I: Visueel model theorie over gepland gedrag ............................................................................. 13
Integrale opdracht HBO Bachelor Toegepaste Psychologie fase 2 Pagina 4 van 16