Christopher Duggan: A Concise History of Italy
Voorwoord, introductie & Hoofdstuk 1 t/m 7
Tussentoets Italië: geschiedenis en moderniteit
Woensdag 2 december 2020
Voorwoord
Doel van het boek: een beknopt, duidelijk overzicht geven van de voornaamste
ontwikkelingen van het Italiaanse schiereiland sinds de tijd van de Romeinen.
- Focus op politieke problemen met economische, sociale en culturele
elementen erin opgenomen.
- Gekeken naar Italië als ‘geographical expression’, omdat het pas sinds
1861 als Italië bestaat.
- Thema: probleem van ‘nation building’.
- Middeleeuwen en Renaissance heel kort besproken.
- In de 2e editie: huidige situatie toegevoegd.
Introductie
1861: missie was het verenigen van Italië met Victor Emmanuel II als koning.
- Hoge belastingen en militaire service
- Gebrek aan loyaliteit tegenover de nieuwe natie
- Politieke fragmentatie was heel groot, vele onafhankelijke staten op het
schiereiland, moeilijk voor Italianen om te identificeren met het verenigde
koninkrijk (van Italië) > unified kingdom.
- Voor 1861 wel wat ideeën van één Italië.
- Cultureel nationalisme
- Sinds de Verlichting werd Italië meer als eenheid gezien.
- Na de Franse Revolutie (romantic nationalism) was er het idee dat Italië
een natie was die onafhankelijkheid verdient.
- Maar wat was de essentie van Italië?
- Na de Tweede Wereldoorlog een nieuwe republiek met anti-fascisme.
Hoofdstuk 1: The geographical determinants of disunity
De Italiaanse geschiedenis is onlosmakelijk verbonden met de geografische
positie.
Crossroads of Europe > populair vanwege de lange kustlijn.
Centraal gelegen: kwetsbaar en gevoelig voor aanvallen, maar goede
mogelijkheden voor handel.
Vooral in de Middeleeuwen had het Italiaanse schiereiland voordeel van de
handel en werden de steden in het land rijker en groeiden ze. In de moderne
periode was de ligging van het land echter eerder een handicap dan een
voordeel.
Het oosten en westen van Italië hadden verschillende oriëntaties wat betreft
religie en cultuur.
16e eeuw: Europese handel vond meer noordelijk plaats, de economie van Italië
ging achteruit en de politiek marginaliseerde. De buitenlandse interesse naar
Italië was nu meer cultureel dan economisch.
,19e eeuw: new geo-political significance > heeft bijgedragen aan het proces van
nationale eenwording.
Het buitenlandse beleid van Italië na 1860 is grotendeels bepaald door de positie
in het Mediterraan.
Midden 19e eeuw: de hoop dat Italië weer economisch voordeel kon halen uit
haar geografische positie als ‘shortest and easiest route from East tot West’. De
opening van het Suezkanaal (1869) was hierbij een voordeel. Echter werd deze
hoop niet gerealiseerd.
De economische kloof tussen noord- en zuid-Italië werd steeds groter:
Noorden: Europees georiënteerd
Zuiden: Arabisch/Islamitisch/Europees georiënteerd
Geografische situatie in het land:
- Bergachtig
- Invloed op economische en sociale leven
- Lage landen > last van water
- Bergachtige karakter van het landschap maakte het Italiaanse schiereiland
ecologisch gezien kwetsbaar
- Klimaatproblemen
- Schade door harde regenval
- Dor ‘population pressure’ moesten bossen gekapt worden > bodem
weggespoeld door regen > alsnog meer mensen die in de bergen moesten
leven.
- Verandering in de gewassen en groentes die groeiden in het land.
- Vleestekort in het land zorgde voor irritatie bij Noord-Europeanen, zij
waren gewend wel vlees te eten.
Doordat de bodem dun/slecht was, hielden weinig technologische innovaties uit
de agriculturele revolutie stand. Ook was er een gebrek aan mest, waardoor de
grond uitgeput raakte.
Vanaf de late 17e eeuw begon een grote bevolkingsgroei, waardoor er een socio-
economische crisis ontstond (ancien régime).
Door de overpopulatie emigreerden vele Italianen. Dit verlichtte de problemen op
het platteland, maar loste ze niet op. De blijvende problemen leidden tot
revoluties.
Italië was grotendeels uitgesloten van de eerste industriële revolutie (18 e/begin
19e eeuw) vanwege een gebrek aan steenkool, wel had het land voldoende
andere grondstoffen ter beschikking.
De eerste industrie was sterk verbonden met de landbouw, wegens een grote
onopgeleide plattelandse populatie.
Een overvloed aan snelstromende rivieren heeft de Italiaanse industrie geholpen
met groeien, de industrie van zijde was vooral groot. Echter was het land wel een
laatkomer, in de late 19e eeuw was Italië nog vooral plattelands.
De binnenlandse markt was zwak, weinig bevaarbare rivieren, alleen de Po,
landroutes ook gebrekkig.
Door deze factoren bleef Italië na de eenwording nog buiten het bereik van de
moderne wereld (het land bleef achter).
, Succes van de kerk, vanwege zorg die ze bieden en de status van het horen bij
een religieuze gemeenschap.
De staat was minder succesvol > problemen door niet betaalde belasting en het
hebben van wetten (vooral in het zuiden).
Gebrek aan linguïstische uniformiteit zorgde ook voor problemen met het
behouden van autoriteit. Er waren veel lokale dialecten, weinig mensen spraken
Italiaanse of een andere gemeenschappelijke taal. (inschatting dat in 1860
slechts 2.5% van de populatie Italiaans sprak of begreep).
Late 19e eeuw/20e eeuw: versnelde industrialisatie, toename van kinderen die
naar scholen gingen, migratie naar de steden, meer wegen en spoorwegen, meer
massamedia. Dit zorgde voor een afname van de linguïstische variëteit, maar
Italiaans was nog steeds voor velen onbekend en geen algemene gesproken taal.
Op scholen ook nog veel lessen in dialect, omdat leerlingen het anders niet
begrepen. De taal was een kloof tussen de elite en de bevolking.
Hoofdstuk 2: Disunity and conflict: from the Romans tot he Renaissance,
400-1494
Lange Romaanse dominantie laat nalatenschap achter voor de navolgende
generaties in Italië. Het succes en de kracht van het veroveren van een gebied
heeft invloed op ideeën van latere machthebbers: droom van Dante, Machiavelli
en het Risorgimento en fascisme.
Uiteenvallen van Romeinse Rijk: afzetten van Romulus Augustulus in 476.
Sicilië onder de Arabieren (na 827) > technische innovaties
Palermo als hoofdstad met heel veel moskeeën.
De paus > Rome
11e eeuw: uitgebreide Italiaanse handel
Veel welvarende steden in Italië in de vroege Middeleeuwen, deels als gevolg van
de breakdown van gecentraliseerde politieke controle na de 9 e eeuw. Dit maakte
ruimte voor lokale machthebbers om autonome steden op te zetten. Dit was ook
het resultaat van een uitzonderlijke groei in de economie, die zou doorgaan tot
de 14e eeuw > gepaard met bevolkingsgroei en dus een stijging van de
populatie.
1e kruistocht in 1096.
Verschillende pogingen tot politieke eenheid.
Consorterie = ruzie binnen een familie of tussen groepen verwante families >
link met macht.
Popolo = organisatie van niet-edelen die hun eigen politieke institutie tot stand
brachten, met eigen leger en verkozen leiders (anziani of priori).
Ghibelline = rijk (empire)
Guelf = pausdom
Italië in de Renaissance: 1300-1494
Afname van autoriteit van het pausdom
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Louise2001. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.