1
TESTEN EN METEN
Samenvatting Psychometrics: An Introduction (Third Edition)
H1-H7
Hoofdstuk 1 | Sociale wetenschappen
!Observeerbaar vs onobserveerbaar
Meten direct observeerbaar gedrag (operationele definitie, manifeste variabele)
Om niet-observeerbaar construct/attribuut te meten (hypothetisch construct/latente variabele)
-Theoretische constructen intelligentie, persoonlijkheid, werkgeheugen, zelfredzaam, agressie
-Gaan vanuit: observeerbaar gedrag representeert niet-observeerbaar construct
-Nodig: theorie om hypothetisch construct en observeerbaar gedrag te linken
-Nodig: empirisch onderzoek om validiteit en betrouwbaarheid bepalen
Psychologische test/measure/instrument/scale/inventory/assessment (volgens Cronbach)
Psychologische test = systematische procedure
om gedrag te vergelijken van minimaal 2 personen (tussen/binnen)
resultaten fungeren als indicatoren van construct
direct of indirect effect op personen
Digit spam, tt, sollicitatiegesprek, bloeddrukmeting, Cito, depressietest, llnvolgsysteem
Voorwaarden
1. Gedragingen
2. Systematisch verzameld (zelfde opgaven/situaties/etc.)
3. Gebruikt om mensen te vergelijken:
-Inter-individuele verschillen: gedrag tussen verschillende personen
-Intra-individuele verschillen: gedrag binnen zelfde persoon in verschillende
tijd/omstandigheden/verloop ziekte
Soorten
Open-ended tests = antwoorden hoe je wil
Closed-endend tests = antwoorden door kiezen tussen gegeven mogelijkheden
Criterion referenced tests
Criteriumscore vastgesteld
Score geïnterpreteerd onafhankelijk van scores van andere respondenten
Deelnemers kunnen worden verdeeld in 2 groepen (score boven/onder criterium)
Gebruikt voor vaststellen vaardigheidsniveau van persoon
(tentamen: 5 hebt gezakt, Cito: deze score voor havo)
Norm referenced test
Geen criteriumscore maar scores vergeleken met norm
Score geïnterpreteerd tov scores van andere respondenten/gemiddelde van referentiesample
(depressievragenlijst)
>Steekproef, norm sampled (waarmee norm bepaald wordt) moet representatief zijn voor populatie
waar test voor is gemaakt
(dus 50/50 jongens en meisjes)
Speeded tests
Met tijdslimiet
Hoeveel vragen je kan beantwoorden in tijdsbestek, score is aantal beantwoorde vragen
Iedere vraag van vergelijkbare moeilijkheidsgraad
, 2
Power tests
Geen tijdslimiet
Hoeveel vragen je kan beantwoorden, score is aantal beantwoorde vragen
Vragen verschillen in moeilijkheidsgraad
Psychometrie/testtheorie
Psychologische testen = om psychologische attributen (kennis, vaardigheid, attitude) te meten
Psychometrie = hoe meet je in psychologische attributen/concepten
procedures waarmee attributen van die testen geschat/geëvalueerd kunnen worden
Individuele verschillen tonen belang/voorziet data voor psychometrie
Theoretische attributen/constructen
1. Type data (voornamelijk scores)
2. Betrouwbaarheid van scores psychologische testen
3. Validiteit van scores psychologische testen
Pioniers in 1800/1900
Spearman, Pearson, Francis Galton
-Concepten als normaal verdeling, correlatie coëfficiënt, sampling (steekproef trekken)
-Focuste zich op verschillen in menselijke kenmerken (differential psychology)
Stond in contrast met richten op mens in algemeen (experimental psychology)
Moeilijkheden bij metingen in psychologie
1. Participant reactivity: persoon bewust van test, kan psychologische staat beïnvloeden
- Demand characteristics = er achter komen wat doel van studie is en je gedrag aanpassen
- Social desirability = je gedrag aanpassen op sociaal wenselijke manier
- Malingering = je gedrag aanpassen op negatieve manier, om slechte indruk achter te laten
voor degene die de test afneemt
2. Onderzoeker/testafnemer biases en verwachtingen
!3. Compositie/samengestelde scores bij het meten van psychologische eigenschappen: scores die
iets gemeen hebben samengevoegd
(vragenlijst, 10 vragen extraversie, scores hiervan samengevoegd)
4. Score sensitivity: vermogen van test om onderscheid te kunnen maken tussen betekenisvolle
hoeveelheden van dimensie die gemeten is, juist gemeten wat situatie is
Belangrijke verschillen kunnen dit opleveren in gemeten constructen
(Schaal kan kiezen tussen goed en slecht, minder snel vooruitgang zien dan op schaal waarbij je
kan kiezen uit heel goed, redelijk goed etc.)
5. Gebrek aan besef van het belang van psychometrische informatie van testen
(Leraren hebben geen idee wat zij daadwerkelijk afnemen)
Wat hebben compositiescore en sensitiviteit met elkaar te maken?
Waarom hergebruik ik tentamenvragen?
, 3
Hoofdstuk 2 | Scaling
Measurement = toeschrijving numerieke waardes aan objecten/gebeurtenissen
Scaling = manier waarop cijfers toegewezen aan psychologische eigenschappen
cijfers gebruikt om niveau van psychologische eigenschap bij individu te laten zien
kan bijdragen interpretatie
Eigenschappen
1. Identiteit/categorie
2. Rangorde
3. Kwantiteit
4. Cijfer 0: absolute nul of relatieve/arbitraire nul
!Meetschalen
Categorisch/kwalitatief: categorieën, cijfers toegekend maar geen betekenis, soms ordenen
1. Nominaal meetniveau | Identiteit
Onderscheid dmv ongeordende categorieën, verschillen in variabele uitdrukken (koud/warm)
Cijfers gebruikt als label, niet als wiskundige waarde
NIET rekenen, NIET vergelijken
Categorieën moeten voldoen aan:
- Zelfde eigenschap: alle personen binnen categorie moeten zelfde eigenschap vertonen
- Mutually exclusive: wederkerig uitsluitend, elk persoon kan maar in 1 categorie ingedeeld
- Exhaustive: mogen geen personen buiten categorieën vallen
Kleur ogen, geslacht, Persoon 1 Persoon 2 Persoon 3, rugnummers voetbalelftal, type religie
2. Ordinaal meetniveau | Identiteit + Rangorde
Onderscheid dmv geordende categorieën, verschillen geven info over relatieve verhoudingen
Cijfers gebruikt als label wbt omvang eigenschap
NIET rekenen, WEL vergelijken/ordenen
In SW ordinaal niveau (IQ) vaak behandeld als intervalniveau
Opleidingsniveau, Likertschaal, Stokje 1 groot - Stokje 2 middel - Stokje 3 klein, tentamencijfer
Kwantitatief/numeriek: cijfers hebben betekenis, hoeveelheid/grootte van die variabele, rekenen
3. Interval meetniveau | Identiteit + Ordening + Kwantiteit
Gelijke afstand tussen opeenvolgende waarden, cijfers betekenis, vergelijken
Cijfers info over omvang/precieze hoeveelheid van verschillen tussen individuen
Arbitrair nulpunt = willekeurig punt van eigenschap
WEL rekenen + -, WEL vergelijken/ordenen, gemiddelde/bereik/omzetten
Optellen scores, thermometer: 0 graden is geen afwezigheid warm/koud
4. Ratio meetniveau | Identiteit + Ordening + Kwantiteit + Absolute 0
Gelijke afstand tussen opeenvolgende waarden, cijfers betekenis, vergelijken
Cijfers info over omvang/precieze hoeveelheid van verschillen tussen individuen
Absolute nul = persoon/object bestaat niet
WEL rekenen + - : x, WEL vergelijken/ordenen
Aantal kinderen echtpaar, lengte, km hardlopen