Dit zijn de college aantekeningen van het vak "Inleiding Onderwijswetenschappen" uit het eerste jaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen. Het bevat de colleges 1 t/m 7.
Inleiding
Onderwijswetenschappen –
Hoorcolleges
Hoorcollege 1
Definitie van onderwijs
Onderwijs is geïnstitutionaliseerde en geprofessionaliseerde socialisatie
- Geïnstitutionaliseerd – in instellingen, gebonden aan wetten en (ongeschreven)
regels
- Geprofessionaliseerd – door daartoe opgeleide mensen
- Socialisatie – inleiding in de cultuur, voorbereiding op te vervullen rol
Voorbeelden van problemen
- Leerlingen met opvoedings- en leerproblemen
- Leerlingen met fysieke en/of verstandelijke beperkingen
- Thuiszitters
- Het geringe onderwijssucces van
o Friezen
o Allochtonen
o Leerlingen uit de lagere sociaal-economische milieus
- Maar ook:
o Ondermaats functionerende leerkrachten
o Falende scholen
Definitie onderwijskunde
- Van Dale: “Wetenschappelijke kennis en studie van het onderwijs” -> hier ligt
definitie meer op onderwijs, terwijl het boek zegt dat het gaat om leren en instructie
- Wikipedia: “Onderwijskunde wordt beschouwd als een wetenschap die leren,
opleiden en ontwikkelen in onderwijs en bedrijfsleven wil beschrijven, begrijpen en
verklaren.” -> eigenlijk is onderwijskunde nog beter, we willen onderzoeken hoe het
beter kan en dan interventies invoeren en dan kijken hoe dat werkt.
- In het boek: “Wetenschapsgebied dat zich op leren en instructie richt; dit binnen een
grote variatie aan formele en informele contexten.” Dit is een brede definitie. Het
gaat niet over onderwijs, maar over leren en instructie.
Onderwijswetenschappen gaat ook meer over onderzoek
Leren en instructie is formeel, maar ook informeel.
- Formeel is: druk lokaal, leerlingen in groepjes, leerlingen doen actief mee. Dit is het
onderwijs zoals wij het kennen
- Informeel
- Ook verschillende doelgroepen -> studenten, kinderen in museum, beroepen en in
bedrijfsleven
, - Ook verschillende contexten -> bijvoorbeeld China zitten leerlingen op de gang
omdat het te vol is. Of bijvoorbeeld iPad onderwijs.
Valcke (van het boek) beschrijft het onderwijskundig referentiekader. En dit is gebaseerd op
meta-analyses van Hattie. In meta-analyses -> onderzoek over onderzoek. Hij kijkt naar
verschillende onderzoeken en aanpakken en interventies en effecten. Het gaat om
leerprestaties van leerlingen. Alle data van de verschillende onderzoeken die we hebben
gooien we op een hoop. Controle groep en experimentele groep worden vergeleken. Dan
kijken hoe groot het effect is. Door middel van effectgrootte de onderzoeken vergelijken.
Ook kijken of het effect significant en relevant is. Is bijvoorbeeld een halve seconde sneller
lezen wel relevant? Effectgrootte van 0,40 of hoger betekent dat we er iets mee moeten
doen. Het gaat dus steeds op leerprestaties van leerlingen, maar voor sociale vaardigheden
is 0,40 te hoog. Door meta-analyse verlies je wel een deel van de context.
Er zijn drie niveaus te onderscheiden:
- Macroniveau: niveau van de samenleving en landelijk beleid -> maatschappij
› Vragen:
› Hoe monitort de overheid de onderwijskwaliteit?
› Hoe moet het onderwijs leerlingen voorbereiden op de maatschappij?
› Wat is de rol en invloed van de overheid?
- Mesoniveau: niveau van de school(organisaties)
› Vragen:
› Wat is een goede school?
› Hoe kun je leerkrachten beoordelen?
› Hoe kunnen leerkrachten van elkaar leren?
- Microniveau: niveau van de klas (leraren en leerlingen in de klas)
› Vragen op dit niveau zijn:
› Hoe leert een leerling?
› Wat is de invloed van leerkracht-leerling interacties
› Werkt het anti-pest programma in deze klas?
Visie/perspectief op concrete situaties m.b.t leren en instructie verschilt per niveau. Ieder
niveau kent zijn eigen vragen.
Op elk niveau zijn er verschillende dimensies:
- Actoren -> hoe hoger in het referentiekader, hoe hoger het niveau, hoe meer
geïnstitutionaliseerd de actoren zijn
- Context
- Begeleiding
- Organisatie
- Leeractiviteiten
Bijvoorbeeld op macroniveau worden cijfers van examens vastgesteld, betekent het op
mesoniveau dat ze op een school gaan bedenken wat ze hier aan kunnen doen en op
microniveau gaat leerkracht nadenken over zijn eigen lessen die dan passen bij eindexamen.
,Onderwijs op macroniveau
Wat zijn de functies van onderwijs?
Op welke terreinen kan de overheid beleid voeren?
Het formele onderwijsstelsel:
Associate degree -> doorstroom van mbo naar hbo makkelijker te maken. Zowel werken als
leren.
Functies van onderwijs
- Kwalificatie
› Relatie onderwijs en arbeidsmarkt
› Arbeidsmarktontwikkelingen van groot belang voor inrichting en invulling
onderwijs
› Trend: competenties en zelfregulerend vermogen
› Beroepsonderwijs is hier van belang (binnen mbo meer gericht op specifiek
beroep)
› Aan vele veranderingen onderhevig
› Decentralisatie en autonomie van MBO’s
› Betrokkenheid bedrijfsleven (sociale partners)
, › Beroepsprofielen
› Beschreven competenties
› Set kwalificaties -> eindtermen
- Socialisatie
› Het inleiden in tradities, culturen en praktijken + de algemeen aanvaarde
normen en waarden
› Omgangsvormen -> vanaf jaren 80
› Opvoedende taak -> veel meer werkende ouders, dus daardoor deze
taak steeds meer bij school
› Denominatie -> vroeger ging je als katholiek naar een katholieke
school en dit is heel erg afgenomen
› Burgerschapsvorming -> sinds 2006 is het wettelijk verplicht voor
scholen om hier aan te voldoen. Leerlingen worden opgeleid tot een
goede burger. Ze leren dan over democratie en de verschillende
normen en waarden die hierbij horen.
› Omgang met culturele diversiteit -> scholen zijn diverser geworden en
daar moet je dan iets mee
- Persoonsvorming
› Individualisering van de leerling: ontwikkeling van identiteit en uniciteit
leerling.
› Als functie van onderwijs?
› Er is trend van smalle naar brede ontwikkeling
Legitimatie socialisatie en persoonsvorming:
› ‘Het is onvermijdelijk, dus zo goed mogelijk’
› Attitudes t.o.v. leren en sociale redzaamheid
› Toetsen en beoordelen -> hoe doe je dat?
› Waardenpluralisme -> er is niet één waarheid, het is breder en er valt over te
discussiëren
› Grondprincipes -> bijvoorbeeld in Nederland democratie belangrijk en vrijheid
van meningsuiting en tolerantie
- Differentiatie -> kan positief zijn, maar kan negatieve bijwerkingen hebben. Verschil
maken tussen leerlingen.
› Selecteren: toewijzen aan de juiste onderwijsprogramma’s -> doordat er
geselecteerd wordt, vindt er ook allocatie plaats
› Alloceren: toewijzen aan sociale posities in de maatschappij
Differentiërende functie:
› Hoe goed worden leerlingen voorbereid op verschillende posities in de
maatschappij?
› Worden door het onderwijs de juiste personen geselecteerd voor de
verschillende posities en arbeidsniveaus?
› Cruciale vraag: op welk punt in een schoolloopbaan moet je selecteren
(differentiëren)? In Nederland gebeurt dit snel en de vraag is of dit goed is.
Je kan wel gekwalificeerd zijn voor iets, maar niet geselecteerd, bijvoorbeeld door
discriminatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karlijnvanesch1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.