Dit zijn de college aantekeningen van het vak "Methoden en technieken van onderzoek" uit het eerste jaar van de bachelor Pedagogische Wetenschappen. Het bevat de colleges 1 t/m 9.
Methoden en Technieken
Hoorcolleges
Hoorcollege 1
Benaderingen van onderzoek: Hoofdstuk 3
Typen onderzoek
- Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
o Doel: ontwikkeling of toetsing theorieën
o Reikwijdte: algemeen geldende kennis en theorieën
- Praktijkgericht (=toegepast) wetenschappelijk onderzoek
o Doel: kennis voor besluitvorming bij praktijkproblemen of maatschappelijke
problemen -> oplossing zoeken voor deze problemen
o Reikwijdte: eigen/soortgelijke praktijksituatie
- Praktijkgericht niet-wetenschappelijk onderzoek
Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk?
- Streven naar kennis over verschijnselen voor theorievorming
- Empirische uitspraken
- Methodologische spelregels
o Toetsbare uitspraken – controleerbaar – repliceerbaar
- Voortbouwen op werk van voorgangers -> literatuuronderzoek doen voordat je van start
gaat met je eigen onderzoek
Empirische cyclus
- Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
o 1. Observatie -> observeren van wat je opvalt en dit zet je aan tot denken
o 2. Inductie -> exploratieve hypotheses vormgeven
o 3. Deductie -> je hebt hypotheses al ergens anders voorbij zien komen
o 4. Toetsing -> toetsen van je hypothese
o 5. Evaluatie -> past de hypothese wel of niet bij mijn data
- Kwalitatief onderzoek past bij observatie -> verschillende meningen verzamelen
- Kwantitatief onderzoek past bij deductie en toetsing -> groter onderzoek
Empirische cyclus -> integratie onderzoeksplan
- Observatie -> formulering kennisprobleem
- Inductie hypothesen
- Theorie -> een samenhangend stelsel van uitspraken waarmee empirische
wetmatigheden beschreven, verklaard of voorspeld kunnen worden
- Deductie hypothesen
- Dataverzameling
- Toetsing
- Data-analyse
- Evaluatie
Deductie van hypothesen
- Deductief-normologisch model
o Specifieke uitspraken afleiden uit algemene uitspraken over de empirische
werkelijkheid
, Theorie (wetmatigheden met goed gedefinieerde begrippen & aannames ->
logische toetsbare hypotheses -> hypotheses moeten ook concreet zijn)
Probleemstelling en kwantitatieve onderzoeksvragen: Hoofdstuk 2
Probleemstelling in onderzoeksplan
- Wat wil je weten? = vraagstelling
o Fundamenteeel (theoretisch) onderzoek:
Tegenstrijdigheden in de wetenschappelijke kennis
o Praktijkgericht onderzoek:
Afkomstig van opdrachtgever
(Vage/globale) weergave van het probleem -> concretiseren tot doelstelling en
concrete onderzoeksvraag
Huidige vs gewenste situatie
- Waarom wil je dit weten? Waarom is het belangrijk? = doelstelling
o Je wil inzicht krijgen in een bepaald probleem
o Relevantie: theoretisch, praktijkgericht of beide
Welk theoretisch raamwerk? -> conceptueel model
Type globale vraagstellingen:
- Beschrijvende vraagstellingen
- Verklarende vraagstellingen -> causaliteit
- Voorspellende vraagstellingen -> causaliteit
Typen kwantitatieve onderzoeksvragen:
- Frequentievragen -> bijvoorbeeld: wat is de gemiddelde lengte van mannen in Nederland
- Verschilvragen
o Groepen met elkaar vergelijken
o Voor-na -> meting voor dat ik een onderzoek/interventie start en meting na de
interventie
- Samenhangvragen -> is er een verband of samenhang tussen twee kenmerken
Goede kwantitatieve onderzoeksvragen:
- Relevant & specifiek
o Sluit goed aan bij de probleem- en doelstelling
o Onderzoekbaar
o Bevat belangrijkste kenmerken van het onderzoek
o Antwoord meer dan ‘ja/nee’
- Vermijden:
o ‘Waarom’-vragen
o ‘Hoe komt het’-vragen
o ‘Hoe kunnen we’-vragen
o Normatieve/ethische/esthetische vragen -> dit is subjectief en past niet bij
kwantitatief onderzoek
Onderzoekseenheden en kenmerken: Hoofdstuk 2 en 4
Onderzoekseenheid:
- Op wie/wat heeft de onderzoeksvraag betrekking?
o Volgt direct uit onderzoeksvraag -> afhankelijke kenmerk
, o Vaak respondent, soms groep
o Vaak regel in databestand, soms aggregatie nodig
Kenmerk (= eigenschapsbegrip)
- Wat ga je meten? -> abstracte eigenschap/kenmerk van meestal de onderzoekseenheid
o Onderzoeksvraag
Meten van kenmerken
- Operationaliseren kenmerk -> voorbeeld:
- Kenmerk kan je definiëren en het kenmerk heeft verschillende dimensies en de
dimensies hebben verschillende indicatoren
Variabele
- Kenmerk die in concreet meetbare termen is omgezet
o = operationaliseren
o Kolom in databestand
o Statistiek
- Concept: eenvoudig kenmerk -> 1 variabele
- Construct: ingewikkeld kenmerk, abstract/complex begrip -> meerdere variabelen
Conceptueel model: hoofdstuk 2
Conceptueel model
- Theoretisch raamwerk -> conceptueel model -> statistisch model
- Weergave van de relaties tussen kenmerken
- Opgebouwd uit alle kenmerken van de onderzoeksvragen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper karlijnvanesch1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.