Literatuur
L. Stevens, Het nemo-teneturbeginsel in strafzaken: van zwijgrecht naar containerbegrip
(diss. Tilburg), Wolf Legal Publishers 2005, hoofdstuk 4. Te vinden via:
https://research.vu.nl/en/persons/l-stevens/publications/, zie onder 2005. (NB: deze
publicatie weerspiegelt niet op alle onderwerpen de huidige regelgeving maar is vooral
relevant voor inzicht in ratio en politieke geschiedenis).
Deze tekst gaat over het zwijgrecht en de verklaringsvrijheid van de verdachte en beschrijft
de ontwikkelingen in het Nederlandse strafrecht met betrekking tot deze begrippen. Het
zwijgrecht is het gevolg van twee verschillende ontwikkelingen. 1) Men wilde voorkomen dat
verdachten nog te maken zouden krijgen met ongepaste dwang. Iemand die het recht heeft
om te zwijgen, mag immers niet gedwongen worden om te verklaren. 2) Er ontstond een
stroming die geïnspireerd was door het Engels accusatoire systeem, waarbij de verdediging
en aanklager worden gezien als gelijke procespartijen. Volgens deze stroming dient de
verdachte dan ook meer autonomie moeten krijgen om zijn positie in het proces zelf te
bepalen. Hij is niet verplicht te antwoorden en mag zelf bepalen wat hij wel zegt. Deze
autonome positie is verbonden met het nemo tenetur beginsel, de verdachte hoeft niet aan
zijn eigen veroordeling mee te werken. Hier staat echter tegenover dat het belang van de
verdachte niet boven het belang van de waarheidsvinding moet komen te staan. De rechten
van de verdachte moeten geen obstakel vormen voor de waarheidsvinding. Vanuit deze
overweging wordt er discussie gevoerd over het belang van het zwijgrecht en de daaraan
gerelateerde factoren zoals de cautie en de rol van de raadsman bij het verhoor. De vraag is
of de aanwezigheid van de raadsman tijdens het verhoor het voor de verdachte mogelijk
maakt om zo goed mogelijk zijn proceshouding te kiezen of dat zijn aanwezigheid het
verhoor verstoort en daarmee effectieve waarheidsvinding in de weg staat.
L. Stevens & W.J. Verhoeven, ‘Rechtsbijstand bij verdachtenverhoor’ (versie onderwijs),
nog te verschijnen, (zie Canvas).
Deze tekst gaat over de huidige regels omtrent rechtsbijstand bij het verdachtenverhoor en het
empirische onderzoek dat gedaan is over de uitvoering van de regelgeving over rechtsbijstand bij het
verhoor en de effecten van deze regelgeving. De regels zijn als volgt. De verdachte moet voor
aanvang van het verhoor worden gewezen op zijn recht op rechtsbijstand. Minderjarigen of
verdachten van feiten waarop 12 jr of meer op is gesteld mogen geen afstand doen van
rechtsbijstand. Voor aanvang van het verhoor heeft de verdachte recht op max half uur
consultatiebijstand en mag verlengd worden met half uur als het belang van het onderzoek hier niet
tegen verzet. Bij het verhoor zelf mag de advocaat aanwezig zijn maar hij mag alleen antwoorden op
vragen van de verdachte met toestemming van de verhoorder. Advocaat mag alleen vragen en
opmerkingen voor begin en na afloop van verhoor stellen. Hij mag alleen ingrijpen bij schending
pressieverbod (ongeoorloofde druk) of als verdachte onwel is. De advocaat mag de toegang worden
ontzegd als hij de regels overtreedt.
Observaties empirische onderzoeken:
, - Uitvoering nieuwe regelgeving kost veel tijd, meer administratie en advocaten naar het
politiebureau moeten komen en dit niet altijd direct kan.
- Verdachten doen relatief vaak afstand van recht op rechtsbijstand omdat hij het niet nodig
vond bijv.
- Vaker gebruik zwijgrecht en minder intimidatie en misleiding bij rechtsbijstand door
verhoorders.
- Advocaten en politie niet op één lijn. Politie ervaart ingrijpen van advocaten vaak hinderlijk
voor de waarheidsvindingen terwijl advocaten vinden dat hun bevoegdheden te beperkt zijn
om hun cliënt goed te kunnen bijstaan.
Algemeen
- Artikel 29 lid 1 Sv: Biedt de verdachte verklaringsvrijheid door middel van een pressieverbod
voor de verhorende rechter of ambtenaar.
- Artikel 29 lid 2 Sv: Zwijgrecht en cautie
- Artikel 27c Sv: Mededelen recht op consultatie- en verhoorbijstand aan verdachte
- Artikel 28b Sv: Raadsman op het politiebureau. Gaat over de gevallen waarin de advocaat
naar het politiebureau komt. Het uitgangspunt is dat de aangehouden verdachte recht heeft
op gefinancierde rechtsbijstand, als hij dat wenst. Het moet wel gaan om een feit waarop
voorlopige hechtenis is gesteld (misdrijven waarop 4jr of meer op staat). De HOvJ moet dit
mededelen aan de Raad voor de Rechtsbijstand en dan wordt via de piketcentrale een
advocaat geraadpleegd. Indien het gaat om een misdrijf waarop min. 12 jaar staat of
kwetsbare verdachte, kan geen afstand worden gedaan van het recht op bijstand. Als
verdachte zelfgekozen advocaat heeft, wordt die gewoon gebeld. Als het een minder zwaar
feit betreft of verdachte wordt uitgenodigd voor verhoor, kan hij zelf een advocaat bellen,
gaat het niet via de HOvJ
- Artikel 28c Sv: Consultatiebijstand. Het recht om voorafgaand aan het verhoor een advocaat
te kunnen raadplagen, dit vloeit voort uit het Salduzarrest
- Artikel 28d Sv: Verhoorbijstand
Doel, ratio en reikwijdte zwijgrecht
- Doel art. 29 Sv: normering van het verhoor zodat excessen worden voorkomen en
verdachten geen valse verklaringen afleggen.
- Ratio art. 29 Sv: de procesautonome positie van de verdachte.
- De ratio van het zwijgrecht en het nemo-teneturbeginsel ligt in het fundamentele recht van
de verdachte om in vrijheid zijn proceshouding te bepalen.
Procesautonomie
Grenzen: beperkte betekenis van begrip verhoor ex artikel 29 Sv. Onder het verhoor wordt
verstaan alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon
betreffende diens betrokkenheid bij een gepleegd feit. Verklaren en zwijgen in een later stadium
van het onderzoek is niet geheel vrijblijvend. Grote hoeveelheid belastend bewijs kan ‘om uitleg
schreeuwen’. Als de verdachte liegt of zwijgt kan de rechter daar voor de verdachte nadelige
consequenties aan verbinden.
Zwijgrecht in het licht van criminaliteitsbestrijding en waarheidsvinding
- De nadruk ligt tegenwoordig op het principiële belang van het zwijgrecht voor de
procesautonome positie van de verdachte.
- Zwijgrecht is verbonden met het nemo-teneturbeginsel (bloedproef I en
Mollenvangersarrest)
- Hanteerbaarheid zwijgrecht zou criminaliteitsbestrijding en waarheidsvinding hinderen.
- Het vraagstuk rondom bijstand van de raadsman bij het politieverhoor zet de botsing van
belangen verder op scherp.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingridp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.