Hoorcollege 1: Introductie
het leren van de geschiedenis is belangrijk, omdat je weet waar je methoden vandaan komen, je leert
wat werkt en wat niet werkt en wat de impact is geweest van bepaalde psychologische ontdekkingen.
psychologie: samenstelling van psyche (ziel) en logos (gedachten, rede)
discipline die zich bezighoudt met innerlijk leven en het gedrag van mensen
wetenschap
goed: nieuwe kennis/nieuwe ontwikkelingen
Er zijn ook veel dingen die fout gaat ‘wetenschapziekten’’. Hiervoor zijn verschillende oorzaken:
● politiek
○ concurrentie leidt tot efficiëntie, er moet competitie zijn
○ efficiëntie kan leiden tot kwaliteitsvermindering
○ niemand koopt wetenschap
○ onderzoek moet gericht zijn op een huidig probleem
● wetenschapscultuur
○ weinig/trage interne kwaliteitscontrole
○ bekendheid (ook al is het incorrect)
■ korte onderzoekjes (kwantiteit, niet kwaliteit)
■ high impact journals, nieuws moet gaaf zijn
● null-results worden niet tot nauwelijks gepubliceerd
serendipiteit: iets dat toevallig ontdekt wordt (pelicilie, lithium)
de ongezochte vondst
relevantie herkennen: wanneer iets toevallig gebeurt, herkennen als relevant (denk aan verkeerde
medicijn dat gegeven werd en relevant bleek)
wanneer is iets wetenschappelijk onderzoek:
● het moet herhaalbaar zijn, andere onderzoekers moeten het kunnen repliceren
○ kennis
○ wetenschapvaardigheden
○ valorisatie
● een systematisch onderzoek, niet baseren op enkele observatie
○ manipulatie
○ gecontroleerde observaties
● openheid van methoden
○ draagt bij een repliceerbaarheid
○ mensen kunnen verder gaan op jouw onderzoek
oplossingen:
● kleine journals inzichtelijk maken
○ ook negatieve resultaten of resultaten die andere onderzoeken ontkrachten publiceren
● meer proefpersonen meten (power vergroten)
● kritisch op jezelf zijn
● data inzichtelijk maken
● meer kennis verzamelen
○ onontdekte gebieden
,Hoorcollege 2: Wetenschapsfilosofie
Wetenschapsfilosofie gaat over hoe je onderzoek moet doen en wanneer dit wetenschappelijk is.
Eigenschappen wetenschap
● focust op de echte wereld (niet een fictieve, ect)
● probeert de echte wereld te beschrijven, te verklaren en te voorspellen
● gebruik testbare ideen
● berust op bewijs
● wordt ondersteund door een wetenschappelijke gemeenschap
● bouwt voort op eerdere ideeën of resultaten
● gebruikt wetenschappelijk gedrag (onderzoeker moet zich wetenschappelijk gedrag vertonen)
Deductie
premisse: colleges over wetenschapsfilosofie zijn saai
premisse: dit college gaat over wetenschapsfilosofie
conclusie: dit college is saai
de gevolgtrekking is logisch, en dus valide
dit betekend niet dat de conclusie waar is
deductie gaat vaak mis, dit heeft er vaak mee te maken dat de inhoud van de premissen niet waar is
hoe vaker je observeert, hoe groter de kans dat een premisse waar is
het probleem is dat je niet alle observaties kunt doen, dan zou je alles moeten bekijken
positivisme: de wetenschap draait om observeren en dit is de enige manier om dingen te bewijzen
metafysisch realisme: buiten onze geest en waarnemingen om, bestaat er een externe,
onafhankelijke wereld
epistemologisch realisme: wij kunnen objectieve kennis krijgen van die wereld
falsificatie: dat je met absolute zekerheid kunt zeggen dat een conclusie niet waar is
deductie: logisch kloppend, leidt niet tot meer kennis
inductie: logisch niet kloppend, leidt tot meer kennis (nooit genoeg observaties)
Demarcatie
= wat wetenschap scheidt van pseudowetenschap
alleen een theorie die falsifieerbaar is, is wetenschappelijk
we kunnen falsificeren door observaties, maar observaties zijn niet objectief: problematisch
observaties zijn vaak theorie-afhankelijk
kort gezegd:
- een manier om te controleren of iets wetenschappelijk is, is kunnen falsificeren
- hiervoor zijn observaties nodig
- observaties zijn vaak theorie-afhankelijk en subjectief
positieve heuristiek: onderzoek dat de theorie onderbouwd
negatieve heuristiek: onderzoek dat de harde kern aantast
, Wetenschappers/filosofen
Copernicus deductie/inductie
ontdekte door observeren dat het idee dat alles
om de aarde heen draait niet toereikend was
Francis Bacon deductie/inductie
deductie is alleen nuttig als alle premissen waar
zijn, dit kunt je controleren door observatie, je
moet dus inductie gebruiken
Immanuel Kant deductie/inductie
we zullen nooit 100% de waarheid kennen, onze
geest creëert de realiteit en er is dus geen
objectieve wereld
Kuhn cyclus
er is een cyclus waarbij nieuwe takken van
wetenschap komen, opkomen en weer eindigen.
Werk met z'n alle aan een paradigma, als je niet
vooruitkomt moet je aan de slag met iets nieuws
Lakatos programma’s
er is bij wetenschap een harde kern (die nemen
we aan voor waar), daaromheen zit een
beschermgordel
Paul Feyerabend alles mag, iedereen is een wetenschapper
Popper falsificatie
eens met Kant dat we niet 100% de waarheid
zullen kennen, observaties zijn belangrijk (wel een
objectieve wereld), daarom: falsificatie
Weber waarneming
waarneembaar verschil is relatief
+ de wet is algemeen
+ de wet is te falsificeren (maar nooit gebeurt)