Hoorcolleges Strategische Communicatie
Extra informatie vanuit het boek
HC 1
31-08-2020
Drie perspectieven op communicatie
Klassiek model van communicatie
Zender Boodschap Ontvanger
In dit model is de ontvanger ook de zender, continu wederzijdse uitwisseling (interactie)
Een andere tekortkoming is dat er geen informatie is over de persoon. Van de een neem je sneller
dingen aan de ander (sociale relaties)
Verder interpreteren veel mensen een boodschap anders en er is weinig context over bijvoorbeeld
de locatie
Interactiemodel
Informatie gaat niet alleen van de een naar de ander
Doet meer recht aan de realiteit
Perspectieven:
- Objectief of overdrachtsmodel: informatie gaat van ontvanger naar zender
Informatie is objectief en onveranderlijk
Zender staat centraal, welke kennis moet worden overgedragen
Gebrek aan kennis bij de ontvanger
- Subjectief of psychologisch model, hierbij ook kijken hoe mensen het verwerken en hoe het
geïnterpreteerd wordt
Symbolen worden verschillend opgevat
Ontvanger staat centraal, begrijpen wat ze nodig heeft
Hoe wordt de boodschap geïnterpreteerd
- Interactief of constructivistisch model, hoe er betekenis wordt gegeven aan interactie
Betekenis staat niet vast
“Symbolische interactie”: betekenisgeving
Vb. kiloknaller
Was eerst een goedkope deal, maar veel discussie geweest over het leed van dieren waardoor het
een nieuwe betekenis kan krijgen: ontwikkelen van een wereldbeeld (ook subculturen)
Sociaal constructivisme: werkelijkheid bestaat niet, want werkelijkheid is het resultaat van
gesprekken tussen vrienden
Interpretaties komen tot stand door interacties
Niveaus
Psychologie: meer voor een individu
Interpersoonlijke communicatie
Groepen en netwerken, hoe vormen ze zich en interactie zoeken
Organisaties en instituten, beleidsvorming
Publieke debat, hoe denken groepen over iets en hoe is dit te beïnvloeden
Interculturele communicatie, tussen andersdenkenden vb. overheid en de boeren
Communicatie:
- Life-sciences (wat heb je met elkaar te maken)
- Symbolische interactie, bepaalde interpretaties per persoon
, - Verbinding, vaak met dezelfde mensen communiceren, ontwikkelen van een gemeenschap
- Beïnvloeding
- Speelt zich af op alle niveaus (hierboven genoemd)
Verandering is het resultaat van samenspel tussen ambities, omstandigheden en interacties
HC 2
01-09-2020
Gedrag en gedragsverandering
Gedrag bestaat uit alle bewuste en onbewuste handelingen, die al dan niet waarneembaar zijn
Alles wat we doen uit onszelf, maar als ook reactie op hetgeen dat om ons geen gebeurt
Veel maatschappelijke problemen worden veroorzaakt door gedrag
Vb. voedselverspilling, roken, vervoer
Consequenties op de gezondheid, klimaat etc.
Gedrag + omgeving = maatschappelijk probleem
Wanneer je gedragsverandering wil doorvoeren, goed kijken waar de aanpassing zit, welk gedrag is
het precies
Gedrag kan verschillen per situatie of groep
Gedragsverandering is lastig, want:
- Verandering kost meer energie dan doen wat je altijd hebt gedaan (gewoontes en
automatisme)
- Fysieke en sociale omgeving: voorzieningen en groepsnormen
- Neiging om pijn, ongemak en verlies te vermijden: lage motivatie om te leren
Theorie van gepland gedrag
Versimpeling van de werkelijkheid
Attitude: hoe belangrijk, wil je het, afwegen van voor en nadelen
Subjectieve norm: gaat om de norm en je omgeving (mogen)
Eigen effectiviteit: durven, vertrouwen in eigen kunnen om iets echt te doen
Kennen: is de voorwaarde van de vorige drie: kennis nodig
Voordelen van gepland gedrag
- Eenvoudig inzicht in factoren die ons gedrag beïnvloeden
- Aangrijpingspunten om gedrag te veranderen
Nadelen
- Niet alle relevante factoren komen terug, want gedrag is complex
- Niet-rationele afwegingen missen
- Geen onderscheid in typen gedrag: gewoontegedrag, zonder nadenken uitgevoerd
Verslavingsgedrag, sterke afhankelijkheid, geen rationele afweging
Noodzakelijk gedrag: geen sprake van een afweging
Elaboration likelihood model:
- Perifere route: informatieverwerking die uit gaat van heuristieken en shortcuts voor het
vormen van een attitude
Beoordelen van nieuwe informatie laten leiden door simpele beslisregels
Bijvoorbeeld bij reclames wordt er ingespeeld op emoties met het idee om dan ook geld te geven
, - Centrale route: men legt de focus op de belangrijkste boodschap van een reclame wanneer
we een attitude vormen. Meer informatie heeft vaak al te maken met de centrale route.
Zorgvuldig nadenken over de waarde en juistheid van de argumenten
Rechte weg
1. Motivatie tot verwerking, betrokkenheid en de behoefte tot nadenken
2. Bekwaamheid tot verwerking, voorkennis en afleiding
3. Aard van verwerking, positief, negatief of neutrale gedachten
4. Verandering van de cognitieve structuur
5. Attitudeverandering via rechte weg
Voordelen; duurzamer, resistenter en betere voorspeller
Mogelijke prikkels van de perifere weg
- Emoties
- Aantrekkelijke bron
- Meerdere argumenten
Verband tussen de prikkels en de heuristieken
Vaak worden er veel boodschappen tegelijk gegeven en we hebben geen tijd/energie om alles te
overdenken. Heuristieken bieden de mogelijkheid snel een mening te vormen (vaak wel een tijdelijke
mening)
Persuasieve communicatie: argumenten gegeven waarom iets slecht is en je ergens mee moet
stoppen
Verwerken van argumenten
Gebrek aan motivatie kan komen door emoties, weinig spanning en denken al genoeg informatie te
hebben
Typen argumenten
- Wetenschappelijke bron
- Persoonlijke ervaringen
- Sociale aangelegenheden
Referentiekader
Mensen geven betekenis vanuit specifiek kader dat verandert en samenhangt met die van het
collectief
Het kan helpen om te kijken hoe mensen denken
5 onderdelen
- Kennis: impact van stigmatiserend gedrag
- Waarde: goed en fout
- Norm: vertaling van waarde in gedragsregels
- Belang: materieel
- Overtuiging
Theorie van sociale beoordeling
Inzicht in referentiekader kan helpen om boodschappen af te stemmen op de doelgroep
Effect van communicatie op attitudeverandering
3 zones
- Acceptatiezone: inhoud van de boodschap komt overeen met bestaande attitudes
- Neutrale zone
- Verwerpingszone: bezwaar
, Als er een boodschap wordt gegeven, moet het bij de groep passen voor wie het is bedoeld
Cognitieve dissonantietheorie
Cognities: vermogen om dingen te leren
Wat is cognitieve dissonantie?
Mensen zijn zich ervan bewust dat hun overtuiging/opvattingen niet overeenkomen en hierdoor kan
er een onaangename spanning veroorzaakt worden
Consonant: wanneer cognities met elkaar overeenkomen vb. vliegen is slecht voor milieu en ik vind
treinreizen leuk
Dissonant: bepaald gedrag vertonen, maar weet ergens wel dat het niet goed is, maar doet het wel
Irrelevant: twee zaken verbinden die eigenlijk weinig met elkaar te maken hebben
Cognitieve dissonantie reduceren
1. Negeren van dissonante informatie: niet snel kijken naar iets wat het tegenovergestelde van
jouw mening is
2. Toevoegen van nieuwe cognities: zelf ontwikkelen
3. Veranderen van bestaande cognities
4. Gedrag aanpassen
Doel om te kunnen handhaven in de complexe situatie
Nieuwe cognities toevoegen om te gaan met dissonantie
Eigen gedrag rechtvaardigen door de nadelen af te zwakken
Bestaande cognities worden veranderd, compenseren dat er ook goed gedrag plaats vindt
Kritiek:
Menselijk streven om dissonantie te voorkomen sterk benadrukken
Gevaarlijk om selectief te zijn
Dissonantie is een mogelijke manier voor verandering
HC 3
07-09-2020
Onbewuste processen van gedragsbeïnvloeding
Selectieprocessen:
Kennis wordt gestructureerd in je hoofd en het ene wordt makkelijker opgeslagen dan het andere
Met nieuwe kennis focust men zich vooral op aspecten die voor jou relevant zijn
Kennis stuurt waarnemingen, ook waar we weinig aandacht aangeven (blinding insights)
Constructivisme: waarnemingen ordenen en structuren
Betekenis aan ervaring en percepties
Individueel en collectief
Sociaal constructivisme: nadruk op belang cultuur en context om maatschappij te begrijpen
Alle deelnemers dragen collectief bij aan de betekenis van de maatschappij
Sociaal cognitieve theorie
Associaties kunnen verschillen per persoon of per groep, vormgeven van de sociale werkelijkheid
Assumpties binnen theorie: realiteit, kennis en leren
Deconstructivisme: bestaat de waarheid wel?