ONCOLOGIE
Inhoud
Biomedisch .............................................................................................................................................. 3
BMD CO1. Lymfestelsel ....................................................................................................................... 3
BMD CO2. Tumoren .......................................................................................................................... 11
BMD CO3. Medische behandeling en gevolgen gekoppeld aan borstkanker ................................... 20
Centraal neurologische aandoeningen ................................................................................................. 31
CNA CO1. Mensen met een verstandelijke beperking ...................................................................... 31
CNA CO2. Mensen met een ernstige meervoudige beperking (EMB) .............................................. 31
CNA CAS1. Patiënt met CVA rechter hemisfeer + hogere cerebrale stoornissen ............................. 31
CNA CAS2. Patiënten met M. Parkinson + gevolgen + hoge cerebrale stoornissen ......................... 32
CNA CAS3. Patiënten met Down Syndroom + comorbiditeiten ........................................................ 33
CNA CASP1. Uitvoeren CVA casus praktijk en toelichting klinisch redeneren .................................. 33
CNA CASP2. Uitvoeren Parkinson casus praktijk en toelichting klinisch redeneren ......................... 33
CNA CASP3. Uitvoeren Down Syndroom casus praktijk en toelichting klinisch redeneren .............. 33
CNA WCO Presentaties op basis van CASP1, CASP2, CASP3 ............................................................. 33
Oncologie............................................................................................................................................... 33
ONCO CO1. Fysiotherapie en oncologie ............................................................................................ 33
ONCO CO2. Oedeem en oedeemtherapie......................................................................................... 38
ONCO BFO1. (Lymf)oedeem bij oncologie ........................................................................................ 45
ONCO V1. Onderzoek oncologie ....................................................................................................... 46
ONCO WCO. Behandeling oncologie ................................................................................................. 54
ONCO V2. Onderzoek oedeem .......................................................................................................... 60
ONCO V3. Behandeling oedeem 1..................................................................................................... 60
ONCO V4. Behandeling oedeem 2..................................................................................................... 60
ONCO CAS. Casuïstiek bij oncologie .................................................................................................. 60
Muskeloskeletale aandoeningen........................................................................................................... 60
MSA CO1. Operatief WK, OE en BE ................................................................................................... 60
MSA CO2. Verdieping Wervelkolom (Thema klinisch redeneren en PROMS) .................................. 60
MSA CO3. Beeldvorming MRI, Röntgen, CT, etc. .............................................................................. 65
MSA CO4. Beeldvorming echo .......................................................................................................... 65
MSA JC1. Journal club 1 ..................................................................................................................... 65
MSA JC2. Journal club 2 ..................................................................................................................... 66
MSA PGOL1. BIBO (Better In Better Out) heup en knie risicostratificatie ........................................ 66
, MSA PGOL2. Post operatieve protocollen: een kritische blik ........................................................... 70
MSA V1. Algemene principes in ziekenhuiskamer verpleging .......................................................... 70
MSA V2. Operatief knie/ enkel, schouder elleboog pols................................................................... 71
MSA V3. Heup/knie (THP/TKP) .......................................................................................................... 71
MSA V4. Post ok WK .......................................................................................................................... 71
MSA V5. Complexe casuïstiek: diagnostiek ....................................................................................... 71
MSA V6. Complexe casuïstiek: therapie ............................................................................................ 71
MSA V7. Amputatie/ prothesiologie ................................................................................................. 71
Respiratoir Cardiovasculaire Aandoeningen ......................................................................................... 71
RCA BFO1. Actualiteit in longrevalidatie- en cardiorevalidatie ............. Error! Bookmark not defined.
RCA CAS1. Introductie casuïstiek complexe problematiek I ............................................................. 71
RCA CAS2. Introductie casuïstiek complexe problematiek II ............................................................ 73
RCA CAS3. Complexe longpatiënt: fysiotherapeutisch diagnostisch proces ..................................... 74
RCA CAS4. Complexe longpatiënt: therapeutisch process ................................................................ 74
RCA CAS5. Complexie hartpatiënt: fysiotherapeutisch process........................................................ 74
RCA CAS6. Complexe hartpatiënt: therapeutisch process ................................................................ 74
RCA KFO. Complexe patiënt in een klinische setting ........................................................................ 74
Toegepaste Gedragswetenschappen .................................................................................................... 74
TGW CO1. Psychopathologie ............................................................................................................. 74
TGW V1. Lastige gesprekken en ‘Roos van Leary’ ............................................................................. 80
,Biomedisch
BMD CO1. Lymfestelsel
Literatuur: Bijlage lymfe (verwerkt in leerdoelen)
Leerdoelen:
1. kan de verschillende type lymfvaten benoemen en de bouw beschrijven
- lymfecapillairen
o blind begin
o endotheelcellen
o BM niet overal aanwezig
o Endotheelkleppensysteem: zorgt voor eenrichtingsverkeer
o Ankerfilamenten
o Transport drukverschil: afvoer vindt plaats, omdat druk verderop lager is
- Precollectoren
o Endotheel
o Glad spierweefsel
o Kleppen (zoals bij venen)
o Eerste deel nog resorptie
o Actief transport (d.m.v. contracties)
- Collectoren: verzamelnvaten die de lymfe rechtstreeks naar de lymfeknopen transporteren.
o afferente collectoren lopen naar lymfknoop toe, efferente collectoren lopen van
lymfknoop af
o T. inima, t. media, t. adventitia
o Kleppen → lymfangion: stukje tussen 2 kleppen in
▪ Moeten na elkaar contraheren
o
- Truncus
, - Ductus thoracicus of lymfaticus dexter
- V. subclavia
- Ductus lymfaticus dexter
- V. subclavia dextra
2. kan de verschillende grote lymfvaten benoemen (truncus en ductus) en aangeven van welk
gebied ze de lymfe afvoeren
- Truncus
o Truncus lumbalis
▪ Lymfe benen en helft bekken
o Truncus intestinalis
▪ Cisterna chyli
- Ductus thoracicus: voert af naar de V. Subclavia s. in de venenhoek
o Truncus bronchomedistinales s. (links thorax)
o Truncus subclavius s. (linkerarm)
o Truncus jugularis s. (linkerhoofd)
- Ductus lymfaticus dexter: voert af naar de V. Subclavia dexter in de venenhoek
o Truncus bronchomedistinales d. (rechterthorax)
o Truncus subclavius d. (rechterarm)
o Truncus jugularis d. (rechterhoofd)
Transport Truncus en ductus:
- Actief
- Skeletspierbewegingen
- Pulsaties
- Adembewegingen
- Waterstraalzuigpompeffect
3. kan uitleggen via welke wegen de lymfe naar de bloedbaan stroomt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dboonen99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.