Onderzoek – Sociale veiligheid
1 Introductie begrippen en context
Lezen: hoofdstuk 1 t/m 4 uit Sepmeijer en Kernwaarden van de Nederlandse samenleving
In de werkplaats staat het thema (de waarde) sociale veiligheid centraal, binnen de leeruitkomst
onderzoekend vermogen.
Sociale veiligheid:
- wetten en regels rond veiligheid
- gedrag in verschillende contexten: oorzaken en risicotaxatie
- professioneel handelen
- integraal werken en beroepsethiek
Onderzoekend vermogen:
- je onderzoekt een veiligheidsvraagstuk en formuleert aanbevelingengericht op het verbeteren van
de praktijk.
Veiligheid/mens in sociale context: (sociale) psychologie, psychopathologie, (grensoverschreidend)
gedrag, criminologie, risicotaxatie, beginselen democratische rechtstaat, civiel en strafrecht,
bestuur, wetgeving, rechtsfiguren en -organisaties, rechten van de mens en van het kind,
beroepsethiek, hoe gaat de beroepsgroep om met ethische dilemma’s. ingaan op de beroepscode en
tuchtrecht, beroepscode, meldcode.
Week 1: introductie
Week 2: ethiek: beroepscode en tuchtrecht
Week 3: recht: grondrecht en democratische rechtstaat
Week 4: strafrecht, bestuursrecht, privaatrecht
Week 5: risicofactoren/RNR model
Week 6: interventies
Week 7: integratiemoment huiselijk geweld
Kennistoets:
reproductie van kennis en inzicht. Open vragen toets. Casustoets. 2 uur.
Wat zorgt voor veiligheid?
Het gaat echter niet alleen om het ‘wat’ maar ook om het ‘hoe’ en ‘wie’
Dus niet alleen kijken naar de interventies zelf, maar ook hoe deze interventies het beste uit de verf
komen en wie ervoor moeten zorgen dat deze interventies succesvol worden uitgevoerd.
De kwaliteit van de veiligheidsketen is een cruciale voorwaarde voor succesvolle interventies en
uiteindelijk minder recidive (herhaling van strafbare feiten).
,Wat zorgt voor veiligheid?
Rechtshandhaving politie, OM, gemeente, reclassering, dji (dienst justitiële inrichting)
Maatregels, wetten, regels, gedragscodes, interventies, meldcode
Ondersteuning en hulpverlening gemeente, GGZ, reclassering, wijkteam, SAVE
Civiel, bestuurlijk, strafrecht, tuchtrecht
Gelegenheidsbeperking politie, woningcorporatie, jongerenwerk
Preventief, repressief, curatief
Rechten en plichten: waar moet je je aan houden.
Primaire grondrechten klassiek: vrijheid van meningsuiting
Secundaire grondrechten sociale grondrechten: overheid moet zorgen voor inspannen.
Voor de sociaal werker, om cliënten goed te begeleiden:
waar komt de maatregel/actie vandaan en door wie opgelegd en met welk doel?
Sociale veiligheid:
de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van
de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte.
Maatregelen wetten en preventie
Subjectieve veiligheid fysieke omgeving/kennis/individuele kenmerken
Daadwerkelijke criminaliteit
Dat veroorzaakt wordt door of dreigt van de kant van menselijk handelen: hierdoor worden
oorzaken als natuurgeweld, constructiefouten en dergelijke uitgesloten.
‘in de openbare ruimte’: bijvoorbeeld de openbare weg, in het voor een ieder toegankelijk openbaar
vervoer (incl. haltes en stations) en openbare gebouwen, zonder een uitspraak te doen over
publiekrechtelijk of privaatrechtelijk gebied.
Sociale veiligheid = gedrag.
Het bevorderen van sociaal gedrag.
Sociale veiligheid (gedrag):
de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door of dreigt van
de kant van menselijk handelen in de openbare ruimte. (context) (handelen door sociaal werker)
Sociale veiligheid =
Gedrag
Regelovertreding (delinquent gedrag)
Overlast (op straat, buurt)
Vervelend gedrag (leefklimaat, pesten)
Context
Primaire leefomgeving
Netwerken
Gemeenschappen
Online / fysiek
,Professioneel handelen en recht
Oorzaken en signalering
preventief (primair en secundair)
curatief handelen (interventies)
repressief (straffen)
Dan moet je weten wat de achtergrond is, wat zinvol is, en ook hoe te voorkomen. Zowel acuut als
duurzaam: direct en indirect.
Ethiek
Leg uit waarom het ethisch handelen (ook) hier zo belangrijk is.
Domeinen, integraal, wetten en regels etc)
- geef jij je client aan?
- wanneer doe je een melding bij VT?
- wanneer deel je gegevens over een client?
- zou jij een zedendelinquent bijstaan?
Kortom:
Elke client heeft met regels te maken, denk zo aan: zorg, jeugd, welzijn, schulden,
belangen(behartigen), (dwang)maatregelen, uitkeringen, subsidies, wonen, werken, kopen,
leven(sonderhoud).
Als SW’er moet je weten: waar komt de maatregel/actie vandaan en door wie opgelegd en
met welk doel?
Daarvoor is kennis nodig over het ontstaan van crimineel gedrag en factoren die er toe doen.
Maar ook wetten en regels.
Niet alleen client: aan welke regels moet je je als professional houden; jij als professional kan
aansprakelijk zijn voor zijn of haar handelen.
Welke afwegingen maak je wanneer je te maken krijgt met complexe casuïstiek?
Opdracht 1
Controversiële kwestie, namelijk het dragen van nikabs. Je kijkt hier naar vanuit grondwettelijke
regels en bevoegdheden. Wat houdt de grondwet in en kun je bepaalde grondrechten noemen?
Wat valt onder gezichtsbedekkende kleding en waarom is ervoor gekozen om
gezichtsbedekkende kleding te verbieden in de openbare ruimte?
Waarom wordt er vooral gefocust op boerka’s en nikabs?
Welke persoonlijke overwegingen kun je hebben om een boerka of nikab te dragen?
Kun je het vorige antwoord verbinden aan een grondwettelijke bepaling?
Het verbod heeft bij vele geen prioriteit bij de handhaving:
Waarom kiest men daarvoor?
Wat zegt dit over de wet?
Wat veroorzaak je hiermee rondom wetgeving?
Opdracht 2
Reljongeren
Welke oorzaken kun je aanwijzen voor de rellen tijdens de corona maatregelen
plaatsvinden?
Wie is/zijn verantwoordelijk voor het politieoptreden?
Welke aanpak wordt in het artikel voorgesteld?
Kun je zelf nog een alternatief aandragen om de rellen tegen te gaan?
, 2 Ethiek, beroepscode en tuchtrecht
Lezen: hoofdstuk 10 en 12.2 uit Sepmeijer.
Doornemen van de Beroepscode voor de Sociaal Werker
Kennisclip 1 introductie en de beroepscode
Beroep VS. Professie
Samenleving
Ethisch normatief----------------Relationeel--------------------------Technisch instrumenteel
Organisatie
Beroepscodes
Beroepscode sociaal werker
Beroepscode maatschappelijk werker
Beroepscode voor de Jeugd- en Gezinsprofessional
Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker
Beroepscode voor de Sociaal Agogisch Werker
Vertellen welke normen, waarden en houding die je moet hebben.
www.bpsw.nl/publicaties/#
Beroepscode is geen beroepsprofiel!
Beroepsprofiel = wat wordt er van je verwacht.
Hoofstukken beroepscode
1. Centrale waarden
2. Relatie met de burger/cliënt en diens omgeving
3. Samenwerking
4. Verhouding tot de werkgever/opdrachtgever
5. Relatie tot het beroep en beroepsgenoten
6. Relatie met de samenleving
Wat valt je op bij het lezen van de beroepscode? Beroepscode bij je houden tijdens je tentamen
(bijv in pdf vorm)
Het zijn vooral wetten en gedragsregels.
Normen voor hoe een professioneel sw’er dient te handelen. (ethische dimensie)
Kennisclip 2 Ethiek als onderdeel van filosofie
Ethiek = morele filosofie
Filosofie = onderzoek naar de fundamenten van alles.
Kennisclip 3 Ethiek (algemeen)
Ethiek = morele filosofie
Filosofie = nadenken over fundamenten