Leerdoelen
In week 2 maakten we nader kennis met de spelers op de financiële markten en het
relevante financieelrechtelijke toezichtskader. We bespraken het toezicht op banken,
verzekeraars, betaaldienstverleners, beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen en
financiëledienstverleners. In week 3 gaan we nader in op het financieelrechtelijke
toezichtskader voor één type speler: de beleggingsinstelling.
Het is de bedoeling dat u na deze week:
kunt uitleggen wat beleggingsinstellingen zijn, wat het verschil is tussen icbe’s en
alternatieve beleggingsinstellingen, en wat mogelijke kenmerken zijn van
beleggingsinstellingen;
kunt uitleggen wat het nationale en Europeesrechtelijke toezichtkader is op
beleggingsinstellingen;
dit toezichtrechtelijke kader kunt toepassen op een casus;
een complexe casus over de financieelrechtelijke verplichtingen voor
beleggingsinstellingen kunt analyseren en oplossen;
de privaatrechtelijke inrichting van beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen
kunt onderscheiden; en
De privaatrechtelijke vragen rondom beleggingsfondsen kunt plaatsen en
beantwoorden, in het bijzonder:
o welke partij is gerechtigd tot de activa van het beleggingsfonds?
o welke partij is verbonden voor de passiva?
o vormen de deelnemers in het beleggingsfonds een personenvennootschap?
Zie artikel Van der Velden. Zo niet: samenstel van contracten tussen de
partijen. Kenmerken van lastgeving, van certificering, maar niet als zodanig
als personenvennootschap zijn te kwalificeren.
o zijn de deelnemers aansprakelijk voor de verplichtingen ‘van het
beleggingsfonds’?
Aantekeningen
Beleggingsinstellingen:
Instellingen voor collectieve beleggingen (ICBE-Rl) (UCITS)
Icbe (Wft)
Fonds voor collectieve belegging in effecten
Maatschappij voor collectieve belegging in effecten.
Alternatieve beleggingsinstellingen (abi AIFM-Rl)
Beleggingsinstelling (Wft) (alternatief is door de wetgever gewoon overgeslagen in
de Wft).
Beleggingsfonds
, Beleggingsmaatschappij
Art. 1 AIFM-richtlijn:
Deze richtlijn stelt regels vast voor (1) de vergunningverlening aan (2) de dagelijkse
bedrijfsuitoefening door en (3) de transparantie van beheerders van alternatieve
beleggingsinstellingen (abi-beheerders) die alternatieve beleggingsinstellingen in de Unie
beheren en/of verhandelen.
Regels waar we het over gaan hebben gaan steeds over beheerders.
Art. 1:13 Wft lid 1: ‘is gericht tot hun beheerders’.
In dit lid zie je ze alle 4: een gewone abi (fonds/maatschappij), en icbe
fonds/maatschappij, wel met aparte beheerder! Markeren in bundel.
Lid 1 ziet dus op aparte (externe) beheerder, lid 2 ziet op situatie dat er geen aparte
beheerder is, maar een interne beheerder.
Bij een fonds moet altijd een aparte/externe beheerder zijn. Heel veel regels zijn
hetzelfde, maar toch handig om te weten.
Wat is het verschil tussen een beleggingsinstelling en een beleggingsonderneming? We
hebben het vandaag alleen over beleggingsinstellingen.
Beleggingsinstelling is geen beleggingsonderneming, maar kan wel verband zijn tussen
beide. Als we het hebben over beleggingsinstellingen is de beheerder belangrijk.
Beleggingsonderneming: degene die een beleggingsdienst verleent of een
beleggingsactiviteit verricht. “Verlenen van een beleggingsdienst”= a-f manieren voor
wanneer je een beleggingsdienst verleent. Dan ben je dus een beleggingsonderneming.
Art. 2:67a lid 2: AFM kan een beheerder van een beleggingsinstelling met een vergunning
toestaan de volgende diensten te verlenen. Die zie je terugkomen in het rijtje verlenen van
een beleggingsdienst. Dus eigenlijk, een beheerder van een beleggingsinstelling mag alleen
deze vier diensten verrichten niet meer, en als hij dat doet, is hij een
beleggingsonderneming.
Dus een beleggingsinstelling kan geen beleggingsonderneming zijn, maar een beheerder van
een beleggingsinstelling kan bepaalde diensten verrichten, indien hij dat met toestemming
doet, zijn we terug in definitie van verlenen van een beleggingsdienst ->
beleggingsonderneming.
Grootste verschil, heel breed gezien: beleggingsinstelling doet voor collectief.
Opdrachten
1. Wat zijn de verschillen tussen een beleggingsinstelling en een icbe in de zin van de
Wft?
Art. 1:1 Wft:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninadirkse. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.