Fijn overzicht van de belangrijkste zaken uit de jurisprudentie voor het vak IPR - Internationaal Privaatrecht - Master Civiel recht Universiteit Leiden.
Week 1: Inleiding IPR en Bevoegdheidsrecht
HR 2014: Interregionaal privaatrecht (sv)
Bij de beantwoording van de vraag of de rechter in een geval van interregionale aard rechtsmacht toekomt, dient de
rechter aan te sluiten bij de bevoegdheidsbepalingen die voor hem gelden op het terrein van het internationaal
privaatrecht.
Week 2: Brussel I bis-Verordening: hoofdlijnen en bevoegdheidsgronden (formeel)
HvJ 2005: Owusu
De rechter die bevoegdheid toekomt op grond van art. 4 Brussel I bis mag zich niet onbevoegd verklaren op de grond
dat een rechter in een andere verdragsstaat geschikter zou zijn om van het geschil kennis te nemen. (Dat geldt ook
wanneer de bevoegdheid van de rechter van een andere verdragsstaat niet aan de orde is of wanneer het geschil
geen andere aanknopingspunten heeft met een andere verdragsstaat.)
Forum non conveniens: rechter verklaart zich onbevoegd omdat toch een andere rechter geschikter is (common law).
Nadeel is dat procespartijen niet weten wat de rechter gaat doen: onvoorspelbaar. Niet toegestaan onder Brussel I
bis, past niet in onze continentale traditie.
HvJ 2010: Pammer en Hotel Alpenhof
Wanneer richt de professionele partij zich op een bepaald land (art. 15 lid 1 Brussel I bis), vast te stellen a.d.h.v.
activiteit op zijn website?
HvJ: Dan moet je kijken naar de taal, de munteenheid, de mogelijkheid om in dat land te bezorgen. Aan de hand
van deze factoren kun je vaststellen of de ondernemer zich op een bepaald land richt.
Blijkt uit de internetsite en de algemene activiteit dat deze van plan was om handel te drijven met consumenten
die woonplaats hebben in de lidstaat van die consument? Was hij bereid om met hun overeenkomsten te sluiten?
HvJ 2012: G/Cornelius de Visser
Bij formeel toepassingsgebied Brussel I bis-Verordening (bevoegdheidsvraag): Als de woonplaats onbekend is en de
verweerder heeft de nationaliteit van een lidstaat (of vermoedelijk) en er zijn niet afdoende aanwijzingen dat hij
woonplaats heeft buiten de EU, dan mag je gewoon de regels van de Brussel I bis-Verordening toepassen. Als je dat
dan toepast en je komt bij een bevoegdheidsregel die verwijst naar de woonplaats, dan mag je de laatst bekende
woonplaats pakken.
HvJ 2013: Emrek/Sabranovic
Art. 17 Brussel I bis consumentenovereenkomsten: “En de overeenkomst onder die activiteiten valt”. Nederlandse
ondernemer heeft winkel in Leiden en heeft webshop die zich op België en Nederland richt. Een Belg komt in zijn
fysieke winkel en koopt iets. Is dit een consumentenovereenkomst?
HvJ: Het feit dat jij je richt op dat land, is voldoende. Dat de consument niet op internet koopt maar in de winkel,
maakt niet uit, dus “valt ook onder die activiteiten” ex art. 17 Brussel I bis.
HvJ 2015: El Majdoub (sv)
(Art. 23 lid 2 Brussel I bis)
Als bij een elektronisch gesloten koopovereenkomst de AV zijn aanvaard d.m.v. click wrapping en die AV een
bevoegde rechter aanwijzen, is het rechtsgeldig (ovk wordt duurzaam geregistreerd) als de mogelijkheid bestond
(VOOR sluiting van de overeenkomst) om de tekst van de AV af te drukken en op te slaan.
HvJ 2018: Schrems/Facebook (onvoldoende?)
Max Schrems procedeert tegen Facebook. Hij voert actie tegen Facebook: professional. HvJ: Hij moet nog steeds als
consument worden aangemerkt.
HvJ 2014: Cartier parfums/Ziegler
De bevoegdheid van de eerst aangezochte rechter staat vast wanneer deze zich niet ambtshalve
onbevoegd heeft verklaard en geen van de partijen voor alle weren zijn bevoegdheid heeft betwist,
behoudens het geval van exclusieve bevoegdheid van een andere rechter.
Hoszig
Art. 25 Brussel I bis voorwaarden:
1) Internationale zaak
2) Rechter aangewezen in de EU
Hoszig-arrest:
3) Bepaalde rechtsbetrekking (duidelijk en specifiek)
4) Voldoen aan vormvereisten art. 25 lid 1 a-c
5) Wilsovereenstemming (als je aan de vormvereisten voldoet, wordt wilsovereenstemming vermoed)
6) Niet nietig krachtens recht van die lidstaat (materieel geldig; art. 25 lid 1)
7) Niet strijdig met art. 15/19/23 (bij zwakkere partijen gelden aanvullende vereisten voor forumkeuze) of art. 24
(exclusieve bevoegdheid)
Week 3: Brussel I bis-Verordening: Bevoegdheidsgronden, erkenning & tenuitvoerlegging (formeel)
HvJ 1998: Van Uden/Decoline
HvJ heeft een twee sporen-systeem ontwikkeld:
, - Spoor 1
Als de rechtbank bevoegd is voor het bodemgeschil (art. 4 of 7-26), dan is hij ook bevoegd om voorlopige en
bewarende maatregelen te gelasten. Dan gelden er geen aanvullende vereisten en kom je niet toe aan art. 35.
- Spoor 2
Als spoor 1 niet opgaat (rechter is niet bevoegd t.a.v. bodemgeschil), dan kan hij e.v.t. bevoegdheid baseren o.g.v.
art. 35, maar dan zijn er aanvullende voorwaarden (cumulatief):
1. Nederlandse rechter moet die maatregel krachtens zijn nationale recht kunnen gelasten + die maatregel moet in
zijn nationale recht bekend zijn
Interne bevoegdheidsregels.
2. Het moet gaan om een voorlopige of bewarende maatregel in de zin van art. 35
Dit is een verdragsautonoom begrip: HvJ bepaalt of iets een voorlopige maatregel in de zin van art. 35 is. HvJ heeft in
Van Uden/Decoline bepaald dat incasso-kort geding in beginsel geen voorlopige of bewarende maatregel is, tenzij er
aan 2 aanvullende voorwaarden wordt voldaan:
- garantie tot terugbetaling:
- maatregel heeft betrekking op vermogensbestanddelen op territoir van de rechter
3. Reële band tussen de maatregel en territoir van de aangezochte rechter
VB: Als de voorlopige maatregel ten uitvoer kan worden gelegd in dat land, is er reële band.
Is een incasso-kort geding (voorschot van betaling) een maatregel in de zin van art. 35?
Een incasso-kort geding in beginsel geen voorlopige of bewarende maatregel is, tenzij er aan 2 aanvullende
voorwaarden wordt voldaan:
- Eiser moet garantie tot terugbetaling geven (als hij in het ongelijk wordt gesteld in bodemprocedure, betaalt hij het
voorschot terug).
- Voorlopige maatregel heeft betrekking op vermogensbestanddelen op territoir van de rechter.
Over art. 7 lid 1: Overeenkomst
HvJ 1976: De Bloos/Bouyer
Verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt is de verbintenis uit de overeenkomst die is geschonden: wat de eisende
partij wil dat de andere partij doet.
HvJ 1976: Tessili/Dunlop
Lokalisatie: Als partijen geen plaats zijn overeengekomen Tessili-loop: Plaats van uitvoering moet je dan bepalen
overeenkomstig het recht dat volgens de conflictregels van de aangezochte rechter de litigieuze verbintenis beheerst.
De plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt moet worden uitgevoerd, wordt dan bepaald aan de
hand van het toepasselijke recht:
1) Wie is de aangezochte rechter? Bv. Nederlandse rechter.
2) De Nederlandse rechter moet aan de hand van zijn eigen conflictenrecht vaststellen welk recht van toepassing is
op de overeenkomst: Rome I verordening art. 4 lid 1 sub a. Dit artikel verwijst de rechter naar Nederlands recht.
3) Nederlands recht moet bepalen waar deze overeenkomst moet worden uitgevoerd.
4) Nederlands recht zegt: Art. 6:116 BW: brengschuld: schuld moet worden voldaan in woonplaats schuldeiser.
5) Plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt is Nederland: Nederlandse rechter is
bevoegd.
HvJ 1980: Zelger/Salinitri (sv)
Art. 7 lid 1 sub a Brussel I bis: hiervoor is voldoende dat o.g.v. het toepasselijk recht een beding over de plaats van
uitvoering van de verbintenis mag worden opgenomen. In de overeenkomst, onverschillig of de vormvoorschriften
van art. 23 Brussel I bis in acht zijn genomen.
HvJ 2010: Car Trim/KeySafety Systems
Soms is een overeenkomst deels koop, deels dienst.
HvJ: Wat is de kenmerkende verbintenis in deze overeenkomst? Ligt het zwaartepunt op koop of dienst? Op basis
daarvan kwalificeer je de ovk als koop of dienst.
HvJ 2010: Wood Floor Solutions/Silva Trade
Art. 7 lid 1 sub b, tweede streep: Bij verrichting van diensten in verschillende lidstaten, is het gerecht van het land
waar de diensten hoofdzakelijk worden verricht bevoegd.
Agentuurovereenkomst: vertegenwoordigingsrelatie. Is dit een dienstenovk of een op zichzelfde staande ovk? HvJ:
Agentuur-ovk moet worden beschouwd als een dienstovereenkomst. De rechter van de plaats waar de diensten van
de handelsagent hoofdzakelijk worden verricht is bevoegd. Eerst kijken naar de overeenkomst, dan naar de
uitvoering van de overeenkomst en anders naar woonplaats agent.
HvJ 2013: Corman-Collins/La Maison du Whisky
Exclusieve distributie: alleenverkoop. HvJ geeft aantal voorwaarden waaronder een ovk als dienstovereenkomst
wordt beschouwd.
HvJ 2015: Holterman Ferho
De vordering die een vennootschap tegen haar voormalige bestuurder instelt op grond dat deze niet heeft voldaan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rosanz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.