PRODUCTADVIES VERSLAG
,Inhoud
Hoofdstuk 1 ............................................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 2 ............................................................................................................................................. 5
Hoofdstuk 3 ............................................................................................................................................. 8
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 11
Hoofdstuk 2: Bijlagen ............................................................................................................................ 17
Bijlage 1. Overzicht therapeutische ingrediënten ............................................................................. 17
Zelfreflectie...................................................................................................................................... 0
1
, Hoofdstuk 1
Provoke
De symptomen die passen bij allergisch contacteczeem zijn squamae, xerodermie, bulla, erytheem,
bultjes, jeuk, rhagaden en crusta (De Groot, Toonstra, & Lorist, 2012). De symptomen van de patiënt
uit de casus zijn xerodermie, squamae, erytheem en irritatie. Verder zijn gelokaliseerd op de gehele
palmaire zijde van zowel de sinister als dexter hand annulaire gerangschikte laesies zichtbaar. Op de
handpalmen zelf zijn deze laesies confluerend. De laesies hebben een grootte van 3 mm tot 1 cm. Ze
zijn gekenmerkt door een polycyclische vorm met matig scherpe begrenzing en op de vingers een
scherpe begrenzing. Verder zijn de laesies roze van kleur. De efflorescenties zijn squamae, erytheem
en collerettes.
Klinisch beeld
Allergisch contacteczeem komt voornamelijk voor in het gezicht en op de handen, maar alle delen
van de huid kunnen worden aangedaan. Meestal is het klinisch beeld polymorf, maar soms kan het
ook monomorf zijn (Bakker & Wintzen, 2010).
Allergisch contacteczeem aan de handen is meestal subacuut of chronisch. Typische
kenmerkend van allergisch contacteczeem aan de handen zijn acute exacerbatie met blaasjes,
erytheem en schilfers. De aandoening begint meestal tussen de vingers en op de dorsa van zowel de
handen en vingers en breidt zich van daaruit verder naar de handpalmen. Als men allergisch
contacteczeem vermoedt, dan wordt er epicutaan allergologisch onderzoek uitgevoerd om zeker te
weten dat dit de juiste diagnose is. De differentiaal diagnose bij allergisch contacteczeem aan de
handen zijn psoriasis, mycose van de handen en in het geval van acrovesiculeus eczeem een mykide-
reactie (De groot et al., 2012).
Pathofysiologie
Eczeem is een steriele ontstekingsreactie van de huid wat wordt veroorzaakt door inwerking van één
of meerdere externe en interne factoren. Contacteczeem komt bij meer dan 80% van de gevallen
voor aan de handen (Richtlijn contacteczeem, 2007). Allergisch contacteczeem aan de handen wordt
veroorzaakt doordat de patiënt allergisch is geworden voor een bepaalde stof waar een type IV
allergie voor is ontwikkeld (Usatine & Roijas, 2010). De contactallergenen worden ontwikkeld door
een hapteen. Nadat deze hapteen zich heeft binnengedrongen in de huid gaat hij zich binden aan
eiwitten en vormt zo een antigeen. Dit antigeen wordt als lichaamsvreemd herkend en wordt
daarom door de langerhanscellen gepresenteerd aan het immuunsysteem. Na deze cellulaire
gebeurtenis volgt de sensibilisatiefase (De Groot et al., 2012).
In deze fase komt een proliferatie van T-lymfocyten op gang in de lymfeklieren. Als er wederom
contact met het allergeen optreedt, dan wordt de stof herkend door deze T-lymfocyten. De T-
lymfocyten gaan dan ontstekingsmediatoren afscheiden (cytokinen) waardoor een steriele
ontsteking van de huid ontstaat. Dit leidt tot het allergisch contacteczeem (De Groot et al., 2012;
Usatine & Roijas, 2010). De huidtherapeutische diagnose is allergisch contacteczeem. Ortho-ergisch
contacteczeem zou ook kunnen maar dan spelen immunologische mechanisme geen rol. En dat is in
deze casus wel het geval (De Groot et al., 2012).
2