Week 1
Grondslagen van de geschiedenis
● Kennisverwerving
● Kritische (zelf)reflectie
Wat is geschiedfilosofie? Twee eisen:
● Filosofisch adequaat (normatief)
Hoe kunnen we wetenschappelijke kennis rechtvaardigen?
● Historisch adequaat (discutief)
Er moet een adequate beschrijving worden gegeven van wat wetenschappers
daadwerkelijk doen.
Twee bijbehorende contexten:
● Ontdekking
Hoe komt de wetenschappelijke ontdekking tot stand?
● Rechtvaardiging
Hoe kunnen we kennis rechtvaardigen?
Geschiedfilosofie
● Historia res gestae (het verleden)
○ Geschiedenis als datgene wat er in het verleden allemaal is gebeurd.
○ Substantiële geschiedfilosofie: filosoferen over het historisch proces, hoe
moeten we het verleden begrijpen? (voorbeeld: Karl Marx)
● Historia rerum gestarum (het verhaal)
○ Het verhaal over de dingen die in het verleden zijn gebeurd.
○ Analytische geschiedfilosofie: hoe moeten we het verleden bestuderen?
Standaardbeeld van de wetenschap
● De wetenschap is een activiteit die draait rondom theorieën die zijn gebaseerd op
empirische waarnemingen.
● De theorieën worden ook weer getest met empirische waarnemingen. Ze zijn dan
waar omdat ze overeenstemmen met de werkelijkheid.
● Wetenschappelijke revolutie
○ Van het Aristotelische wereldbeeld (alledaagse ervaringen, gewone taal) naar
experimenteren en wiskunde (Newton, Galilei, Boyle, Bacon).
○ Fundamentele onderscheiden tussen subject en object (bijvoorbeeld lichaam
en geest).
■ Empirisme (Bacon): de buitenwereld werkt in op het subject.
Waarnemingen werken op ons in. Hoe meer we empirisch
waarnemen, hoe meer kennis we opdoen. De redeneerwijze is
inductief (van waarneming naar generalisatie).
■ Rationalisme (Descartes): we kunnen niet zomaar op empirische
waarnemingen vertrouwen. Het subject is het startpunt en men gaat
uit van onbetwijfelbare zekerheden. De redeneerwijze is deductief
( zekerheden van andere zekerheden afleiden)
Immanuel Kant (1724-1804):
, ● Transcendentale vraag: hoe komen we aan kennis? Hoe is betrouwbare
kennis mogelijk? → niet empirisch, want het gaat vooraf aan empirische
kennis (a priori). Normatief.
● Transcendentaal subject: het subject bepaalt de kennis die wij kunnen hebben.
○ Causaliteitsprobleem (Hume)
We kunnen causaal verband niet waarnemen. We kunnen gebeurtenissen
waarnemen, waar we vervolgens verbanden tussen leggen, maar we kunnen
het verband niet zien. Causaliteit is het gevolg van gewoontes.
○ Zuivere categorieën en aanschouwingsvormen
Kant zegt dat het niet gewoonte is, maar dat we beschikken over een ‘zuivere
categorie’. We hebben het vermogen causaliteit te zien.
Week 2
Wetenschapsfilosofie van de 20e eeuw:
● Wat is wetenschappelijke kennis?
● Groeit wetenschappelijke kennis?
Problematisering in de 20e eeuw:
● Bewustzijnsfilosofie:
○ Bewustzijnsfilosofie wordt ingeruild voor taalfilosofie. Kennis bevindt zich in
het bewustzijn. Hoe komt de wereld terug in het individuele bewustzijn? Het
bewustzijn is onproblematisch.
○ In de 20e eeuw komt er steeds meer aandacht voor taal. De taal wordt
geproblematiseerd. Hoe beïnvloedt taal ons bewustzijn?
● Empirisme
De empiristische veronderstelling van de onproblematische verwerking van
waarnemingen in de geest wordt geproblematiseerd.
● Subject-objectschema: het idee dat kennis bestaat uit een relatie van afbeelding of
representatie tussen een kennend subject en een gekend object.
○ Natuur - geest
○ Lichaam - rede
○ Materiële wereld - bewustzijn
● Kennisgroei
Bestaat kennisgroei?
Logisch empirisme
● Denkt door op Kant
● Wenen in het interbellum: Wiener Kreis
○ De fundering van wetenschappelijke kennis die Kant had aangewezen was
volgens hen niet meer bruikbaar.
○ De kennis van de wetenschappelijke revolutie (synthesis a priori)
werd uitgedaagd → opnieuw de vraag: hoe ontwikkelt zich nu wel
wetenschappelijke kennis? Waar ligt de fundering van de
wetenschappelijke kennis? (synthetisch a priori → logisch
empirisme).
● Logisch empirisme
○ Empirisme: kennis door middel van waarnemingen, transcendentaal object
als bron van kennis wordt dus afgewezen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lfem. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.