Alle HC's van locomotie staan samengevat in deze complete samenvatting. Veel plaatjes, aanwijzingen en verwijzingen geven duidelijkheid over de leerstof.
INHOUDSOPGAVE
Hoorcolleges ........................................................................................................................................................... 2
HC 1 ..................................................................................................................................................................... 2
HC 2 ~ Beweging.................................................................................................................................................. 3
HC 3 ~ Sterkte en stevigheid ............................................................................................................................... 6
HC 4 ~ Fracturen “The basics” ............................................................................................................................. 9
HC 5 ~ Calcium en bot metabolisme ................................................................................................................. 14
Te weinig Ca .................................................................................................................................................. 14
Te veel Ca ...................................................................................................................................................... 15
HC 6 ~ Gewrichtsaandoeningen bij gezelschapsdieren ..................................................................................... 17
HC 7 ~ Reactiepatronen van botten en gewrichten .......................................................................................... 22
HC 8 ~ Gegeneraliseerde botaandoeningen bij gezelschapsdieren .................................................................. 26
HC 9 ~ Definitie van osteochondrose ................................................................................................................ 30
HC 10 ~ Farmacotherapie: Aseptische artritis (Osteoartrose) .......................................................................... 35
HC 11 ~ Farmacotherapie: Septische artritis (Osteoartrose) ............................................................................ 39
HC 12 ~ Skeletspieropbouw en functie I ........................................................................................................... 42
HC 13 ~ Skeletspieropbouw en functie II .......................................................................................................... 46
HC 14 ~ Verbandleer ......................................................................................................................................... 49
HC 15 ~ Klinische diagnostiek ............................................................................................................................ 55
gezelschapsdieren ......................................................................................................................................... 55
Paard ............................................................................................................................................................. 57
Rund en Varken ............................................................................................................................................. 59
HC 16 ~ Lage rugpijn bij de hond ...................................................................................................................... 60
1
, Gelinde Pruijssen ter Maat
HOORCOLLEGES
HC 1
Mensen lopen op 2 benen en dieren op 4. Bij mensen zijn de voorarmen veel te kort in verhouding tot de
achterbenen. De redenen hiervoor zijn dat bij mensen de schouderbladen dorsaal liggen, terwijl bij dieren de
schouderbladen lateraal liggen waardoor ze een zijdelings afgeplatte thorax krijgen en een verlenging van de
voorbenen. Doordat dieren op 4 benen lopen moeten de voorbenen steeds de klappen opvangen die de
achterbenen maken door stuwing. Het sleutelbeen zit hierbij in de weg, kan breken bij de klappen en
belemmerd de voorbenen om ver genoeg omhoog te kunnen. Bij alle dieren (die lang staan, ver lopen of hard
moeten kunnen rennen) groter of gelijk aan kat zal je dan ook geen sleutelbeen aantreffen. Bij de dieren
zonder sleutelbeen worden de schouderbladen opgehangen aan een aantal spieren die ervoor zorgen dat
klappen goed kunnen worden opgevangen, deze spieren noemen we de synsarcosis. Ook kan de elleboog
onbeweeglijk zijn bij dieren zoals paarden, omdat deze elleboog niet in allerlei richtingen moet kunnen
bewegen.
Het achterbeen heeft als functie stuwen/afzetten. Hiervoor is een stevige constructie nodig die niet de
gemaakte kracht kan uitdempen door b.v. veerbaarheid. Het achterbeen zit dan ook stevig vast met een
heupgewricht en daarma met een si-gewricht (zeer onbeweeglijk tussen bekken en heiligbeen). Hierdoor kan
kracht efficiënt worden doorgegeven vanaf de afzet tot aan de romp. Omdat dieren zoals paarden veel moeten
rondrennen is veel gewicht erg onhandig. Om gewicht te reduceren zitten er onder de hak (tarsus) en de pols
(carpus) geen spierbuiken meer, maar alleen nog maar pezen.
Tussen verschillende diersoorten is het bouwplan hetzelfde, maar
de uitvoering wat anders. In de afb. rechts zien we hoe dieren
staan:
- Topteengangers (paard) (op nagel)
- Teengangers (kat) (op tenen)
- Zoolganger (mens) (op tenen en hak)
Hele zware dieren kunnen niet net als paarden op hun teennagels
staan, omdat ze dan door hun hoeven zouden zakken. De bouw is
dus wel echt anders tussen verschillende dieren.
2
, Gelinde Pruijssen ter Maat
HC 2 ~ BEWEGING
Articulatio = gewricht (iedere verbinding tussen 2 botdelen)
- Synoviaalgewrichten (knie, elleboog, schouder, etc) (2 botdelen bedekt met hyalien kraakbeen)
o Kapsel (om gewricht heen als een verbandje om de synovia niet te laten wegstromen)
o Synovia (gewrichtsvloeistof tegen wrijving tussen de kapsels ook voor voedingsstoffen voor
kraakbeen)
o Extracapsulaire structuren (2 meniscussen/gewrichtsbanden/collateraalbanden voor b.v.
kniegewricht om het functioneel te maken en ervoor te zorgen dat ongewenste bewegingen
worden voorkomen)
- Fibreuze gewrichten (schedelnaden)
- Kraakbeengewrichten (tussen ribben en borstbeen)
Beweging gebeurt in gewrichten altijd rondom 1 of meerdere assen; de draaias en kunnen we dus rotaties
noemen. De enige beweging die (fysiologisch) niet rondom een as gaat maar langs een as schuift is het naar
voren schuiven van je kaak (centenbakje). Deze bewegingen noemen we translaties. Er zijn 3 soorten assen in
gewrichten:
- Flexie/extensie (mediaal-lateraal)
- Abductie/adductie (craniaal(buiten)-caudaal(binnen)
- Endo-/exorotatie (dorsaal-ventraal) Binnen ledemaat zelf
Rotatie-assen per gewricht:
- Scharniergewricht: 1 as (gewrichtsbanden nodig)
- Ei- en zadelgewricht: 2 assen
- Kogelgewricht: 3 assen (geen gewrichtsbanden)
Beweging is actief en wordt m.b.v. spieren in actie gezet. Stabilisatie van de bewegingen gaat passief m.b.v.
collateraalbanden/gewrichtsbanden of botten waardoor bepaalde bewegingen niet mogelijk zijn.
Als een dier constant een buigreactie moet vasthouden wordt dit met spieren behaald. Als een hond
bijvoorbeeld met gekromde benen naast de baas gaat staan zal dit het dier spierkracht kosten, omdat de
natuurlijke beweging met de zwaartekracht meegaat. Zonder spieractiviteit zou de hond dus op de grond
vallen. Een paard heeft hier een handig trucje voor. Omdat het dier de hele dag door moet grazen en er weinig
energie in het gras zit zou het onhandig zijn als het grazen met gekromde benen meer energie zou kosten dan
dat het oplevert. Paarden kunnen daarom hun knieën op slot zetten, waardoor ze zo energiezuinig mogelijk
kunnen grazen met gekromde knieën.
Krachten worden ALLEEN LOODRECHT op contactoppervlak overgebracht. Omdat je niet altijd loodrecht
loopt, zit of iets anders doet zullen er ook scheve krachten op de gewrichten af komen. Deze afschuifkrachten
kunnen door de collaterale banden worden omgezet in loodrechte krachten
Strekkers worden vaak verkeerd beoordeeld. Strekkers zorgen ervoor dat buiging wordt voorkomen. Ze zorgen
er dus niet voor dat je je been per sé strekt, ze zorgen er wel voor dat jij met gebogen knieën kan blijven staan
zonder verder door te buigen.
Moment = kracht * arm
Moment = bewegen rondom as/ werkelijke resultaat
Kracht = spierkracht of bodemreactiekracht
Arm = kortste (=loodrechte) afstand tussen krachtlijn en gewricht
3
, Gelinde Pruijssen ter Maat
Deze formule geeft ook aan waarom er sommige gewrichten zijn die net iets uitsteken (denk maar aan
telefoonbotje). De reden hiervoor is dat de arm daardoor een klein beetje verlengd wordt. Door een langere
arm heb je dus net ietsjes minder kracht nodig om dingen te kunnen doen.
- Stabilisatie → korte arm, veel kracht (niet snel in beweging komen)
- Beweging → lange arm, minder kracht (snel in beweging komen)
Fz is de zwaartekracht. Deze wordt over alle 4 de poten verdeelt waardoor hij in het midden van het dier
resulteert. Loodrecht tegenover de Fz vinden we de Fn. Deze kracht is precies evengroot als de Fz zolang het
dier niet door de grond zakt of in de lucht springt. De bodem reactie kracht Fbrk is de optelsom van alle krachten
die de bodem teruggeeft aan het dier. Bij een stilstaand dier is de Fnormaal = Fbrk. In de afb. hieronder zien we dat
de Fbrk een lange arm heeft tot de poot en een korte arm tot de elleboog. De Fbrk wil dus eigenlijk de poot
optillen, oftewel de elleboog buigen. De triceps/strekker houdt dit gelukkig tegen, zodat de poot niet doorzakt.
We zien ook dat de Fbrk caudaal van het schouder gewricht uitkomt en dit gewricht dus ook wil laten buigen.
Ook dit wordt gelukkig door spieren voorkomen.
Zodra een dier begint te lopen zullen als eerste de
hamstrings/broekspieren/biceps fermurus (caudaal bovenbeen)worden
aangespannen voor de achterbenen. Voor de voorbenen wordt als
eerste de m. latissimus dorsi aangespannen. Aanspanning van deze
spieren (zie 2e blauwe afb.) zorgt ervoor dat het lichaam naar voren
wordt gestuwd.
In de volgende afb. zien we alle krachten die tijdens het lopen op het
dier werken. De 2 korte pijlen naar dorsocaudaal wijzen de contractie
van de broekspieren en de m. latissimus dorsi aan die in hun
vezelverloop contraheren. Van deze krachten is alleen het horizontale
gedeelte nuttig voor voortbeweging. Rechtsonderzin de afb. zien we dat
de Fz altijd loodrecht naar beneden gaat. De horizontale component van
de contractiekracht geeft de Fretractie. Samen geven deze krachten de
Fafzet. Natuurlijk zijn er ook tegenwerkende krachten, anders zou de
hondenpoot door de grond zakken richting de Fafzet.
In de volgende afb. zien we dat de groene pijlen de Fn aangeven (die
altijd tegenovergesteld aan de Fz is) en de wrijvingskracht Fw. Zonder de
Fw zou je zo naar achteren schieten met je been. Opgeteld vormen Fn en
Fw samen de Fbrk en deze gaat de momenten op de gewrichten veroorzaken. De blauwe stippellijn geeft aan
hoe de Fbrk t.o.v. de gewrichten loopt. De kracht komt craniaal van het ellebooggewricht en gaat omhoog, dus
dan wil de Fbrk de elleboog buigen om de voet omhoog te duwen. Het schoudergewricht ligt craniaal van de
kracht, maar wordt ook gebogen, omdat de Fbrk het opperarmbeen/humerus als het ware naar boven wil
drukken.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gelindetermaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.