100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting week 7 tm 9 Blok 2.1 Oedeem (initiëlefase) €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting week 7 tm 9 Blok 2.1 Oedeem (initiëlefase)

 41 keer bekeken  1 keer verkocht

Alle leerstof voor week 7 tm 9 Blok 2.1 de patiënt met Oedeem Leerjaar 2 Huidtherapie

Voorbeeld 4 van de 129  pagina's

  • 2 februari 2021
  • 129
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
delore
Samenvatting

Week 7


Rijksbegroting http://www.rijksbegroting.nl/2013/voorbereiding/begroting,kst173930_26.html,

4.2 De financieringssystematiek

De Zorgverzekeringswet
Het overgrote deel van de zorguitgaven in het kader van de zorgverzekeringswet (Zvw) loopt via
zorgverzekeraars.
Zij betalen zorgaanbieders voor de zorg die gebruikt is door hun verzekerden.
Een beperkt deel van de zorguitgaven wordt aan zorgaanbieders betaald door het
zorgverzekeringsfonds (ZVF).
Dit betreft vooral de beschikbaarheidsbijdrage.
Het gaat daarbij om zorgprestaties waarvoor het niet mogelijk en/of wenselijk is de kosten aan
verzekerden toe te rekenen.
De grootste onderdelen zijn de kosten van opleidingen en de zogenaamde academische component.
Daarnaast betreft het enkele kleinere onderdelen zoals brandwondenzorg, traumazorg, spoedeisende
zorg en een deel van de kapitaallasten.
Naast de beschikbaarheidsbijdrage betaalt het zorgverzekeringsfonds ook een deel van de
grensoverschrijdende zorg.




Ter financiering van de uitgaven ontvangen verzekeraars een nominale premie, het eigen risico en
eigen bijdragen.
Daarnaast ontvangen zij een vereveningsbijdrage uit het zorgverzekeringsfonds (ZVF).
Elke verzekeraar ontvangt zo’n bijdrage ter gedeeltelijke dekking van de zorguitgaven.
Dit bedrag is zodanig dat een verzekeraar – rekeninghoudend met het risicoprofiel van zijn
verzekerdenpopulatie en met het eigen risico en de eigen bijdrage die hij ontvangt – per
premiebetalende verzekerde naar verwachting een gelijk bedrag per volwassen verzekerde op zijn
zorgkosten tekort komt.
Dit bedrag is de zogenaamde nominale rekenpremie.
Deze systematiek zorgt voor een gelijk speelveld voor alle verzekeraars.
Ook ontvangen verzekeraars uit het ZVF een vergoeding voor de beheerskosten van verzekerde
kinderen.

,Uit de hiervoor genoemde inkomsten moeten verzekeraars ook hun beheerskosten dekken.
Verder dienen zij reserves op te bouwen om zeker te stellen dat zij altijd aan hun verplichtingen
kunnen voldoen.
De Nederlandsche Bank (DNB) stelt minimumeisen aan deze reserves.
Verzekeraars kunnen de beheerskosten en de reserveopbouw financieren door een opslag te leggen
op de rekenpremie: de opslagpremie.
In die opslag kunnen verzekeraars ook winsten en verliezen uit het verleden, afwijkende inschattingen
ten aanzien van de zorguitgaven of risico-opslagen verwerken.

Het ZVF ontvangt ter financiering van zijn uitgaven de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) en een
rijksbijdrage.
Daarnaast ontvangt het ZVF de premievervangende bijdrage van verdragsgerechtigden en rente.
Vanuit het fonds worden verzekeraars gedeeltelijk gecompenseerd voor kosten van wanbetaling.
Vanuit het ZVF worden ook twee compensatieregelingen betaalt: de compensatie eigen risico en de
compensatie eigen bijdrage ggz.
In de Zvw is geregeld dat het ZVF niet structureel mag werken met tekorten of overschotten.
Daarom dient een gebleken negatief vermogen snel te worden weggewerkt via meer dan
lastendekkende premies.
De overheid verstrekt een rijksbijdrage aan het ZVF.
Deze bijdrage maakt het mogelijk dat bij kinderen geen nominale premie in rekening hoeft te worden
gebracht.
De overheid betaalt daarnaast zorgtoeslag aan huishoudens met lage- en middeninkomens ter
gedeeltelijke compensatie van de nominale premie en het eigen risico.
De rijksbijdrage en de zorgtoeslag worden gedekt uit belastinginkomsten.

De zorgtoeslag waarborgt dat geen enkel huishouden een groter deel van zijn inkomen aan
ziektekostenpremie hoeft te betalen dan wat aan de hand van deze wet als aanvaardbaar wordt
berekend.
De lasten die daar boven uit stijgen komen in aanmerking voor compensatie via de zorgtoeslag.
Het aanvaardbare deel van het inkomen is in de wet vastgelegd in percentages.
Maatgevend voor de premielasten zijn in het kader van de zorgtoeslag niet de feitelijke, door de
burger betaalde premies, maar de standaardpremie.
Deze is bepaald als het gemiddelde van de premies die worden betaald in de markt, vermeerderd met
het gemiddelde bedrag dat een verzekerde aan eigen risico betaalt.
De zorgtoeslag maakt geen onderdeel uit van het uitgavenkader, maar telt net als de zorgpremies
mee in de inkomstenindicator.
Dat betekent dat het kabinet een hogere zorgtoeslag beschouwt als een vorm van lastenverlichting.
Uiteindelijk worden alle zorguitgaven betaald door burgers en bedrijven via de nominale premie, de
inkomensafhankelijke bijdrage, eigen betalingen en belastingen.
In de Zvw is vastgelegd dat evenveel inkomsten worden gegenereerd via de inkomensafhankelijke
bijdrage als via de nominale premie, de eigen betalingen en de rijksbijdrage samen (de 50/50
verdeling).
De 50/50 verdeling impliceert dat uitgavenstijgingen bij verzekeraars voor 50% moeten worden gedekt
uit de IAB.
Dat wordt bereikt door de bijdrage uit het fonds aan verzekeraars te verhogen.
Omgekeerd dient een stijging van de rechtstreekse uitgaven van het fonds voor de helft te worden
opgevangen via nominale premies.
Dat wordt bereikt door de bijdrage aan de verzekeraars te verlagen.

,De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ)
Het overgrote deel van de zorguitgaven in het kader van AWBZ loopt via zorgkantoren naar
zorgaanbieders (of via het Centraal Administratiekantoor (CAK) in opdracht van zorgkantoren).
De uitzondering hierop vormen persoonsgebonden budgetten (PGB’s).
Daarbij wordt geld door zorgkantoren overgemaakt naar burgers die zelf zorg inkopen.
Zorgkantoren ontvangen hun geld uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ).
Het AFBZ ontvangt ter financiering van zijn uitgaven (door toedoen van de belastingdienst) de AWBZ-
premie.
De AWBZ-premie wordt geheven als percentage over het inkomen in de eerste en tweede
belastingschijf, na aftrek van een deel van de heffingskortingen.
Deze heffingskortingen (die bestaan sinds de belastingherziening 2001) beperken voor burgers de te
betalen loon- en inkomstenheffing.
Ze beperken dus zowel de te betalen inkomsten- en loonbelasting als de te betalen premies
volksverzekeringen (AWBZ, AOW en ANW).
Voor 2001 waren er aftrekposten die zwaarder drukten op de belastingen en minder op de premies
volksverzekeringen.
Het AFBZ ontvangt van de overheid een bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK).
Via deze bijdrage wordt het fonds gecompenseerd voor het drukkend effect op de AWBZ-premies dat
uitgaat van de belastingherziening 2001.
Het AFBZ ontvangt van burgers (via het CAK) de eigen bijdrage AWBZ en betaalt rente aan de
overheid.
In de AWBZ geldt – anders dan in de Zvw – niet de eis dat het fonds geen tekorten of overschotten
mag hebben.
Daartoe is ook geen noodzaak.
Het saldo van het AFBZ telt mee in het saldo van de totale overheid (het EMU-saldo).
Als dat saldo zich acceptabel ontwikkelt, is het niet erg als het AFBZ een groot tekort heeft en andere
onderdelen van de overheid een overschot.
Omdat de uitgaven sinds 2007 de inkomsten van het AFBZ (fors) te boven gaan, is er al die jaren een
negatief exploitatiesaldo in het fonds.
Dat leidt tot een fors oplopend negatief vermogen in het AFBZ.




Boot, J.M.D. (2015). Organisatie van de gezondheidszorg. Assen: Koninklijke Van Gorcum BV.

, H5.3
Zorgverzekeringswet
Iedereen die in Nederland woont of in Nederland loonbelasting betaalt  verplicht een
zorgverzekering af te sluiten (tenzij militair of principiële bezwaren)
Je bent verzekerd voor basispakket:
- geneeskundige zorg door huisartsen, medisch specialisten en verloskundigen, specialistische
geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (incl. behandeling psychiater)
- Basis GGZ (incl. eerstelijnspsycholoog en een internetbehandeltraject)
- Wijkverpleging en Kraamzorg
- Ziekenhuisverblijf en Eerste drie jaar verblijf in ggz-instelling
- Fysiotherapie tot 18 jaar, (beperkte) Fysiotherapie / Oefentherapie vanaf de 21 ste behandeling
bij bepaalde chronische aandoeningen, Bekkenfysiotherapie bij urine-incontinentie tot de 9 e
behandeling
- Logopedie
- Ergotherapie
- Dieetadvisering (maximaal 3 behandeluren)
- Stoppen met roken programma
- Tandheelkunde tot 18 jaar, fluoridebehandeling onder 6 jaar
- Kaakchirurg
- Kunstgebit
- Hulpmiddelen voor behandeling, verpleging, revalidatie, verzorging of specifieke beperking
- Medicijnen
- Ziekenvervoer
- 3 ivf-behandelingen
- Zintuigelijk gehandicaptenzorg
- Revalidatiezorg voor ouderen

Voor deze basisverzekering kan men zich melden bij elke zorgverzekeraar  mag niemand weigeren
(acceptatieplicht)  verplicht de basiszorg daadwerkelijk te leveren (zorgplicht)

Kinderen tot 18 jaar zijn gratis meeverzekerd  wel nominale premie betalen

Er is een inkomensafhankelijke bijdrage van 7,5%-6,9% (werknemers) tot 5,4%-5,65% (werkgevers /
zzp’ers)

Naturapolis  de zorgverzekeraar vergoedt de zorg rechtstreeks aan de zorgverlener (er is een
contract afgesloten tussen de zorgverlener en verzekeraar)
Restitutiepolis  je betaalt zelf de rekening, en krijgt dit terug van de verzekeraar


Eigen risico
Verplicht eigen risico  €385 (huisartsenzorg, verloskundig zorg, kraamzorg en mondzorg tot 18 jaar
uitgezonderd)
Alvorens een verzekeraar gaat vergoeden moet je zelf rekeningen voor zorg uit het basispakket
betaald hebben tot het bedrag van je eigen risico (vrijwillige keuze tot €885,-)
Afhankelijk van de hoogte eigen risico  ontvang je een premiekorting


Gecontracteerde zorg = de verzekerde (patiënt) moet de zorg die hij nodig heeft afnemen van een
zorgverlener (behandelaar) die door zijn verzekeraar (verzekeringsinstelling) gecontracteerd is.

Niet-gecontracteerde zorg = de verzekerde (patiënt) kan naar alle zorgverleners, de verzekeraar
(verzekeringsinstelling) vergoedt de verzekerde (patiënt) de gemaakte zorgkosten indien deze voldoen
aan de Nederlandse maatstaven.

Om iedereen aan zijn verzekeringsplicht te kunnen voldoen  zorgtoeslag  aanvragen
Belastingdienst

Aanvullend verzekeren = uitgebreidere verzekeringen (alternatieve geneeswijzen)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper delore. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen