100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van de voorgeschreven arresten van het vak Opsporing & Vervolging! €5,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van de voorgeschreven arresten van het vak Opsporing & Vervolging!

 47 keer bekeken  5 keer verkocht

In dit document staan alle voorgeschreven arresten samengevat, incl. feiten / rechtsoverwegingen voor zover nodig en de rechtsregels! Handig overzicht voor bij het tentamen die tegenwoordig digitaal is.

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 2 februari 2021
  • 9
  • 2019/2020
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
Amber95
Arresten opsporing en vervolging

Week 1: Opsporing en vervolging

HR Hollende Kleurling (art. 27 Sv)
Feiten: Diep in de nacht loopt een kleurling versneld door een buurt in het centrum van
Amsterdam die slecht bekend staat. Twee surveillerende agenten zien de kleurling uit de richting
van het cafe Caribian Nights komen. Dit café staat bekend als een verzamelplaats van handelaren
en gebruikers van verdovende middelen. Dit wetende vermoedt agent A dat verdovende middelen
bij zich heeft. Door dit vermoeden houdt hij samen met agent B de verdachte aan om hem te
fouilleren. Agent A merkt verder op dat de verdachte zijn linkerhand constant in zijn jaszak houdt,
ook voor de aanhouding. Doordat de kleurling zijn hand voortdurend verbergt in zijn jaszak
vermoedt agent A dat hij in die jaszak verdovende middelen heeft zitten.
De twee agenten houden hem vervolgens staande op verdenking van het opzettelijk bezitten van
verdovende middelen. De verdachte verzet zich tegen overbrenging naar het politiebureau. In de
tussentijd had de verdachte zijn linkerhand uit zijn linker jaszak gehaald. Hieruit viel een wikkel
van zilverpapier op de grond, die naar later bleek heroïne bevatte. De verdachte werd door het
OM vervolgd voor het in bezit hebben van heroïne en het verzetten tijdens zijn arrestatie.

Rechtsvraag: Is het bewijs, namelijk het heroïnebezit, rechtmatig verkregen?

Overweging: Het hof overweegt dat de enkele omstandigheid dat een kleuring hard uit de richting
van een als verzamelplaats van handelaren en gebruikers van drugs bekend staand café komt
lopen, niet voldoende is om te spreken van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar
feit bedoeld als in artikel 27 Sv of van ernstige bezwaren. De kleuring mocht niet als 'verdachte'
worden aangemerkt. Hierdoor was het staande houden en het onderzoek aan de kleding door de
agenten niet rechtmatig. Doordat het bewijsmateriaal niet op rechtmatige wijze verkregen is volgt
vrijspraak op grond van gebrek aan bewijs.

Rechtsregel: De enkele omstandigheid dat iemand uit de richting van een café komt rennen dat
bekend staat als verzamelplaats voor handelaren en gebruikers in verdovende middelen levert niet
een redelijk vermoeden van enig strafbaar feit als bedoeld in artikel 27 WvSv op.

HR Ruimte (art. 56 Sv)
Feiten: De jongerensociëteit 'Ruimte' staat er bij de politie om bekend dat er verdovende
middelen worden gebruikt en verhandeld. Bij een politie-inval wordt de verdachte door een agent
aangewezen en vervolgens gefouilleerd waarbij hennep in zijn kleding wordt aangetroffen. De
verdachte beroept zich op de omstandigheid dat de fouillering onrechtmatig heeft
plaatsgevonden omdat er geen sprake zou zijn geweest van 'ernstige bezwaren' in de zin van
artikel 56 Sv.

Rechtsvraag: Is er sprake van onrechtmatig verkregen bewijs wegens het ontbreken van
'ernstige bezwaren' in de zin van artikel 56 Sv?

Overweging: Het hof stelt dat er in casu sprake was van voldoende ernstige bezwaren in de zin
van art. 56 Sv. Dit omdat de agenten wisten dat er in jongerencentrum op grote schaal
verdovende middelen werden gebruikt en verhandeld en omdat de agent die de verdachte had
aangewezen veel ervaring op dit gebied had. De Hoge Raad sluit stelt dat het hof op deze
gronden inderdaad kon beslissen dat er sprake was van ernstige bezwaren. In casu was de
verdachte derhalve rechtmatig gefouilleerd en was het bewijsmateriaal rechtmatig verkregen.

Rechtsregel: De ervaring en kennis van agenten kan er voor zorgen dat er voldoende ernstige
bezwaren tegen een aangehouden verdachte bestaan.

HR Stormsteeg (art. 9 lid 2 Opiumwet)
Feiten: Een man (verdachte) liep met zijn handen in zijn jaszakken op de rijbaan van de
Stormsteeg, een plek die bekend stond om het feit dat er veel opiumdelicten (handel en gebruik
van verdovende middelen) werden gepleegd. Toen de man agenten voor zich zag verschijnen

, stopte hij plotseling met lopen en rende vervolgens hard weg. De man werd tegengehouden en
gefouilleerd, tijdens de fouillering werd 3,3 gram heroïne gevonden.

Rechtsvraag: Bestonden ernstige bezwaren tegen verdachte en was dus sprake van een
rechtmatige fouillering?

Overweging: Volgens de Hoge Raad waren de plotselinge schrikreactie van de man toen hij de
politie zag met de loopversnelling die daarop volgde en de algemene bekendheid dat rond de
Stormsteeg veel opiumdelicten werden gepleegd voldoende grond voor ernstige bezwaren tegen
de verdachte dat deze zich schuldig had gemaakt aan een opiumdelict. De fouillering in de zin van
art. 9 lid 5 Opiumwet (oud: nu is dit art. 9 lid 2 Opiumwet) en het verkregen bewijs waren dus
rechtmatig. Het cassatiemiddel was dus onterecht voorgesteld.

Rechtsregel: De schrikreactie van de man, naast de algemene bekendheid omtrent de
opiumdelicten die op die locatie werden gepleegd zorgden ervoor dat er voldoende
omstandigheden waren om te spreken van ernstige bezwaren jegens de man, waardoor hij als
verdachte in de zin van art. 27 lid 1 Sv kon worden gekwalificeerd. Op grond hiervan mocht de
man worden gefouilleerd.


HR Afvoerpijp (art. 359a Sv)
Feiten: Op basis van informatie van een getuige, gaan opsporingsambtenaren (met machtiging)
naar een woning waar vermoedelijk marihuana wordt verkocht. In de woning treffen
opsporingsambtenaren de verdachte (medeverdachte en Duitse kopers) en marihuana aan. Een
opsporingsambtenaar ziet in de kelder enkele zwartgeschilderde afvoerbuizen, waarvan één verse
krassporen had en beduidend nieuwer leek (ambtshalve was hem bekend dat deze pijpen vaker
gebruikt werden om drugs te verstoppen). Verbalisant heeft deze pijp losgetrokken en ontdekte
een bergplaats met een grote hoeveelheid softdrugs (5.175 gram hasjiesj).

Rechtsvragen:
- Welke algemene regels zijn verbonden aan art. 359a Sv?
- Was in casu sprake van een doorzoeking?
- Werd verdachte in zijn rechten geschonden toen de afvoerpijp losgetrokken werd?
Overweging:
De Hoge Raad overweegt dat art. 359a Sv door de rechter toegepast kan worden indien sprake is
van een schending van vormvoorschriften bij het voorbereidend onderzoek (die niet met absolute
nietigheid wordt bedreigd), waarbij herstel niet meer mogelijk is.

De rechter dient bij toepassing van dit artikel rekening te houden met verschillende factoren (zie
art. 359 lid 2 Sv): belang dat geschonden voorschrift beoogt te beschermen, ernst verzuim en
nadeel dat wordt veroorzaakt. Strafvermindering dient pas plaats te vinden indien:
1)de verdachte daadwerkelijk nadeel heeft ondervonden;
2)dit nadeel is veroorzaakt door het verzuim;
3)het nadeel geschikt is voor compensatie door middel van strafvermindering; en
4)strafvermindering ook in het licht van het belang van het geschonden voorschrift en de ernst
van het verzuim gerechtvaardigd is.

Bewijsuitsluiting kan uitsluitend aan de orde komen indien het bewijsmateriaal door het verzuim is
verkregen. Daarnaast dient de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk (strafvorderlijk)
voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate te hebben geschonden.
Niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie op basis van art. 359a Sv is een
uitzondering. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de
opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van
een behoorlijke procesorde waardoor ‘doelbewust of met grove veronachtzaming’ (Zwolsman-
criterium) van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn
zaak is tekortgedaan. Een beroep op art. 359a Sv dient gemotiveerd te worden behandeld, ex art.
359a lid 3 Sv.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Amber95. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49  5x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd