100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting cursus rechtshandhaving & politie €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting cursus rechtshandhaving & politie

 30 keer bekeken  0 keer verkocht

Hierbij bied ik mijn samenvatting aan van het vak rechtshandhaving & politie. De samenvatting bevat een samenvattig van alle literatuur, alle hoorcolleges en werkgroepen. Een zeer uitgebreide samenvatting die een goede voorbereiding is op je tentamen

Voorbeeld 4 van de 99  pagina's

  • 2 februari 2021
  • 99
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (25)
avatar-seller
maximebanastasia
Week 1

Integrale veiligheidszorg en de burgemeester
Introductie
Grotere lokale veiligheidsproblemen en burgers accepteren de onveiligheid minder → hogere eisen
aan overheidsbeleid en vraag naar andere aanpak. Hierom kwam men met de integrale
(allesomvattende) aanpak. Burgemeester krijgt hier een belangrijke rol in maar bezit over
onvoldoende doorzettingsmacht om de samenwerkingsambitie binnen een integrale
veiligheidsaanpak daadwerkelijk te maken. Hij zou moeten beschikken over een ultimum remedium
om patstellingen te doorbreken. Meerdere betekenissen van integraal.
Integrale beleidsvoornemens
Eerst alleen overheid en politie die voor veiligheid zorgde. Vanaf 80e jaren anders. Er werden meer
partijen belangrijk om het veiligheidsprobleem op te lossen. Publieke en private sectoren worden
belangrijk voor o.a. preventie. Er ontstaat integraal veiligheidsbeleid (het systematisch en
samenhangend werken aan behoud of verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten onder
regie van bestuur). 4 betekenissen van integrale veiligheid:
1. Volwaardigheid vd veiligheidsketen: diverse veiligheidsketens zoals preventie, reparatie,
respons en herstel op elkaar afstemmen is van belang om veiligheid te creëren.
2. Sectoroverstijgende aanpak: verschillende sectoren raken erbij betrokken zoals het verkeer
en hier is afstemming van veiligheidsmaatregelen van belang.
3. Technisch en bestuurlijk: niet alleen technisch probleem zoals politie en brandweer maar het
is ook bestuurlijk vraagstuk.
4. Nieuwe allianties: samenwerking van verschillende sectoren, overheden en partijen
belangrijk.
In praktijk een 5e betekenis: brede opvatting van veiligheid (verschillende typen onveiligheden zoals
sociaal, fysiek, intern, objectief, subjectief, risico).
En wat ervan terechtkwam
Integraliteit heeft ertoe geleid dat gemeenten aandacht geven aan lokale veiligheid. Echter nog
weinig van terecht gekomen. Daarnaast zijn de betekenissen van integraliteit in verschillende mate
aanwezig:
- Sectoroverschrijdend facet: veiligheid nog steeds grote zaak van politie en justitie en niet
echt andere sectoren zoals onderwijs.
- Brede opvatting van veiligheid: er is geen gelijke aandacht voor alle typen veiligheid.
voornamelijk gericht op sociale veiligheid en langzaamaan aandacht voor subjectieve
veiligheidsbeleving.
- Technisch en bestuurlijk: Meer bestuurlijke aandacht voor veiligheid als gevolg van integrale
veiligheidsbeleid. Niet alleen maar technisch zoals politie maar nu ook lokale bestuur en
burgemeester zijn er mee bezig.
- Verbetering om tot een volwaardige veiligheidsketen te komen: meer verbinding tussen
repressie, preventie, reactie en nazorg. Eerst voornamelijk repressie en nu ook meer
preventief zoals jeugdwerk en scholen.
- Meer nieuwe allianties: door grenzen van politie en justitie en verandering van problemen
kwamen andere organisaties in beeld die komen helpen bij het verminderen van
onveiligheid.
→ verschuiving van gecentraliseerde overheidssturing naar horizontale samenwerkingsvormen
(nieuwe allianties). De traditionele top-down overheidssturing wordt vervangen door een meer
pluricentrische ordening. Het is van belang om met andere partners te gaan samenwerking dmv
horizontale samenwerking → nieuwe allianties spelen belangrijke rol. Echter zorgen deze
samenwerkingen ook voor complexe netwerken met veel partijen waarbinnen ook problemen
voordoen op het terrein van sturen en samenwerken.
Grenzen aan integraliteit

,Vroeger overzichtelijke ketens en nu is er moeilijk onderscheid te maken in onderlinge verhoudingen
en verantwoordelijkheden doordat de grenzen aan veiligheidsproblemen waziger worden en steeds
meer organisaties erbij horen. het wordt onduidelijk in hoeverre betrokkenen gelijk zijn. Eerst was
het Openbaar Bestuur de belangrijkste en nu één van de belangrijksten en straks misschien één te
midden. Politiek en overheid zijn niet langer de belangrijkste spelers. Mensen, bedrijven en
instellingen worden ook spelers → fuzzy netwerken.
Het grootste probleem (het probleem van de vele handen) van horizontale samenwerking =
verantwoordelijkheden zijn niet meer duidelijk. Doordat er zoveel partijen bij zijn betrokken leidt het
tot onduidelijkheid wie nou echt verantwoordelijk is. het leidt ertoe dat sommige problemen niet of
niet voortvarend worden aangepakt. Het is moeilijk om de juiste partners te activeren/coördineren
om de juiste aanpak te krijgen. Dit leidt tot maatschappelijke onrust.
Oorzaken van ontbreken effectieve samenwerking:
- Cultuurverschillen
- Strijdige belangen binnen horizontale partnerschappen
- Afwachtende houding van partners
- Het vrijblijvende karakter van deelname aan integrale samenwerking
- Beperkte mogelijkheden voor top-downsturing
➔ Sterke horizontalisering → weinig sturing, leiding, afdwinging en controle
Hierom is er behoefte aan een vorm van sturing en coördinatie → gemeentelijke regie. Er moet een
echte stuurman komen om ‘het probleem van de vele handen’ op te lossen. Die stuurman kan de
burgemeester zijn.
Burgemeester als regisseur van lokaal veiligheidsbeleid
Kennelijk vinden we dat de regie bij de gemeente hoort (gemeentelijke regie), voornamelijk de
burgemeester omdat hij van oudsher de verantwoordelijke was voor lokale veiligheid. De
burgemeester is verbonden met andere partijen en overheden (linking pin). Heeft burgemeester
juiste bevoegdheden en middelen om probleem van gebrekkige sturing op te lossen? Steeds meer
bevoegdheden krijgt hij toebedeeld van wetgever. Echter hebben bevoegdheden betrekking op
specifieke veiligheidsproblemen en niet meso- en macroniveau van beleidsmatige sturing en
coördinatie van veiligheidszorg en betrokken partners. Hierom is het probleem van de vele handen
nog niet opgelost.

Nationale politie: op hoofdlijnen
NL heeft nationale politie (wat eerst regionale politie was) bestaand uit 10 regionale eenheden.
Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijke. Er was flink gedoe rondom het overgaan van
regionaal naar nationaal. Het binnenlandse bestuur zoals burgemeesters waren tegen het centrale
bestuur. Vroeger lag verantwoordelijkheid bij ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en de burgemeesters domineerden in regionale colleges. Twee blokken tegenover
elkaar:
- Binnenlandse bestuur: burgemeester, ministerie van Binnenlandse Zaken (voor lokaal
bestuur)
- Ministerie van justitie (voor centrale sturing)
Politiewet 2012
Art. 25 Politiewet 2012: Landelijke politiekorps bestaat uit:
- regionale eenheden (belast met uitvoering van politietaak)
- een of meer landelijke eenheden (belast met uitvoering van politietaak) en
- een of meer ondersteunende eenheden.
Er wordt ook vastgesteld dat elk arrondissement een regionale eenheid kent (gerechtelijke kaart
komt overeen met hoofdstructuur politie). De dagelijkse leiding van regionale eenheid ligt in handen
van politiechef. Het landelijke politiekorps start met één landeiljke eenheid en 10 regionale
eenheden. Deze regionale eenheden tellen 3 tot 7 districten en 168 basisteams. Een regionale
eenheid bestaat uit meerdere gemeenten.
Eenheid

,Art. 18 politiewet 2012: De minister van Veiligheid en Justitie stelt landelijke beleidsdoelstellingen
vast t.a.v. taakuitvoering van politie en moet hierbij de tien regioburgemeesters en college van
procureurs-generaal ‘horen’. Regioburgemeester is de bestuurder van een regionale eenheid. Zijn
functie is eigenlijk een linking pin tussen minister en andere autoriteiten. Hij overlegt regelmatig met
hoofdofficier van justitie en de politiebaas van de regionale eenheid.
Het regionale beleidsplan wordt vastgesteld met burgemeesters van de regio, de regioburgemeester
en hoofdofficier van justitie met inachtneming van doelstellingen die minister voor regionale eenheid
heeft vastgesteld. Het beleidsplan gaat oa over verdeling beschikbare politiesterkte.
Art. 19 Politiewet 2012: tijdens landelijk driehoeksoverleg overleggen de regioburgemeesters,
minister van V&J, korpschef, 2 burgemeesters van kleine gemeenten en voorzitter van College van
procureurs-generaal. Ze bespreken inrichting van politie, beleidsdoelstellingen, verdeling sterkte etc.
Art. 20 Politiewet 2012: totstandkoming vd doelstellingen vd tien regionale eenheden en
beleidsdoelstellingen van landelijke eenheid te verwezenlijken. Burgemeesters vertelt over doelen
die gemeenten op terrein van veiligheid nastreven aan regioburgemeester en die gaat met dit in
achterhoofd in overleg met minister over lokale omstandigheden die hij moet meenemen in zijn
beleidsdoelstellingen. Naast dat minister de regioburgemeesters moet horen, moet hij ook college
van procureurs-generaal horen.
Art. 27 Politiewet: korpschef is belast met leiding en beheer van politie en legt verantwoording af aan
minister van Veiligheid en Justitie die ook beheersplan opstelt waaraan korpschef moet houden.
Art. 37 Politiewet: minister stelt elk jaar beheersplan (oa indeling van regionale eenheden en omvang
van onderdelen ervan) en jaarverslag (geeft aan welke activiteiten regionale en landelijke eenheden
hebben ondernomen om landelijke beleidsdoelstellingen te realiseren) op voor politie.
Art. 11 en 12 Politiewet: burgemeester heeft gezag bij handhaving van de openbare orde en bij
hulpverleningstaak van politie en bij strafrechtelijke handhaving van rechtsorde ligt gezag bij officier
van justitie.
Art. 13 Politiewet: in driehoeksoverleg worden afspraken gemaakt over lokale prioriteiten en
criminaliteitsbestrijding waarbij het op gemeentelijk niveau kan plaatsvinden maar meestal met
meerdere gemeenten (burgemeesters).De burgemeester kan het afdwingen dat het overleg op
gemeentelijk niveau plaatsvindt onder bijzondere omstandigheden.

Driehoeksoverleg binnen landelijke contouren
Overlegvormen:
- Landelijke driehoeksoverleg (Art. 19 Politiewet): minister van V&J en korpschef voeren
overleg met regioburgemeesters en voorzitter van College van procureurs-generaal.
- Tien regionale driehoeken: regioburgemeester en hoofdofficier van justitie overleggen met
politiebaas van regionale eenheid. Hier is minder duidelijke machtsverdeling.
- Tien regionale supercolleges (Art. 39 Politiewet)(RVO, regionale veiligheidsoverleg): overleg
tussen burgemeesters op grondgebied van politie-eenheid met regioburgemeester en
hoofdofficier van justitie in aanwezigheid van politiebaas van de regionale eenheid. Ze stellen
eenmaal in 4 jaar een beleidsplan op van de regionale eenheid.
- Districtsdriehoeken: overleg tussen burgemeesters, officieren van justitie en politiechef.
Overleg op niveau van een of enkele steden (of gemeenten) of overleg over een deel van een
grote stad. Het word als doorgeefluik gezien tussen nationaal en lokaal. Dit soort overleg is
handig om bestuurlijk gezag te creëren zodat er iets valt te besturen.
- Driehoeksoverleg op niveau van basisteams: samenstelling loopt uiteen van
binnengemeentelijke driehoek in grote steden tot aan overlegvormen met verschillende
burgemeesters. Wordt gezien als decentrale vorm van politieoverleg. Er zijn 168 basisteams.
- Gemeentelijke driehoeken: op gemeentelijk niveau. Soms is OM bereid om onder bijzondere
omstandigheden een gemeentelijk driehoeksoverleg te voeren om al te veel
driehoeksoverleg op gemeentelijk niveau te voorkomen.
Aanbevelingen
Aanbevelingen voor kwaliteit in het nationale politiebestel:

, a. Transparantie en openbaarheid van driehoeksoverleg: verbetering noodzakelijk
b. Besluitvorming over criminaliteitsbestrijding: op basis van fenomeenkennis. Je kan pas
criminaliteit goed bestrijden als er genoeg kennis over het fenomeen. Hier dus analyse over
doen over de crimi in een buurt.
c. Gemeentelijk driehoeksoverleg: minimaal 1 x per jaar.

Komst en invoering van de nationale politie
Besluitvorming
Voorstel om nationale politie in te stellen kwam in 2010. Er waren al aanwijzingen voor het
totstandkomen van de centralisatie namelijk invoering van nationaal systeem van planning en
controle voor politie etc. in 2006 was meerderheid tegen de nationalisering van de politie. Echter
steeds meer druk door onvoldoende samenwerking tussen korpsen. In 2012 komt politiewet tot
stand met het nationale politiebestel. Wegens kritiek en veel wijzigingen ging de wet wel later in
werking in 2012 dan gehoopt.
Factoren die bijdroegen aan radicale omslag in denken over politiebestel in NL:
- Dominante definities van de problemen waarmee de Nederlandse politie te maken kreeg.
Problemen werden anders geframed dan eerst. De problemen zijn inherent aan een
decentraal bestel.
- Door komst van ministerie van veiligheid en justitie verloren belangrijke partijen hun directe
toegang tot Haagse circuits.
- De minister maakte gebruik van een effectieve retorische stijl van daadkracht en wuifde
daarmee mogelijke problemen weg. Ondertussen wist hij tegenstanders hun steun te
verwerven voor zijn plannen met vele en soms irreële beloften.
Inrichting
Nationale politie ging over van 25 regionale korpsen en landelijke KLPD naar één nationale
politieorganisatie met aan top een korpschef die leiding en beheer over politie heeft. Deze
organisatie is onderverdeeld in 10 regionale eenheden en de landelijke eenheid die belat is met meer
gespecialiseerde taken.
Minister van veiligheid en justitie draagt politieke verantwoordelijkheid. Korpsbeheerder vervalt
maar komt wel per regio een regioburgemeester. De korpschef stelt elk jaar een beheersplan op dat
wordt vastgesteld door minister.
Het gezag over politie ligt nog steeds bij burgemeester (handhaving openbare orde en hulpverlening)
en officier van justitie (rechtshandhaving). De nationale politie kent lagen:
- Op nationaal niveau heb je naast korpsleiding ook landelijke eenheid en
politiedienstcentrum.
- Op gebiedsniveau kennen we tien eenheden die elk overeenkomen met een arrondissement.
- De politie is verder onderverdeeld in 43 districten en 167 basisteams (voeren reguliere taken
uit zoals opsporing).
Eerste ervaringen met nationale politie
De transitie naar een nationale politiebestel liep erg veel vertraging op waardoor men zich afvroeg of
de beoogde verandering wel konden worden bereikt.
- Positie burgemeester en ruimte voor gezag: hun gezag bleef ongewijzigd maar hun feitelijke
positie is wel veranderd. Oa grotere afstand tot beheer. Over algemeen kunnen ze betere
gezagsrol aannemen. Velen ervaren het als een voordeel. Burgemeesters zijn ontevreden
over de invloed die zij als gezagsdrager hebben op politie op districtsniveau. Volgens hen
past regioburgemeester niet in het bestel. Daarnaast zeggen ze dat inzet van politie in eigen
gemeente onvoldoende is. ook veel bemoeienis van hogere bestuurlijke niveaus en maken
zich zorgen over de info die ze van politie krijgt. Ofwel het heeft positieve en negatieve
aspecten. Sommige burgemeesters ontevreden over bruikbaarheid vaan informatie die zij
van politie krijgen. De burgemeester ervaren vaak de ruimte voor hun gezag als negatief
doordat de afstand tot de leiding van de politie groter wordt. Ze willen meer te zeggen
hebben over beheer om hu gezag over poiltie waar te kunnen maken. Sommige

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maximebanastasia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd