100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting bijeenkomst 2-13 Verbintenissenrecht (PRI2014) €16,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting bijeenkomst 2-13 Verbintenissenrecht (PRI2014)

 41 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van de theorie van bijeenkomst 2 - 13.

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • Ja
  • 3 februari 2021
  • 36
  • 2018/2019
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (52)
avatar-seller
robinUM
Bijeenkomst 2 – precontractuele aansprakelijkheid en aanbod
Baris/Riezenkamp: houdt rekening met de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij
CBB/JPO: Volgens het arrest CBB/JPO, heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen -
die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - vrij is de
onderhandelingen af te breken, tenzij dit
- op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij het tot stand komen van de
overeenkomst of
- in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
MBO/De Ruiterij 2 stadia:
1. Is het afbreken onaanvaardbaar?:
- Vanwege gerechtvaardigd vertrouwen (CBB/JPO)
- Vanwege overige omstandigheden van het geval (CBB/JPO)
2. Wat kan er worden gevorderd?
Om te bepalen wat er gevorderd kan worden kijkt men naar het positief en negatief contractsbelang.
- Bij het negatieve contractsbelang vergelijk je de situatie met of zonder onderhandelingen 
altijd te vorderen bij onaanvaardbaarheid
- Bij het positieve contractsbelang ga je de situatie vergelijken met of zonder de overeenkomst
 te vorderen bij strijd met het totstandkomingsvertrouwen
- Men kan ook dooronderhandelen vorderen
Je kiest altijd tussen positief- of negatief contractsbelang. Nooit allebei.

Aanbod
Niet iedere verklaring waaruit interesse blijkt om iets te kopen, is een aanbod. ‘Is die kast in de hal
soms te koop?’ vraagt een gast de hotelier. ‘Daar heb ik eigenlijk nog nooit eerder over gedacht. Hebt
u er belangstelling voor?’ luidt het antwoord. Uiteraard is noch door de gast, noch door de hotelier
een aanbod gedaan. Daarvoor is meer bepaaldheid vereist.

Aanbod = wanneer een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst wordt gedaan, en het voorstel
alle essentiële elementen van de overeenkomst bevat, en op grond waarvan een enkel ‘ja’ van de
wederpartij de overeenkomst tot stand kan doen komen.

Het aanbod is een eenzijdig gerichte rechtshandeling.

De volgende aanboden komen aan bod:
- Hofland/Hennis
- Herroepelijk
- Onherroepelijk
- Vrijblijvend

Mocht er in het voorbeeld een bod gedaan worden. Dan is er wel sprake van een aanbod, weliswaar
van de koper.

Hofland/Hennis
De Hoge Raad overwoog dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde
prijs te koop wordt aangeboden, moet worden gezien als een uitnodiging om in onderhandeling te
treden, ook wel een uitnodiging tot het doen van een aanbod genoemd. Dit vanwege het feit dat de
prijs, eventuele verdere voorwaarden en de persoon van de koper van belang kunnen zijn bij de koop,
onderhandelingen zijn daarom erg belangrijk. De Hoge Raad stelt Hofland in het gelijk want zijn
advertentie was slechts een uitnodiging tot het doen van een aanbod door een koper. Door de
aanvaarding van Hennis is er geen koopovereenkomst tot stand gekomen. Advertenties waarin een

,individueel bepaalde zaak voor een bepaalde prijs te koop wordt aangeboden zijn een uitnodiging tot
het doen van een aanbod. Advertenties waarin soortzaken worden aangeboden, zoals een kilo tomaten
of een pak melk, gelden wel als aanbod in de zin van 6:217 BW.

Soorten aanbod:
Als er sprake is van een aanbod, kan dit herroepelijk of onherroepelijk zijn. Art. 6:219 lid 1 gaat ervan
uit dat een aanbod herroepelijk is, tenzij uit het aanbod zijn onherroepelijkheid volgt.

Onherroepelijk is een aanbod
- Indien het een termijn van aanvaarding inhoudt
- of de onherroepelijkheid op een andere wijze uit het aanbod volgt.
Bij aanvaarding van een aanbod komt de overeenkomst tot stand zonder dat herroepen mogelijk is →
Lindeboom-Amsterdam Arrest

Vrijblijvend aanbod: aanbieder kan na aanvaarding nog terug maar herroeping moet dan onverwijld (=
niet terstond, betekent slechts ‘zonder vertraging’) geschieden. Indien zulks het geval is, dan is er
ondanks aanvaarding toch geen overeenkomst tot stand gekomen (art. 6:219 lid 2).

Onderscheid tussen herroeping en intrekking
Herroepen: aanbod tot stand gekomen en de werking wordt ontnomen
Intrekken: er is geen aanbod tot stand gekomen
Ontvangsttheorie: iedere verklaring die nog niet is ontvangen (3:37 lid 5) kan men intrekken door haar
met een door een sneller communicatiemiddel overgebrachte tweede verklaring in te halen. Maar voor
herroeping geldt art. 6:219 lid 2: zodra aanvaarding is verzonden (verzendtheorie) is herroeping niet
meer mogelijk. Dan kan intrekking wel nog mogelijk zijn conform 3:37 lid 5.

Verval van aanbod
Een aanbod blijft niet onbeperkt geldig en kan op de volgende manieren vervallen:
- In het aanbod kan een tijdsbepaling opgenomen zijn waardoor het komt te vervallen wanneer
het niet tijdig is aanvaard. Is in het aanbod een termijn opgenomen, dan hebben we in beginsel
te maken met een onherroepelijk aanbod (6:219 lid 1). In beginsel, want uit het aanbod kan
anders volgen. Uit art. 6:217 lid 2 volgt immers dat de bepalingen van de art. 6:219 – 6:225
van regelend recht zijn.
- Wanneer het aanbod geen tijdsbepaling bevat, wordt er in art. 6:221 lid 1 een onderscheid
gemaakt tussen mondeling en schriftelijk.
 Mondeling aanbod vervalt indien het niet onmiddellijk wordt aanvaard. Als je dit niet
onmiddellijk wilt aanvaarden maar het evenmin wilt laten vervallen, moet men
bedenktijd vragen.
 Schriftelijk aanbod vervalt indien het niet binnen een ‘redelijke termijn’ wordt
aanvaard.
- Een aanbod vervalt eveneens indien het wordt verworpen (zie afwijkende aanvaarding,. art.
6:225).
- Een aanbod vervalt soms door herroeping.
- Tot slot kan een aanbod een voorwaarde bevatten.

Een aanbod vervalt niet door tussen aanbod en aanvaarding intredende dood of
handelingsonbekwaamheid van 1 der partijen, aldus 6:222. Maar, ook dit is van regelend recht!

Bijeenkomst 3 – wilsvertrouwensleer
Art. 3:33 vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.
 Dit kan vormvrij: 3:37 lid 1

,Wilsontbreken:
- Bij oneigenlijke dwaling lopen wil en verklaring uiteen en komt de rechtshandeling nooit tot
stand gezien het feit dat er niet aan 3:33 is voldaan
- Geestelijke stoornis, 3:34:
1. Verklaring
2. Geestvermogens blijvend of tijdelijk gestoord
3. Belette redelijke waardering van bij handeling betrokken belangen OF verklaring onder
invloed van stoornis gedaan
- Verklaring onder invloed van stoornis indien RH nadelig was (tenzij nadeel niet was te
voorzien)
Gevolg: wil wordt geacht te hebben ontbroken
Artikel 3:35 kan hierbij ook nog een rol spelen.

- Ander heeft verklaring redelijkerwijs opgevat als tot hem gerichte verklaring met bepaalde
strekking
Gevolg: geen beroep op ontbreken wil
HR Eelman/Hin: Eelman verkoopt onder invloed van schizofrenie boerderij aan Hin (reële prijs). Hin
kon niet weten dat Eelman schizofreen was
 HR: Oordeel hof in stand (gelet op reële waarde en schijn van bekwaamheid Eelman), koopovk
daarmee geldig

Gerechtvaardigd vertrouwen
Bescherming van de wederpartij die gerechtvaardigd heeft vertrouwd  3:35
Beroept de wederpartij zich terecht op het door de verklaring gewekte vertrouwen, dan komt ondanks
het wilsdefect de rechtshandeling tot stand.
Volgens art. 3:35 BW is vereist:
- Een verklaring of gedraging van de persoon aan wie de wederpartij het vertrouwen
tegenwerpt, die
- Door de wederpartij is opgevat als een tot haar gerichte verklaring van een bepaalde strekking
 wanneer vaststaat dat de verklaring of gedraging door de wederpartij subjectief niet
verkeerd is begrepen, kan van toepassing van 3:35 geen sprake zijn. Hoe verwarrend het
objectief ook was. Wie steeds de ware stand van zaken voor ogen heeft gehad, behoeft tegen
de schijn niet in bescherming te worden genomen.
- En die de wederpartij onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht opvatten 
dit is een waardering van de omstandigheden van het concrete geval wat men uit een bepaalde
verklaring of gedraging omtrent elkaar bedoelingen nog juist wel en wat men niet meer uit
mag afleiden. Behoorde men naar aanleiding van de verklaring niet nader onderzoek te
verrichten?--> 3:11
Indien men een geslaagd beroep kan doen op art. 3:35 BW komt de rechtshandeling tot stand. Echter,
wanneer de wederpartij de ware stand van zaken voor ogen heeft, kan er geen sprake zijn van
gerechtvaardigd vertrouwen. Ook niet indiende verklaring/gedraging verwarrend was.
Het gerechtvaardigd vertrouwen van art. 3:35 BW hangt ook samen met de goeder trouw in de zin van
art. 3:11 BW. Dit betekent dat de wederpartij onderzoek moet verrichten indien de omstandigheden dit
verlangen of vereisen.
Indien er bij de wederpartij twijfel ontstaat berust op hem een onderzoeksplicht (Baris/Riezenkamp).

, Goede trouw (art. 3:11 BW)
Gerechtvaardigd vertrouwen = te goeder trouw zijn in de zin van art. 3:11 BW: men kende het
wilsdefect niet en behoefde het ook niet te kennen. Goede trouw veronderstelt dat men naar de ware
bedoelingen van de ander onderzoek doet, indien en voor zover daarvoor in de gegeven
omstandigheden aanleiding bestaat. Aanleiding voor onderzoek kunnen allerlei omstandigheden zijn
die het minder waarschijnlijk maken dat de (schijnbaar) afgelegde verklaring inderdaad is bedoeld in
de zin als zij lijkt in te houden:
 De plaats van de handeling: Iemand moet minder snel vertrouwen op de verklaring van
iemand in een café.
 Maatschappelijke positie van partijen (de eventuele deskundigheid van partijen)
 De aanleiding tot twijfel en dus tot onderzoek kan ook liggen in het onverwachte: Wanneer B
onlangs van A had begrepen dat A het schilderij echt niet wilde verkopen, en A het dan
plotseling toch ineens te koop aanbied aan B.
 Van belang zijn verder de vaardigheden die de wederpartij mag verwachten bij de persoon die
de schijnwilsverklaring aflegt. De werkgever die een buitenlandse werknemer die de
Nederlandse taal maar matig beheerst, een schriftelijke verklaring ter ondertekening voorlegt,
met als inhoud dat bij eenzijdig ontslag neemt, behoort zich ervan te vergewissen dat de
werknemer zich van de strekking van die verklaring bewust is. De werkgever heeft hier dan
een onderzoeksplicht. Dit volgt uit het HR Hajziani/Van Woerden arrest.

Geestelijke stoornis (art. 3:34 BW)
Tijdelijke of blijvende stoornis, (abnormale) verstrooidheid, toestand van dronkenschap, hevige
opwinding (mits ernstig).
Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend (V1a) of tijdelijk (V1b) zijn gestoord, iets verklaard
(V2), dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis
een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette (V3a) of indien de verklaring
onder invloed van die stoornis is gedaan (V3b).
Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan (1)
- Indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was (2)
- Tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien
(3).
Rechtsgevolg: indien een (blijvend/tijdelijk) geestelijk gestoorde iets heeft verklaard, dan kan dat
vernietigbaar/nietigheid opleveren.

Redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 BW) (Westhoff/Spronsen)
Op grond van artikel 6:248 lid 2 BW is een tussen partijen op basis van een overeenkomst geldende
regel, niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar de maatstaven van
redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.

Bijeenkomst 4 – wilsgebreken
Wilsontbreken leidt in beginsel tot een nietige overeenkomst, tenzij art. 3:35 de wederpartij beschermt
omdat zij in gerechtvaardigd vertrouwen is afgegaan op de schijn van wil die zij uit de verklaring van
de ander afleidde. In geval van een wilsgebrek is de overeenkomst geldig tot stand gekomen omdat de
ene partij heeft verklaard wat zij ook werkelijk wilde. Niettemin waren er omstandigheden in het spel
waardoor de wil op abnormale wijze werd gevormd. De rechtshandeling is vernietigbaar.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinUM. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 51036 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€16,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd