Psychologie samenvatting
Hoofdstuk 1
1.1 Een psychologisch probleem is gedrag dat verklaard moet worden. Psychologie bedrijven
is je bezighouden met psychologische problemen. Ontstaat doordat er een dergelijke
vraag gesteld wordt. Bij stress lijkt het erop dat de objectieve omgeving de oorzaak is van de
klachten, maar persoonlijke factoren zijn medebepalend. Het zoeken naar verklaringen leidt
tot nieuwe kennis.
1.1.1 Het is niet makkelijk om gedrag een definitie te gegeven. Het is wat mensen doen en
wat mensen juist laten waarom mensen iets niet doen is net zo interessant als wat
mensen wel doen. Niet alles noemen wij gedrag: er zijn 2 beperkingen. 1. Het moet gaan om
wat iemand doet of laat. 2. Het gedrag moet waarneembaar zijn.
1.1.2 Gedrag verklaren is wijzen op mogelijke oorzaken oorzaken van gedrag heet
gedragsdeterminanten. Een verklaring geven wilt niet zeggen dat de verklaring juist is. De
enige manier om te kijken of een verklaring klopt is toetsen. Verklaringen in de psychologie
worden gegeven vanuit een bepaalde theorie worden voorspellingen gehaald. Via
onderzoek wordt nagegaan of die zijn uitkomen. Dit noemen we toetsen. Innerlijk gedrag is
niet altijd zichtbaar voor anderen. Onbewuste handelingen zijn reflexen. Psychologie is de
kennis die ontstaat uit het systematisch zoeken naar juiste verklaringen voor menselijk
gedrag.
Casus 1.3 Mensen die in de belangstelling staan en zich voelen als uitverkoren gaan harder
werken, omdat ze voelen dat ze een belangrijke sociale positie hebben en dit ook willen
waarmaken.
1.2 Elke verklaring in de psychologie is voorlopig. Menselijk gedrag heeft vaak verschillende
oorzaken. De pupilreflex is als lichamelijk proces tamelijk goed te reconstrueren.
Lichtintensiteit kun je natuurkundig meten. Vaak blijken juiste verklaring van hetzelfde
gedrag zo verschillend dat ze niet onder 1 noemer te brengen zijn. Daaruit volgt dat in de
psychologie verschillende kennisgebieden elkaar raken. Psychologie is geen
natuurwetenschap. Een psycholoog is grondig getraind om te observeren. Mensen zijn zo
ingewikkeld dat psychologen erg op het gedrag letten. Psychologen weten dat het vaak iets
anders is dan wat je in eerste instantie denkt.
1.3 Het menselijk gedrag is niet alleen erg ingewikkeld, maar ook vaak meervoudig
gedetermineerd. Er zijn verschillende oorzaken voor hetzelfde gedrag aan te wijzen.
Gedrag verschilt per persoon en per situatie. De psychologie is in de praktijk opgesplitst in
verschillende specialisaties klinische psychologie, de ontwikkelingspsychologie, de
arbeids- en organisatiepsychologie.
1.4 Bij deze specialisaties spelen de psychologische stromingen die in de afgelopen eeuw zijn
ontstaan een belangrijke rol.
,1.4.1 Voordat de psychologie een zelfstandige wetenschap werd, was het me name een
filosofie die zich bezighield met vraagstukken als het denken, de rede en de moraal. De
filosofie hield zich meer bezig met de werking van de hersenen, maar bestudeerden ook
zaken als denken en waarnemen. Introspectie de introspectieve waarnemer moest zijn
eigen gewaarwordingen, denkprocessen, motieven en gevoelens analyseren.
Gestaltpsychologie hield zich vooral bezig met waarneming. Het uitgangspunt was dat
onze waarneming gericht is op gestalten. Een gestald is de manier waarop een geheel is
opgebouwd uit verschillende elementen. De mens is zeer afhankelijk van de waarneming.
Zintuigen zijn zo ingericht dat ze reageren op bepaalde prikkels. Prikkels zijn veranderingen
in de omgeving. Als de omgeving niet verandert nemen we niks waar. Informatie die buiten
de hersenen gaat noemen we een reflex.
Leren doen we voortdurend. Je kan onbewust, bewust, onbedoeld, bedoeld, via een
systematische leerroute of door coïncidentie leren. We leren voorkeuren en afkeuren aan.
Waarnemen en leren kunnen we dankzij ons geheugen. Zonder geheugen zijn we niemand.
Een belangrijke stroming binnen de psychologie waarbij het leren, aan- en afleren, centraal
staat s het behaviorisme houdt zich uitsluitend bezig met waarneembaar gedrag en
beperkt zich tot controleerbare verklaringen. Het gedrag moet objectief via zintuigen of
metingen vast te stellen zijn. Het behaviorisme wil van de psychologie een objectieve
wetenschap maken. Erfelijke factoren spelen in deze visie nauwelijks een rol. Belangrijke
thema’s: het voorspellen en veranderen van gedrag.
Het feit dat iedereen een persoonlijkheid ontwikkelt, wijst erop dat de mens een uniek
wezen is, dit is ook zichtbaar in het karakter en temperament persoonlijkheidspsychologie.
Een stroming die erg veel invloed heeft gehad binnen en buiten de psychologie: de
psychoanalyse Sigmund Freud probeerde diepere oorzaken van gedrag te achterhalen.
Volgens hem worden gedragingen ingegeven door allerlei seksuele en agressieve impulsen.
Veel speelt zich af in het onbewuste van de mens. Vaak spelen motieven en rol waarvan wij
het bestaan niet kennen. De psychoanalyse probeert achter de oorzaken van
(persoonlijkheid)stoornissen te komen.
Persoonlijkheidsontwikkeling vormt een groot onderdeel van de ontwikkelingspsychologie
De ontwikkeling van de mensen van conceptie tot de dood wordt bestudeerd. Niet alleen
de lichamelijke ontwikkelingen, maar vooral de sociaal-emotionele ontwikkeling, de
ontwikkeling van taal en denken, geweten, geheugen, waarneming en kennis.
Intelligentie is 1 van d meestomstreden begrippen n de psychologie. Intelligentie wordt
bepaald door verschillende factoren. Veel psychologen verschillen que definitie van
intelligentie.
, Bij veel gedrag speelt motivatie een grote rol. Zoals iedere vorm van motivatie wort deze
vasthoudendheid sterk beïnvloed door een al dan niet stimulerende omgeving en door
successen. Een belangrijke motivatietheorie is die van Maslow hij gaat uit van de
behoeften die de mens van nature heeft en de bevrediging daarvan. De hogere behoeften
worden zelfactualisatie genoemd. Mensen met deze behoeften willen zichzelf verder
ontplooien. Intrinsieke motivatie gedrag dat van binnenuit iemand motiveert, daarbij is
een beloning niet nodig. Bij extrinsieke motivatie is wel een beloning nodig. Humanistische
psychologie zet zich af tegen de tot dan toe heersende scholen, met name het
behaviorisme en de psychoanalyse. Het uitgangspunt is dat ieder mens een uniek wezen is
met een eigen vrije wil, en de wens zichzelf optimaal te ontplooien.
Sociale psychologie agressie, stereotypie, beïnvloeding van anderen. De mens
functioneert altijd in een sociale context. De mens is een sociaal wezen. Centraal staat hoe
we anderen waarnemen. Sociale psychologie wil het individuele gedrag zoals gevoelens en
gedachten, verklaren in sociale situaties. Grote invloed binnen de sociale psychologie:
cognitieve psychologie houdt zich bezig met hogere mentale processen, zoals geheugen,
waarnemen, leren en denken. De nadruk ligt op de manier waarop mensen informatie
verwerken. Het zet zich af tegen het behaviorisme. Het gaat erom hoe je tot inzicht komt,
hoe je denkt en hoe je iets aanpakt.
Hoofdstuk 2
Waarnemen is een alledaags gedrag. Een misvatting is dat waarnemen hetzelfde is als
registreren. Naïeve realisme: wij nemen de werkelijkheid waar zoals die is. Waarnemen is
een actief proces. Mensen construeren een werkelijkheid. Dit constructieproces is erop
gericht om de wereld om ons heen overzichtelijk te doen lijken, zo stabiel en eenvoudig
mogelijk. Daardoor zijn we in staat ons te oriënteren en te communiceren. Niet alleen
zintuigen, maar ook emoties, ervaringen, ideeën en verwachtingen een rol bij waarnemen.
Onze waarneming wordt vertekend en voorgeprogrammeerd door eerdere ervaringen,
verwachtingen en normen. Onze waarneming is subjectief en betekenisvol. Onze
waarneming is ook deels maatschappelijk bepaald. Waarnemen en interpreteren kan je niet
scheiden. Ons waarnemingsgevoel is beperkt. Wij kunnen alleen datgene direct waarnemen
waarvoor wij zintuigen hebben. Wij nemen onze omgeving anders waar dan die feitelijk is.
Onder bepaalde omstandigheden zijn wij dingen die er niet zijn. Wij blijken gevoelig voor
illusies, aan de andere kant zien wij alledaagse signalen gemakkelijk over het hoofd. We
worden beïnvloed door wat we geleerd hebben.
2.1 Waarnemen doen we met zintuigen. Onze zintuigen zijn elk gevoelig voor een bepaald
soort prikkels. Zintuigen vangen stimuli (prikkels) op en zenden signalen via neuronen
(zenuwcellen) naar de hersenen. Dit berust op elektrochemische processen. De wijze van
prikkeloverdracht is voor alle zintuigen hetzelfde. In de hersenen vindt de ontcijfering van de
boodschappen plaats. Niet alle prikkels worden verwerkt we maken een strenge selectie,
anders zouden we overspoeld worden met indrukken. Waarnemingspsychologie komt veel
overeen met fysiologie de studie van lichamelijke processen. Wij gebruiken verschillende
zintuigen tegelijk.