Kernenergie als ‘goedkoop’ wapen tegen klimaatverandering
Het is zaterdag 26 april 1986. De avondploeg van de kerncentrale van Tsjernobyl voert een
normale test uit. Althans, dat had het moeten zijn. Wat er in de controlekamer precies
gebeurd is, is onduidelijk. Wat we zeker weten, is dat reactor vier is ontploft. Een enorme
ramp volgde: 116 duizend inwoners uit de omgeving van Tsjernobyl moesten evacueren
wegens radioactieve straling en sinds dien is het gebied onbewoond.
Aangezien veel dingen tegenwoordig digitaal gebeuren, is stroom essentieel. Stroom
kun je op verschillende manieren opwekken: windmolens, zonnepanelen, steenkool, aardgas
of… kerncentrales. Kerncentrales leveren een enorme hoeveelheid energie. De kerncentrale
in Tsjernobyl, bestaande uit vier reactoren, leverde vierduizend megawatt aan stroom: elke
reactor duizend megawatt. Het was dus logisch dat deze kerncentrale er was: het verzocht
duizenden huishoudens van stroom. Als het zo goed werkte, waarom bouwen we er in
Nederland dan niet een?
Een eerste reden om een kerncentrale in Nederland te bouwen, is dat de kosten voor de
bouw van windmolens hoger zijn dan die voor de bouw van één nieuwe kerncentrale.
Volgens de Algemene Rekenkamer kost het in totaal meer dan twaalf en een half miljard
euro om windpark Borssele, bestaande uit 173 windmolens, op zee aan te leggen. Dat is al
twee en een half miljard meer dan een nieuwe kerncentrale, waarvan de geschatte kosten
rond de tien miljard liggen. Voor de consument is kernenergie goedkoper dan windenergie,
de energierekeningen gaan omlaag.
Een tweede reden om een kerncentrale in Nederland te bouwen, is dat kerncentrales
een stuk beter zijn tegen klimaatverandering. Tijdens de productie van elektriciteit stoten
kerncentrales namelijk géén CO2 uit, integendeel tot steenkool- of aardgascentrales. Sterker
nog, kerncentrales voorkomen jaarlijks zo’n honderd miljoen ton CO2 uitstoot. Op dit
moment komt meer dan 50% van onze stroom van steenkool- en aardgascentrales, wat
enorm slecht is voor het milieu. Als we onze planeet willen sparen, is kernenergie dus een
schonere manier om aan stroom te komen.
Een derde reden om een kerncentrale in Nederland te bouwen, is dat kernenergie
altijd werkt. Er is geen zon zoals bij zonnepanelen, wind zoals bij windmolens of stromend
water zoals bij dynamo’s nodig om stroom op te wekken. Wanneer hij staat, kan hij draaien
en stroom opwekken. Dit betekent dat de kerncentrale altijd zou werken en we dus niet zo
gauw zonder stroom zullen zitten.
Tegenstanders van kernenergie geven echter aan dat ze bang zijn voor een nieuwe
ramp, zoals de rampen in Tsjernobyl en Fukushima. Dit kan natuurlijk nog steeds gebeuren,
maar de kans hierop is een stuk kleiner. Technologie en kennis zijn enorm toegenomen, wat
bijdraagt aan de verbetering van de veiligheid. We hebben gezien wat er kan gebeuren, en
kunnen er nu beter op voorbereid zijn. Het ongeluk bij Fukushima was slechts pure pech:
een vloedgolf, veroorzaakt door een aardbeving, maakte de generatoren onklaar, terwijl
deze de stroom moesten leveren, nadat de aardbeving het elektriciteitsnet had
uitgeschakeld. Aangezien Nederland bijna midden op een continentale plaat ligt, zijn
aardbevingen vrijwel onmogelijk. Het ongeluk in Tsjernobyl was een menselijke fout,
verkeerde keuzes leidde tot de explosie in reactor vier. Eenzelfde fout wordt nu natuurlijk
niet meer gemaakt.