Bijeenkomst 1 Neonatale problemen
Zwangerschap
• G2P1 = graviditeit (zwangerschap), pariteit (bevalling)
• Hyperemesis gravidarum = extreme vorm van zwangerschapsmisselijkheid en -braken.
• Gemelli graviditeit = meerlingenzwangerschap.
• Amenorroeduur = zwangerschapsduur. Amenorroe = duur waarop de menstruatie uitblijft.
• Gebroken vliezen: binnen 24 uur bevallen in verband met infectiegevaar. Bij >24 uur spreken we
van lang gebroken vliezen.
Partus = geboorte
• Apgar score = (score vitale toestand kind direct na geboorte) de toestand van het kind in de
eerste minuten wordt geobjectiveerd met behulp van de apgar score op 1, 5 en 10 minuten na de
geboorte. De maximale apgar score is 10 punten. Een lage score die niet verbetert in de eerste 10
minuten geeft aan dat er sprake kan zijn van perinatale asfyxie, dat wil zeggen: zuurstoftekort
met verzuring en hoge CO2-waarden. Samen met de waarde van de navelstreng-pH (<7.0 =
asfyxie) geeft de apgar score een indicatie van de ernst van de problemen van de pasgeborene.
o 7-10 na 5 minuten > geen asfyxie > goede prognose
o 4-6 na 5 minuten > matige asfyxie > klein risico op neurologische schade
o 0-3 na 5 minuten > ernstige asfyxie > groot risico op neurologische schade
• P20 = 20% van de pasgeborenen heeft dit gewicht of lager.
o <10 = dysmatuur
o <2.3 = ernstige vorm van dysmaturiteit
Geboortetrauma
Hoofdletsel
• Caput succedaneum = een vochtophoping in het subcutane weefsel van de schedel die is
ontstaan door de drukverhoudingen in het baringskanaal. De zwelling is niet gebonden aan
schedelnaden.
• Cefaal hematoom = een bloeding van vaak het pariëtale bot, vooral na kunstverlossingen. De
bloeding is begrensd door schedelnaden omdat de lokalisatie van de bloeding (tussen bot en
periost) geen uitbreiding toestaat. Er moet rekening gehouden worden met verhoogde
bilirubinewaarden door de afbraak van het bloed in het hematoom. Hierdoor kan anemie
ontstaan omdat er te weinig bloed in de bloedbaan zit, met shock als gevolg.
• Subgaleale bloeding = een bloeding tussen periost en
aponeurosis. Deze bloeding komt ook vaker voor bij
kunstverlossingen en is geassocieerd met bijkomende
schade als schedelfractuur of intracraniële bloeding.
De zwelling kan zich in de loop van uren tot dagen
uitbreiden over de hele schedel. Er kan veel bloed in
terechtkomen waardoor er shock en/of
stollingsstoornissen kunnen ontstaan.
Fontanellen en naden
• Achterste fontanel dicht rond 2 maanden.
• Voorste fontanel en schedelnaden dicht bij 12-24 maanden
,Overige geboortetrauma
• Plexus brachialislaesie = beschadiging van het zenuwknooppunt die zenuwen bevat die
schouder, boven- en onderarm innerveren, vaak door een traumatische bevalling waarbij hard
aan het kind getrokken is. Bijkomend letsel zoals een claviculafractuur of humerusfractuur mag
niet gemist worden. Meestal is er een zogenaamde erbse parase met spierzwakte of verlamming
van spieren van schouder, boven- en onderarm. Meestal herstelt de zenuw vanzelf (met
armfixatie), maar als dat niet het geval is, moet tijdig (tussen de 3 en 6 maanden)
neurochirurgische reconstructie plaatsvinden.
Termijn en gewicht
Prematuriteit
Te verwachten problemen (<37 weken, vooral <34 weken)
• Voeding/NEC = necrotiserende enterocolitis.
• Hypoglykemie: te kleine glycogeenvoorraad door energieverbruik en stress bij geboorte, en
geen toevoer van glucose meer via navelstreng. Vooral bij dysmaturiteit.
• Hypothermie
• Wet lung/IRDS, neonatale pneumonie, neonatale sepsis
• Asfyxie, geboortetrauma
• Hyperbilirubinemie
• Hypopneus/apneus
Oorzaken
• Moederlijke factoren:
o Chronische ziekte
o Acute koortsende ziekte
o Lichamelijk of geestelijk trauma
, • Zwangerschapsfactoren
o Hypertensie
o (Pre-)eclampsie = zwangerschapshypertensie of krampaanvallen
o HELLP-syndroom = Hemolysis, Elevated Liver enzymes and Low Platelets
• Kinderlijke factoren
o Congenitale afwijkingen
o Gemelli
Kenmerken
• Relatief groot hoofd
• Gestrekte ledematen
• Labia majora < minora
• Testes niet ingedaald
• Geestelijk trauma
• Dunne, rode en glanzende huid
• Veel lanugo = donshaar
• Weinig/geen vernix = vettig, wit laagje op de huid
• Verminderde tonus
• Minder spieractiviteit
• Ademhaling irregulair
• Periodes met apneus en/of hypopneus
Dysmaturiteit
Te verwachten problemen (<P10, vooral <P2,3)
• Hypoglykemie
• Polycytemie = teveel aan rode bloedcellen, hoog Hematocriet.
Hb van 11/12 is normaal voor pasgeborenen, in verband met EPO-aanmaak ter stimulatie van de
aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg. Het zuurstoftransporterend vermogen wordt
hiermee gestimuleerd.
• Hypothermie
• Hyperbilirubinemie
• Asfxie/geboortetrauma
• CZS stoornissen
Oorzaken
• Moederlijke factoren
o Roken, alcohol, medicijnen
o Ondervoeding
o Nierafwijkingen
• Placenta factoren
o Te klein
o Geïnfarceerd
• Zwangerschapsfactoren
o Hypertensie
o (Pre-)eclampsie
• Kinderlijke factoren
o Intra-uteriene infecties
o Chromosomale of syndromale afwijkingen
, Kenmerken
• Ruime huidplooien
• Weinig subcutaan vet
• Weinig spiermassa
• Gewicht en lengte laag
• Gewicht laag en lengte normaal
• Droge, ruwe en gebarsten huid
• Veel lanugo
• Weinig/geen vernix
• Verminderde tonus
• Minder spieractiviteit
• Ademhaling irregulair
• Periodes met apneu en/of hypopneu
Macrosomie
Complicaties perinataal
• Asfyxie
o Langdurige uitdrijving
o Beknelde navelstreng
o Placentaloslating
• Fracturen
o Clavicula
o Humerus
• Plexus brachialislaesie
o Erbse parase = ingescheurd, tijdelijke verlamming en spierzwakte. Herkenbaar aan de
‘waiters hand’.
o Erbse paralyse = helemaal doorgescheurd, neurochirurgisch.
Complicaties postnataal
• Hypoglykemie
o Diabetes M/G
o Veel glucose
o Hyperinsulinisme
• IRDS
o Hyperinsulinisme
o Surfactant deficiëntie
• Wet lung
o Na sectio caesarea
o Adrenaline moeder verlaagd
o Resorptie longwater verlaagd
• Polycytemie
o IU hypoxie
o EPO verhoogd, erytropoëse verhoogd
o Erytrocyten verhoogd
• Hyperbilirubinemie
o Polycytemie
o Afbraak erytrocyten verhoogd