Hoorcollege inleiding thema knie
Bursitis prepatellaris (slijmbeursontsteking voorzijde knieschijf)
- Knieprobleem, geen articulair probleem (extra articulair)
Artritis (ontsteking) artralgie (pijn)
Rubor (roodheid), dolor (pijn), calor (warmte), tumor (zwelling, functio laesie
Acuut <6 weken
Chronisch >12 weken (betekent niet dat het nooit meer overgaat)
Gonartritis= ontsteking knie
Gonartrose= artrose knie
Coxartrose= artrose heup
Omartrose= artrose schouder
Anatomie knie
Structuren voor oriëntatie
→ LO en radiologische beelden
Type gewricht en bewegingsmogelijkheden
→ FO (passief)
Gewrichtsbanden en kapsel
→ Welke beweging wordt gemaximeerd
Spieren en pezen in relatie tot bewegingen
→ Ruimtelijke oriëntatie tov gewricht en FO (actief)
Innervatie van de spiergroepen
→ Neurologie
Flexie en extensie
Bij het been zit de flexie aan de dorsale zijde.
Bij het arm zit de flexie aan de ventrale zijde.
Knie met een plat tibia plateau en 2 condylen.
→ 2 assen voor rotatie, de rest wordt beperkt door de ligamenten.
Knie valgus en varus
Varus: beweging naar mediaal → O-benen.
Valgus: beweging naar lateraal → X-benen.
,Flexie in het kniegewricht
Als de knie buigt, verschuift het contactpunt naar achteren.
Menisci (kraakbeenstructuren als kom rond de femorkop), is flexibel.
Bij flexie verschuiven de menisci mee naar achteren, laterale verschuift heel goed mee, maar
de mediale zit aan veel kanten vast en kan dus makkelijker losscheuren.
Slotrotatie
Kost haast geen kracht om te staan.
Bij maximale extensie, laatste moment exorotatie van de fibula of femur endorotatie→
slotrotatie.
Been in exorotatie
→ Mediale menisci verschuift naar voren.
Algemeen lichaamszwaartepunt
Door heupgewricht, voor kniegewricht (zwaartekracht stabiliseert deze 2 gewrichten) en
voor enkelgewricht (zwaartekracht stabiliseert wel, maar toch kuitspier aanspannen).
Patella
Ene kant spier, zit in de eindpees van de quadriceps.
Daaronder patellair ligamenten, van patella naar tibia.
Ligamentum: fibreus bindweefsel tussen 2 botten, het is ligamentum patallae (tussen patella
en tibia).
Pees: tussen spier en bot.
Leer alle spieren, 3D modellen
brightspace en CEREGO.
Hoorcollege anatomie van de knie
,Synoviale gewrichten
Synoviale vloeistof is de voeding voor het kraakbeen.
De bewegingsmogelijkheden hangen af van de vorm van
de gewrichtsvlakken, ze moeten wel op elkaar aansluiten
anders luxatie (uit de kom).
Luxatie wordt voorkomen door ligamenten, spieren en
oppervlaktespanning door synoviale vloeistof.
Je kan 1, 2 of 3 assen hebben.
, Als je knie in extensie staat, maak je de beweging vanuit je heup → geen
rotatiemogelijkheden in knie.
Als je knie in flexie staat, maak je de beweging vanuit je knie → wel
rotatiemogelijkheden in knie.
Gewrichten
• Articulatio tibiofibularis superior
• Tibifubulaire syndesmosis
• Membrana interossea (syndesmosis)
Algemeen lichaamszwaartepunt
L4, navel.
Achter heupgewricht (alle ligamenten staan op spanning), voor de knieas (in
extensie dus quadriceps niet aan spanning, je staat op de ligamenten), voor
enkel (plantairflexoren nodig om bovenste spronggewricht te stabiliseren,
kuitspier nodig).