Casus 1: Stress – Leerdoele
1. Wat is homeostase en hoe werkt deze regulatie?
Homeostase is de dynamische staat van het interne milieu binnen ons lichaam,
waarin factoren worden beïnvloed zodat ze rondom een bepaald evenwicht
schommelen. Voorbeelden van systemen binnen ons lichaam welke zich in
homeostase bevinden zijn het temperatuurregelingssysteem, de glucosespiegel,
zuurgraad, bloeddruk en de colloïd-osmotische druk. In deze systemen zijn
verschillende factoren (variabelen) van belang en die veranderen constant. De
stimuli die hiervoor ontstaan worden waargenomen door receptoren/sensoren
binnen het lichaam. De verzamelde informatie (input) wordt vervolgens doorgestuurd
naar het controle centrum, veelal de hersenen. Deze communicatie verloopt via de
afferente schakeling. Hier wordt de input vergeleken met een bepaalde standaard
waarde (set point), het evenwicht waarin de variabele zich dient te bevinden. Aan de
hand van deze vergelijking stuurt het controle centrum een reactie (output) naar de
effector, welke in staat is de variabele te beïnvloeden. Deze communicatie verloopt
via de efferente schakeling. De effector zorgt voor feedback door de variabelen en
daarmee de stimuli te beïnvloeden. Deze feedback kan negatief of positief zijn.
• Negatieve feedback: de effector stopt of verminderd het originele effect van
de stimuli, en zorgt voor een tegenovergestelde reactie. Hierdoor keert de
variabele terug naar het evenwicht. Een voorbeeld van een proces waarbij
negatieve feedback van groot belang is, is de bloeddruk.
• Positieve feedback: de effector versterkt en versnelt het originele effect van
de stimuli. Hierdoor wijkt de variabele steeds verder af van het evenwicht. Deze
vorm van feedback wordt vaak een cascade genoemd, welke zichzelf in stand
houdt en versterkt. Een voorbeeld van een proces waarbij positieve feedback van
groot belang is, is bloedstolling. Als positieve feedback een nuttige bijdrage
levert aan de homeostase binnen ons lichaam, dan is dat altijd als onderdeel van
een negatief feedback systeem. Zo is bloedstolling onderdeel van het behouden
van een constante bloeddruk.
Er worden gebruikt gemaakt van endocriene transmitters en neurotransmitters. Heel
veel waardes zitten tussen 2 waardes
n
, 2. Welke hormonen geven de hypothalamus en de hypofyse af?
1. Hypothalamus 2. Hypofyse 3. Gevolg
Anterior
1. Corticotrophin-releasing hormone (CRH) —> Geeft
adrenocorticotroop hormoon vrij (ACTH) —> Stimuleert de afscheiding
van bijnierschorshormonen (voornamelijk glucocorticoïden en androgenen);
handhaaft de integriteit van de bijnierschors
2. Thyrotrophin-releasing hormone (TRH) —> Geeft thyroid-
stimulating hormone (TSH) vrij —> Het stimuleren van de schildklier om
thyroïdhormonen te produceren en af te geven.
3. Growth hormone-releasing factor (GHRF) —> geeft groei hormoon
(GH) vrij —> Reguleert de groei, deels direct, deels door somatomedines
uit de lever en elders vrij te maken; verhoogt de eiwitsynthese, verhoogt
de bloedglucose, stimuleert lipolyse
4. Growth hormone release-inhibiting factor (somatostatin)—> remt de
afgifte van GH —> voorkomt de bovengenoemde effect en ook TSH afgifte
5. Gonadotrophin- releasing hormone (GnRH) —> geeft follikel-
stimulerend hormoon (FSH) af en luteinising hormoon (LH) —> FSH:
In vrouwen stimuleert het de rijping van een follikel en de vorming van
oestrogeen, In mannen stimuleert het de vorming van sperma. LH: In
vrouwen activeert het de ovulatie en stimuleert het de productie van
oestrogeen en progesteron, In mannen stimuleert het de productie van
testosteron.
6. Prolactin-releasing factor (PRF)/ Dopamine —> geeft prolactine vrij
—> stimuleert lactatie en borstgroei gedurende de zwangerschap
7. Prolactin release-inhibiting factor —> remt de afgifte van prolactine —
> voorkomt bovengenoemde effecten
8. Melanocyte- stimulating hormone (MSH)-releasing factor —> geeft
alfa, beta en gamma MSH vrij —> Bevordert de vorming van melanine,
waardoor de huid donkerder wordt; MSH is ontstekingsremmend en helpt
de eetlust / voeding te reguleren
9. MSH release-inhibiting factor —> remt de afgifte van alfa, beta en
gamma MSH —> voorkomt bovengenoemde effecten.
Posterior
10.Oxytocine —> Het stimuleert het samentrekken van de baarmoeder en
zorgt er dus ook voor dat de bevalling begint, In de borst zorgt het voor
afscheiding van melk.
11.Anti Diuretisch Hormoon (ADH) = vasopressine, is een
peptidehormoon vooral afkomstig uit de supraoptic nucleus van de
hypothalamus. (Soms als neurotransmitter vrijgegeven) —> Het stimuleert
tot de reabsorptie van water in de nieren.
, 3. Wat is de HPA-as? +anatomie
De HPA-as staat voor de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as, in
het Engels de hypothalamic-pituitary-adrenal-axis, en speelt een
belangrijke rol in de stressreactie. Wanneer we stress ondervinden,
scheidt de hypothalamus corticotropin-releasing hormone (CRH)
uit. Dit hormoon zorgt ervoor dat de adenohypofyse adreno-
corticotroop hormoon (ACTH /corticotropine) uitscheidt. ACTH
zorgt er vervolgens voor dat de bijnieren in de cortex
corticosteroïden(cortisol) gaan produceren. Deze hormonen
dragen bij aan de stressreactie door de bloeddruk te verhogen,
waardoor voedingsstoffen en zuurstof sneller bij cellen terecht
komen, en door energie vrij te maken uit non-koolhydraten via de
gluconeogenese ook remmen ze het immuunsysteem, metabolisch
effect waardoor stress vermindert en aldosteron zorgt ervoor dat
water wordt vastgehouden. Dit laatste proces wordt voornamelijk
gestimuleerd door cortisol, een van de glucocorticoïden. Cortisol
heeft ook een remmende werking op de hypothalamus en hypofyse,
waardoor het zorgt voor een negatieve feedback. Normaal is dit in
balans, maar bij stress of ziekte etc dan wordt er cortisol vrijgemaakt.
Stressor identificeren, en pathway ophelderen van pathway en dan cortisol
en effecten stressor verlagen
Sympathische deel is altijd actief, cortisol ondersteunt sympathicus
1. Wat is de rol van de hypothalamus?
Vernoemd naar zijn positie ten opzichte van de thalamus (hypo = onder), sluit de
hypothalamus de hersenstam af en vormt het de inferolaterale begrenzing van het
derde ventrikel. Aan zijn inferior zijde (boven) loopt de hypothalamus over in het
midbrain, verder loopt de hypothalamus vanaf het optic chiasma tot de posterior
marge van de mammillary bodies.
Deze mammillary bodies zijn gepaarde boonvormige
nucleï die uitsteken aan de anterior zijde van de
hypothalamus, tussen het optic chiasma en de
mammillary bodies steekt het infundibulum uit, dit is
de stalk die de hypothalamus verbindt met de hypofyse.
De hypothalamus voert veel belangrijke rollen uit bij de
aansturing van het lichaam.
Ondanks zijn kleine grootte is de hypothalamus het
belangrijkste viscerale controlecentrum van het lichaam
en is belangrijk bij de homeostase van het lichaam. Bijna
alle weefsels staan onder invloed van de hypothalamus.
, Pre-optische regio: lateral/medial pre-optic nucleus
Supraoptische regio: 1) anterior nucleus, 2) supra optic nucleus 3) suprachiasmatic
nucleus 4) paraventricular nucleus
Tuberale regio: 1) dorsomedial nucleus, 2) ventromedial nucleus, 3) arcuate nucleus
Mammilaire regio: 1) posterior nucleus, 2) mammillary nucleus
paraventriculair= in het midden
Infundibulum: hechtstam aan neurohypofyse
Verschillende nuclei die reageren op sensorische input (afferent) met als resultaat dat
er hormonen uitkomen. Onder invloed van een stressor stimuleer je de hypothalamus
dat die CRH gaat produceren. Dat komt uit de paraventricular nucleus
Zijn belangrijkste homeostatische functies zijn:
-Controle van het autonome zenuwstelsel, de hypothalamus reguleert de
activiteit van de centra in de hersenstam en het ruggenmerg.
-Controle over de fysische respons op emoties, de hypothalamus ligt midden in
het limbische systeem (emotionele deel van de hersenen). Het activeert het grootste
deel van de fysieke expressies van emoties.
-Regulatie van de lichaamstemperatuur, de hypothalamus is een soort
thermostaat die ervoor zorgt dat er meer verbranding plaats vindt, of dat je juist gaan
zweten.
-Regulatie van voedselinname, als reactie op veranderende waarden van
verschillende voedingsstoffen of hormonen zal de hypothalamus het hongergevoel
reguleren.
-Regulatie van de waterhuishouding en dorst, dit doet het door de productie van
ADH en de activatie van het dorstcentrum.
-Regulatie van de slaap-wakker cyclus, samen met andere breinregio’s helpt de
suprachiasmatische nucleus (biologische klok) voor de slaap cyclus als een reactie op
daglicht-donker.
-Controle van het endocriene systeem, de hypothalamus produceert releasing en
inhibiting hormonen voor de anterior lobe van de hypofyse. Ook produceert het ADH
en oxytocine die worden afgegeven in de posterior lobe van de hypofyse.
2. Wat is de rol van de hypofyse?
Hypofyse: De ligging van de hypofyse is aan de schedelbasis in het Turks zadel, dit
is een uitholling van het wiggebeen en dient als herkenningspunt bij röntgenfoto’s.
Verder is de hypofyse een klier omgeven door bindweefselkapsel. Tussen het periost
van het wiggebeen en het kapsel in zit bindweefsel waarin zich een complex netwerk
bevindt van arteriën. Deze klier ziet eruit als een boon die vastzit aan een
trechterachtige stok. Deze als een trechter gevormde infundibulum verbindt de klier
met de hypothalamus die superior gelegen ligt. Deze steel is omgeven door een vlies:
diaphragma sellae. In mensen heeft de hypofyse twee belangrijke kwabben die
bestaan uit verschillende weefsels, de ene bestaat uit zenuwweefsel en de andere
bestaat uit klierweefsel:
• De neurohypofyse (achterkwab (pars posterior) + infundibulum) bevat
axonen van neuronen in de hypothalamus. Deze neuronen zijn in staat om
neurohormonen direct aan het bloed af te geven. In de neurohypofyse worden
dus geen hormonen geproduceerd. Activeren membranenreceptoren. inferior
hypophyseal portal vein. Hormonen door de neurohypofyse geproduceerd =
geen. Neurohypofyse scheidt alleen hormonen uit.
* Neurohypofyse: krijgt hormonen via 2 hoofd nuclei: paraventricular nucleus
(magnocellular) en supraoptic nuclei, vanuit hier gaan ze naar de neurohypofyse. Hormonen
zijn dus vrijgegeven in de hypothalamus niet in de hypofyse!!. Ze gaan over axonen en worden
vrijgegeven in de neurohypofyse aan de bloedstroom. —> oxytocine en ADH DIRECT
VERBONDEN