Behaald cijfer: 8
Uitwerking van alle verplichte arresten voor het vak Insolventierecht. De samenvatting bevat handige klikbare links naar arresten die passen bij het arrest dat wordt gelezen.
, Van Gorp q.q./Rabo Breda............................................................................................................ 82
ING/Gunning q.q. ......................................................................................................................... 82
ING/Manning q.q. ......................................................................................................................... 84
Feenstra q.q./ING .......................................................................................................................... 85
JPR Advocaten/Gunning q.q. ........................................................................................................ 85
Wemaro/De Bok q.q. .................................................................................................................... 86
Curatoren Eurocommerce/Rabobank ............................................................................................ 87
X/Y................................................................................................................................................ 89
Week 5 – Verhaalsbenadeling en PGV ................................................................................................. 89
Peeters q.q./Gatzen........................................................................................................................ 89
Loeffen q.q./BMH I ...................................................................................................................... 90
Loeffen q.q./BMH II ..................................................................................................................... 91
Bosselaar q.q./Interniber I (Montana I) ......................................................................................... 93
Kin/Emmerig q.q........................................................................................................................... 93
Gispen q.q./IFN............................................................................................................................. 94
Van Dooren q.q./ABN Amro I ...................................................................................................... 95
Bakker q.q./Katko ......................................................................................................................... 97
Diepstraten/Gilhuis q.q. ................................................................................................................ 98
Lunderstädt/De Kok c.s................................................................................................................. 99
Cikam/Siemon q.q....................................................................................................................... 100
Van Dooren q.q./ABN Amro II .................................................................................................. 100
De Bont/Bannenberg q.q. ............................................................................................................ 101
ABN Amro/Van Dooren q.q. III ................................................................................................. 101
Roeffen q.q./Jaya ........................................................................................................................ 102
Kok/Maas q.q. ............................................................................................................................. 103
Jongepier q.q./Drieakker c.s. ....................................................................................................... 103
Week 6A – Internationaal faillissementsrecht .................................................................................... 105
Eurofood ..................................................................................................................................... 105
Yukos I ........................................................................................................................................ 108
Interedil ....................................................................................................................................... 109
Yukos II ...................................................................................................................................... 111
Yukos IV ..................................................................................................................................... 112
3
, Week 1A – Onderhands (dwang)akkoord en de WHOA, SVB
Amro/den Hollander q.q.
• Boedelschulden gedurende de surseance ontstaan, gelden ook in het faillissement als
boedelschuld (zie ook art. 249 lid 1 sub 3).
• Art. 249 heeft tot strekking dat de surseance (onder omstandigheden) en het daaropvolgende
faillissement als een geheel worden behandeld, in die zin dat o.m. overeenkomsten die tijdens
de surseance gelden als boedelschulden in het faillissement evenzo gelden, dus als schulden die
geen verificatie behoeven en een onmiddellijke aanspraak op de boedel geven.
• Het strookt niet met art. 249 dat een tijdens de surseance overeengekomen rekening-
courantverhouding vanaf de datum van uitspraak van het faillissement wordt ‘’bevroren’’ en
dat de uit die rekening-courantverhouding voortvloeiende compensatie nog slechts kan
plaatsvinden als aan de voorwaarden van art. 53 is voldaan.
▪ Boedelschulden van tijdens de surseance en tijdens het faillissement hebben dus geheel
hetzelfde karakter. De tijdens de SVB overeengekomen rekening-courantverhouding is
boedelschuld, nu zij met medewerking van de bewindvoerder in hoedanigheid is
aangegaan.
• Art. 53 is o.a. door de plaatsing in een reeks van artikelen die over andere schulden dan
boedelschulden gaan op boedelschulden niet van toepassing.
• Een bevoegdheid tot compensatie voortvloeiend uit Algemene Voorwaarden die op een met
medewerking van bewindvoerders tijdsens surseance tot stand gekomen kredietovereenkomst
van toepassing zijn, wordt niet door het intreden van een opvolgend faillissement aan de
boedelschuldeiser ontnomen.
Casus
Aan NAPM is surseance van betaling verleend. Die surseance van betaling wordt op een gegeven
moment ingetrokken en het faillissement wordt uitgesproken. De bewindvoerders in surseance worden
benoemd tot curatoren. AMRO heeft met medewerking van de bewindvoerders d.m.v. een daartoe
geopende surseance-rekening in rekening-courant een boedelkrediet verstrekt. Na de faillietverklaring
zijn op die rekening in opdracht van derden bedragen bijgeboekt ter betaling aan de boedel. De curatoren
vorderen van Amro betaling van deze bedragen. Amro weigert dit echter en beroept zich op
compensatie (verrekening), aangezien zij zelf een (grotere) vordering op NAPM heeft die voortkomt
uit de rekening-courant. Hof oordeelt dat de rekening-courantverhouding vanaf de dag waarop het
faillissement werd uitgesproken ‘’als het ware werd bevroren’’, zodat compensatie met bedragen die
daarna op de rekening werden bijgeboekt nog slechts aanvaardbaar kan worden geacht indien aan de
voorwaarden van art. 53 Fw zou zijn voldaan.
HR
• Noch de tekst van art. 249 noch het uit art. 20 e.v. af te leiden systeem van de Faillissementswet
wijst erop dat boedelschulden ontstaan tijdens een aan een faillissement voorafgaande
surseance worden ‘gefixeerd’ per faillissementsdatum.
• In tegendeel, art. 249 wijst juist in een andere richting, want het heeft tot strekking dat de
surseance (onder omstandigheden) en het daaropvolgende faillissement als een geheel worden
behandeld, in die zin dat o.m. overeenkomsten die tijdens de surseance gelden als
boedelschulden in het faillissement evenzo gelden, dus als schulden die geen verificatie
behoeven en een onmiddellijke aanspraak op de boedel geven.
• Het strookt niet met art. 249 dat een tijdens de surseance overeengekomen rekening-
courantverhouding vanaf de datum van uitspraak van het faillissement wordt ‘’bevroren’’ en
dat de uit die rekening-courantverhouding voortvloeiende compensatie nog slechts kan
plaatsvinden als aan de voorwaarden van art. 53 is voldaan.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurens_meiavonden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.