Kwartiel 3 samenvatting kennistoets 2 GP en M&O
Ontwikkelingen in zorg en maatschappij (les 1.1 + 1.2 + 2.1 + 3.1-3.3 + 3.5)
Copyright content: Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren.
1.2 visie.
Drie uitgangspunten:
- Functioneren centraal: functioneren van de mens staat centraal, mensen kunnen
zoveel mogelijk hun leven leiden dat ze willen leiden.
- Een nieuw concept van gezondheid: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen zich
aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale
uitdagingen van het leven’. In dat concept betekent gezond zijn het zich kunnen
aanpassen aan verstoringen, veerkracht hebben, een balans weten te handhaven of
te hervinden in lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk opzicht.
- De zorgvraag in 2030
2.7 zorg in 2030: Het ABCD-model:
A = voorzorg: maatschappelijke betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid
B = gemeenschapszorg
C = laagcomplexe tot complexe zorg: basiszorg en gespecialiseerde zorg. Functioneren en
technologie spreken een rol
D = hoogcomplexe zorg
Beroepscode van verpleegkundige en verzogenden.
- Regie ligt zoveel mogelijk bij zorgvrager.
- Beroepscode is een leidraad voor je handelen.
Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening:
1. Als verpleegkundige oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de
gezondheid van de zorgvrager
2. Als verpleegkundige handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar de normen,
richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling gven
aan goed hulpverlenerschap.
3. Als verpleegkundige ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen
handelen, bejegening en gedrag als professional.
4. Als verpleegkundige houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op verantwoorde
en adequate wijze uitoefenen van het beroep op peil.
5. Als verpleegkundige ken ik de grenzen van mijn eigen deskundigheid en
beroepsverantwoordelijkheid en verricht ik alleen handeling die binnen grenzen
liggen.
, 6. Als verpleegkundige neem ik initiatieven en ondersteun ik activiteiten ter
bevordering va de ontwikkeling van het beroep en de kwaliteit van zorg.
7. Als verpleegkundige draag ik bij aan een veilig zorgverlening.
8. Als verpleegkundige zorg ik goed voor mezelf.
Verpleegkundige in relatie tot de zorgvrager:
1. Als verpleegkundige ga ik ervan uit dat iedere zorgvrager echt heeft op zorg.
2. Als verpleegkundige streef ik naar een goede zorgrelatie met de zorgvrager.
3. Als verpleegkundige stel ik in de zorgverlening de zorgvrager centraal.
4. Als verpleegkundige neem ik in mijn relatie met de zorgvrager professionele grenzen
in acht.
5. Als verpleegkundige heb ik het recht om op grond van gewetensbezwaren te
weigeren om mee te werken aan bepaalde handelingen.
6. Als verpleegkundige stem ik binnen mijn professionele mogelijkheden mijn
zorgverlening af op de zorgbehoeften, waarden en normen, culturele en
levensbeschouwelijke opvattingen van de zorgvrager.
7. Als verpleegkundige werk ik samen met de zorgvrager.
8. Als verpleegkundige werk ik samen met de naasten/mantelzorgers van de
zorgvrager.
9. Als verpleegkundige zorg ik ervoor dat de zorgvrager de informatie krijgt, die hij
nodig heeft.
10. Als verpleegkundige vraag ik de zorgvrager om toestemming voordat ik de zorg
verleen
11. Als verpleegkundige leg ik de gegevens van de zorgvrager vast in het verpleegkundig
of zorgdossier of in het elektronisch dossier.
12. Als verpleegkundige ga ik zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie over de
zorgvrager.
13. Als verpleegkundige respecteer en bescherm ik de privacy van de zorgvrager.
De verpleegkundige in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners:
1. Als verpleegkundige werk ik samen met teamgenoten en vakgenoten
2. Als verpleegkundige werk ik samen met zorgverleners van andere disciplines.
3. Als verpleegkundige werk ik samen met niet-zorgverleners
4. Als verpleegkundige werk ik samen met mantelzorgers en vrijwilligers.
5. Als verpleegkundige bewaak ik een professionele relatie met (in)formele
samenwerkingspartners.
6. Als verpleegkundige bescherm ik de zorgvrager tegen tekortschietend of schadelijk
gedrag of handelen van andere samenwerkingspartners
7. Als verpleegkundige ondersteun ik zorgverleners die zich aan professionele waarden
en normen willen houden.
8. Als verpleegkundige draag ik naar vermogen bij aan de ontwikkeling, implementatie
en evaluatie van het beleid van de instelling of organisatie waar ik werk.
,De verpleegkundige in relatie tot de samenleving:
1. Als verpleegkundige draag ik bij aan de bevordering van de volksgezondheid
2. Als verpleegkundige werk ik, indien van toepassing, mee aan wetenschappelijk
onderzoek gericht op de verbetering van de volksgezondheid en van de individuele
zorg voor zorgvragers.
3. Als verpleegkundige ondersteun ik activiteiten van de beroepsgroep om
voorwaarden te scheppen voor een verantwoorde beroepsuitoefening.
4. Als verpleegkundige verleen ik ook buiten mijn werk vanuit mijn professionele
deskundigheid voor zover mogelijk zorg in noodsituaties.
5. Als verpleegkundige draag ik bij aan de bescherming van het milieu binnen de zorg.
6. Als verpleegkundige zet ik mij, individueel en collectief, in voor een rechtvaardige
verdeling van en verantwoorde omgang met de beschikbare middelen.
7. Als verpleegkundige bewaak ik de onafhankelijkheid , betrouwbaarheid en
geloofwaardigheid van mijzelf en van de beroepsgroep.
Beroepsprofiel verpleegkundige.
Bekwaamheid, NLQF: context, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, kennis en
vaardigheden.
Complexiteit is zowel case complexity als patient complexity:
Case complexity
- De ziekte: mate van complexiteit medische problemen.
- De persoon met de ziekte: meer of minder complexe patiënten en meer of minder/ mate
van (gezondheids)geletterdheid.
- De populatie waarvoor zorg wordt verleend: mate van complexiteit populaties.
- Het zorgstelsel waarin zorg wordt verleend: mate van complexiteit zorgsystemen.
Patient complexity
- Gelijktijdig optreden van problemen in verschillende domeinen: lichamelijk, functioneel,
psychisch, sociaal.
- Problemen beïnvloeden elkaar en oorzaak en gevolg lopen door elkaar heen, waardoor het
beeld gecompliceerd is.
- Wankel of verstoord evenwicht, kwetsbaarheid.
- Onvoorspelbaarheid, onzekerheid.
- Tempo waarin veranderingen optreden is hoog
- Routines en richtlijnen ‘passen’ niet.
- Grote zorgvraag en inbreng van veel verschillende hulpverleners.
- Lage (gezondheids)geletterdheid.
, Verantwoordelijkheid is op te delen in drie dimensies:
1. Functionele verantwoordelijkheid: in de context van de organisatie.
2. Beroepsmatige verantwoordelijkheid: als lid van de beroepsgroep of organisatie.
3. Persoonlijke verantwoordelijkheid: in de zorgrelatie
Zorgverlener: Verplegen omvat: het vaststellen van de behoefte aan verpleegkundige zorg
door middel van klinisch redeneren; therapeutische interventies en persoonlijke verzorging;
informatievoorziening, educatie, advies en voorspraak; lichamelijke, emotionele en
geestelijke ondersteuning. Heeft kennis hiervan en beheerst vaardigheden en attitude
Communicator: Zij houdt in de communicatie rekening met persoonlijke factoren van de
patiënt en diens naasten, zoals leeftijd, etnisch/culturele achtergrond, taalbeheersing,
kennis en begripsniveau, emotie, copingsstijl en draagkracht. Het gaat om communiceren
‘op maat’, met een groot inlevingsvermogen en op een open en respectvolle manier. Heeft
kennis hiervan en beheerst de vaardigheden en attitude.
Samenwerkingspartner: Zij deelt kennis en informatie, is gericht op samenwerking en
overdracht in de keten. Heeft kennis, beheerst de vaardigheden en attitude.
Zelfde geldt voor organisator, professional, gezondheidsbevorderaar.
Verpleegkunde G&T HBO V saxion
Verpleegkundige opleiden die:
- Bestaande zorgtechnologie kan vinden
- Vertrouwen heeft in het gebruik van technologie
- Veilig en vaardig met technologie om kan gaan
- De zorgvrager over het gebruik van technologie kan vertellen en instrueren
- Vernieuwer
- Verdiepen
- Verbeteringen
- Voorlichten