Samenvatting Hoofdstuk 1
Inleiding: welke wet?
Offline en online:
Er zijn maar weinig interne specifieke wetten. Wat offline geldt, moet ook online gelden.
Wetten waar je pas op het internet tegen aan loopt:
1. Auteursrecht;
2. Privacywetgeving;
3. Computercriminaliteit;
4. De vrijheid van meningsuiting;
5. Aansprakelijkheid van internetdienstverleners;
Toepasselijk recht:
Vaak complexer, neem het voorbeeld van een frans bedrijf dat giftig afval in de maas dumpt,
waardoor Belgische koeien die ervan drinken komen te overlijden.
Volgens de Europese rechter is zowel de Franse als de Belgische rechter bevoegd.
De Franse omdat de handeling zich in Frankrijk plaatsvindt en de Belgische omdat de
consequenties en de daarmee gepaarde gevolgen zich in België plaatsvinden.
De Franse rechter mag bepalen over alle geleden schade, de Belgische rechter alleen
over de geleden schade in België zelf.
Het enkele feit dat iets op internet staat, maakt nog niet per se dat de Nederlandse wet
moet gelden.
Rechters kijken niet naar een of twee specifieke dingen, maar altijd naar de
totaalindruk en alle omstandigheden van het geval.
Zo zal een Nederlandstalige webwinkel die Nederland noemt in de landenlijst waar
men levert, al snel onder Nederlands recht vallen.
Maar dat je vanuit Nederland kunt bestellen, maakt nog niet dat een webwinkel
onder Nederlands recht valt.
Een aantal voorbeelden waarbij uiteindelijk beslist kan worden welke wet er wordt
toegepast zijn:
1. De fysieke plaats van de server;
2. Het gebruik van voertalen;
3. Aard van de advertenties;
, Hoofdstuk 2:
Valkuilen voor bloggers
Blogs zijn eerst en vooral een middel om je mening te uiten.
In Nederland heb je het recht om je mening te uiten. Dat gaat ver: die vrijheid van
meningsuiting is er met name om ideeën en denkbeelden te verspreiden die
schokken, kwetsen of verontrusten, zo vindt het Europees Hof voor de Rechten van
de Mens.
Maar dat recht is niet onbeperkt. Bij uitingen die nodeloos kwetsend of schadelijk
zijn, kan de rechter de vrijheid van meningsuiting begrenzen.
In Nederland worden die grenzen getrokken door de strafwetgeving over belediging,
smaad en laster.
Niet elke vorm van kritiek of elke negatieve opmerking over iemand is strafbaar.
Daarvoor moet de kritiek kwetsend en nodeloos grievend zijn.
Nodeloos betekent dat de kritiek geen bijdrage levert aan een ‘maatschappelijk
debat’, een op een of andere manier maatschappelijk relevante kwestie.
Smaad: het opzettelijk aantasten van iemands eer of goede naam door verspreiding van een
bepaalde bewering.
Doe je dat op je blog (in tekst of met een afbeelding), dan pleeg je smaadschrift.
Laster (trapje verder): smaad of smaadschrift plegen terwijl je wist dat de bewering een
leugen was.
De restcategorie is belediging: nodeloos kwetsende opmerkingen die geen smaad of laster
zijn.
Aanvulling:
Een enkel feit dat de bewering waar is, is nog geen verdediging tegen een aanklacht wegens
smaad. Er moet een goede bewering (die bijdrage aan dat debat) zijn geweest om die
bewering te doen.
Naast smaad en laster zijn ook haatzaaien en discriminatie grenzen waar je op een blog
tegenaan kunt lopen.
Daarvan is sprake als je mensen beledigt of negatief bejegent op grond van een
groepskenmerk (zoals hun godsdienst, seksuele voorkeur of afkomst).
Een uitlating moet echter wel specifiek over die mensen gaan, dood aan alle
islamieten is dus strafbaar, maar stop het gezwel dat Islam heet niet.
Een blogpost kun je zien als een column. Columnisten krijgen meer vrijheid dan
verslaggevers die pretenderen neutraal en feitelijk nieuws te brengen. Ze mogen
overdrijven, prikkelend formuleren en dingen verzinnen over bestaande personen.
Wel moet duidelijk zijn dat er sprake is van overdrijving, sarcasme of een
vergelijkbaar stijlfiguur in plaats van zakelijke berichtgeving.
En de column moet ‘steun hebben in de feiten’: er moet wel een kern van waarheid
inzitten.
, Om strafbaar te zijn, moet je de uitingen wel in het openbaar hebben gedaan. Er moet
sprake zijn van “aan het publiek ter kennis brengen”.
Maar als uitingen achter een wachtwoord zitten, of alleen na registratie toegankelijk
zijn, dan is het lang niet zo duidelijk meer of sprake is van een openbare uiting.
De rechtspraak op dit punt is niet consistent. Vaak speelt de zwaarte van de uitlating mee
of iets openbaarmaking was.
Bij een zware beschuldiging, gedaan door iemand die het kan weten, is het te
verwachten dat die mensen het gaan doorvertellen buiten de directe kring van
lezers. Dat zou dan een indirecte vorm zijn van “aan het publiek ter kennis brengen”.
Dit noemen we kruipsmaad.
Een blogbericht is niet alleen een meningsuiting, het is ook een “werk van wetenschap,
letterkunde of kunst” zoals de Auteurswet dat noemt.
Het in die wet geregelde auteursrecht beschermt teksten, foto’s, films, muziek en
andere creatieve werken tegen gebruik door derden.
Dat geldt dus zowel voor de inhoud van je eigen blog als voor materialen op andere
websites.
Je hebt zelf - volautomatisch – auteursrecht op alles wat je zelf maakt en op je blog
zet. Het is handig om aan te geven wat anderen mogen doen met de inhoud van je
blog.
Wil je overnemen toestaan, dan moet je je blog voorzien van een licentie, anders
mogen derden alleen citeren of er naar linken (met bronvermelding). In een licentie
staat wat anderen wel en niet mogen doen met jou werk. Veel mensen gebruiken
hiervoor de Creative Commons-licenties. Door een van deze standaard licenties te
gebruiken weten bezoekers meteen waar ze aan toe zijn.
Bloggen onder werktijd, of over je werk, kan problemen opleveren met je werkgever. Je
moet rekening houden met de belangen van je werkgever. Je bent hierdoor dus beperkt in
je vrijheid van meningsuiting omdat je rekening moet houden met de belangen van je
werkgever. Wel moet het hierbij gaan om zaken die met het werk te maken hebben.
Een andere vraag is natuurlijk wat je collega’s ervan vinden als zij je blog ontdekken
en lezen wat jij allemaal over hun schrijft. Zij kunnen zich in hun privacy aangetast
voelen.
Van een andere orde zijn de juridische regels rond het gebruik van materiaal van anderen.
De wet biedt bepaalde uitzonderingen op auteursrecht.
De belangrijkste is het citaatrecht: je mag datgene citeren wat je nodig hebt ter
ondersteuning van je verhaal. Hierbij hoort wel altijd een bronvermelding.
Een auteursrechthebbende mag meteen een schadeclaim indienen als zijn werk zonder
toestemming wordt gebruikt. Natuurlijk moet er wel sprake zijn van schade.
Commerciële blogs of sites moeten helemaal uitkijken. Of je nu een weblog of krant
exploiteert, als je geld verdient met foto’s of teksten van anderen, dan moet je toestemming
vragen. – en de bedongen licentievergoeding betalen.