Thema 1:Basiscursus voeding
Elf gezondheidsproblemen van Gordon
Op nummer twee staat voeding- stofwisselingspatroon.
Anamnese: Dagelijkse voeding, dagelijkse drinken, gewicht, lengte, eetlust, slikklachten,
dieet, wondjes, genezing, huidproblemen, gebit?
Structuur, inname, aanbeveling, opname, verwerking en functie van voedingsstoffen
Macronutriënten - eiwitten, vetten en koolhydraten.
Micronutriënten - vitamines en mineralen.
Ziekte van beriberi veroorzaakt door vitamine B1 tekort
Koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen. Koolhydraten worden in het
lichaam omgezet in glucose. Glucose wordt gebruikt als energiebron voor de cellen. Vetten
worden in het lichaam afgebroken tot vetzuren en glycerol. Vetzuren kunnen als energiebron
worden gebruikt door cellen, behalve hersenen, zenuwcellen en rode bloedcellen. Eiwitten
zijn opgebouwd uit aminozuren. Deze kunnen word verbrand (geoxideerd, waarbij energie
vrijkomt. Aminozuren worden alleen in eerste instantie gebruikt als bouwstenen. Is er een
overmaat aan aminozuren, dan worden deze omgezet in energie. Stikstofgedeelte wordt
omgezet in ureum dat door de nieren wordt uitgescheiden. Is er tekort aan koolhydraten dan
worden aminozuren omgezet in glucose (gluconeogenese). Alcohol geef ook energie, wordt
direct geoxideerd in de lever.
Energetische waarde van voedingsstoffen en voedingsmiddelen
1 kcal = 4,2 Kj en 1KJ = 0,24 kcal.
1 gram koolhydraten = 4 kcal
1 gram vezels = 2 kcal
1 gram eiwit = 4 kcal
1 gram vet = 9 kcal
1 gram alcohol = 7 kcal
Omdat eiwitten, vetten en koolhydraten een bepaalde energetische waarde
vertegenwoordigen, worden de aanbevolen hoeveelheden ervan vaak uitgedrukt in
energieprocenten.
ATP:
- Op peil houden lichaamstemperatuur, lichamelijke en geestelijke arbeid
- Alle stofwisselingsprocessen - opbouw en herstel weefsel - verloren aan warmte
-
, Metabolisme:
● Katabole reacties
De reactie van het vrijkomen van energie uit koolhydraten, eiwitten en vetten heeft katabole
reactie. Het lichaam breekt niet alleen moleculen af, maar bouw ook grotere moleculen op.
Dit is een anabole reactie. (lichaamseiwit uit aminozuren, vet uit vetzuren en glycerol en
glycogeen uit glucose). Ze kosten energie. Samen worden de katabole en anabole reactie
de stofwisseling of het metabolisme genoemd. Aminozuren moeten eerst worden ontdaan
van stikstof. Dit wordt in de lever afgesplitst onder vorming van ammoniak (desaminering).
Ammoniak is giftig, zet het lichaam het om in ureum(dit gebeurt ook in de lever).
Bij afbraak van glucose, vetzuren en aminozuren zijn twee stoffen van belang:
pyrodruivenzuur en acetyl-Co-A. Deze vormen als het ware schakels.
Citroenzuurcyclus vormt met de oxidatieve fosforylering de belangrijkste route voor glucose,
vetzuren en aminozuren voor afbraak om energie te vormen. Opneming van zuurstof en
afgifte van kooldioxide en water geven worden omgezet in energie. (aeroob - zuurstof
nodig).
Belangrijkste energiedrager is ATP. Hierdoor kan de cel onmiddellijk energie uit vrijmaken
door fosfaatgroep af te splitsen. Er ontstaat dan ADP. en P. ATP wordt in de mitochondriën
gevormd uit ADP. Spier- en hersencellen bevatten naast ATP ook creatinefosfaat. Dit is een
staf dat een fosfaatgroep afsplits waardoor ADP in de cel snel omgezet kan worden tot ATP.
Vetten worden via de lipolyse afgebroken tot vetzuren en glycerol. Triglyceride bevat 1
molecolare glycerol en drie moleculen vetzuren. Glycerol volgt het pad van de glycolyse en
de citroenzuurcyclus. Vetzuren worden afgebroken via de bèta-oxidatie, in de mitochondriën.
Eiwitten kunnen via aminozuren omgezet worden in energie. Een deel vormt het pad van de
koolhydraten en een ander deel het pad van de vetzuren, respectivelijk glucogenen en
keotgene aminozuren genoemd.
● Anaerobe afbraak
Pyrodruivenzuur wordt omgezet in melkzuur dat wordt gesplitst in lactaat en H+ ionen. Is er
een tekort aan zuurstof in de spiercellen kan er onvoldoende energie worden geleverd door
aerobe processen en worden anaerobe processen belangrijker. Concentratie lactaat en H+
ionen nemen toe en er ontstaat een lokale acidose en spiervermoeidheid. In rust wordt
lactaat weer omgezet in pyrodruivenzuur.
Onvolledige verbranding: Acetyl-CO-A hoopt zich op in de mitochronicen van de levercellen
die die cellen vervolgens omzet in bèta-hydroxyboterzuur en acetoazijnzuur
(ketonlichamen). Keton lichamen kunnen door de hersencellen gebruikt worden als er een
tekort aan glucose is. Deze zet het om in brandstof in water. Na een paar dagen
voedselonthouding is het gehalte aan ketonlichamen sterk verhoogd. (ketosis). Ook in urine
te zien (ketonurie).
-