Een samenvatting van het onderzoekspracticum Inleiding Data-analyse thema 1 t/m 7. Aan de samenvatting zijn filmpjes toegevoegd die te bekijken zijn via YouTube. Naast deze samenvatting is aan te raden om de cursus op youlearn door te nemen. Tentamen is behaald met een 9.
Naar mijn mening te beknopt en er staan inhoudelijke fouten in
Door: lindapolstra • 2 jaar geleden
Meer dan in de samenvatting staat hoef je niet te weten voor dit vak, handig toch! Welke fouten? Want als dat zo is pas ik die graag aan.
INLEIDING DATA-ANALYSE
Een samenvatting van thema 1 t/m 7 van het onderzoekspracticum Inleiding data-analyse
PB0202202122 gevolgd aan de Open Universiteit
Dit is een samenvatting geschreven in eigen
woorden. Bij bepaalde thema’s zijn filmpjes van
YouTube toegevoegd voor een verhelderende
uitleg.
Behaald tentamencijfer: 9
,THEMA 1 Inleiding
1.1 inleiding en ethiek
De 5 fasen van een empirisch onderzoekcyclus:
onderzoeksvraag formuleren
studie ontwerpen
data verzamelen
data analyseren
rapporteren
Ethiek en integriteit belangrijk omdat:
1. Onderzoek wordt meestal uitgevoerd met mensen
2. Onderzoek wordt meestal uitgevoerd met publieksgeld
Codes voor medisch wetenschappelijk onderzoek:
Nuremberg Code
Helsinki declaratie
Ethische commissie:
Afweging van de kosten
Bescherming van de deelnemers
Beoordeling anonimiteit van de deelnemers
Wet medisch onderzoek (WMO) = komt voort uit de Helsinki declaratie en heeft betrekking op
“medisch-wetenschappelijk onderzoek waarvan deel uitmaakt het onderwerpen van personen aan
handelingen of het opleggen aan personen van een bepaalde gedragswijze” (WMO, artikel 1, lid a). Deze
wet bepaalt dat onderzoek dat onder de WMO valt niet uitgevoerd mag worden als een METC het niet
heeft goedgekeurd. Meeste psychologische en onderwijswetenschappelijke onderzoek valt niet onder
de WMO.
Medisch Ethische Toetsings Commissie (METC) = toetsingscommissie voor medisch onderzoek
Commissie Ethische Toetsing Onderzoek (cETO) = toetsingscommissie die de OU hanteert voor sociaal
en gedragswetenschappelijk onderzoek
Informed consent = overeenkomst tussen deelnemers en onderzoekers
Datamanagement = bevat een datamanagmentplan waarin o.a. wordt omschreven hoe (meta)data
tijdens het onderzoek wordt opgeslagen, geanonimiseerd en wie toegang heeft.
Meta data = data over data, nodig om een databestand te begrijpen
Full disclosure = onderzoeker moet volledige openheid geven over het proces
1.2 validiteit en betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid = de stabiliteit van een meetinstrument over herhaalde metingen. Een belangrijk
aspect van deze definitie van betrouwbaarheid is dat die gebaseerd is op de aanname dat datgene dat
wordt gemeten stabiel is.
,Meetfout = alles wat invloed kan hebben op het onderzoek. Meetfout is het complement van de
betrouwbaarheid. Naarmate er minder meetfout is, is een meting betrouwbaarder en vice versa.
Validiteit = Wanneer een meetinstrument meet wat hij moet meten. Validiteit heeft betrekking op de
vraag of de representatie van een stukje realiteit binnen een onderzoek wel overeenkomt met het
stukje realiteit in de echte wereld.
1.3 populaties en steekproeven
Onderzoekseenheid= elk lid van de onderzoekspopulatie (zoals 1 kind of 1 school)
Onderzoekspopulatie= de groep waar een uitspraak over gedaan zal worden
Waarom niet alle onderzoekseenheden in een populatie te onderzoeken zijn:
- Er zijn meestal te veel van
- Deze omvat soms ook mensen uit het verleden en de toekomst
Steekproef = een selectie van de populatie. Die selectie kan op meerdere manieren plaatsvinden, en elk
van die manieren heeft gevolgen voor de conclusies die met het onderzoek getrokken mogen worden.
Aselecte steekproef = random, willekeurig. Elk lid van de populatie (elk onderzoekseenheid) heeft even
grote kans om onderdeel uit te maken van de steekproef. Hoe groter de steekproef hoe meer hij op de
populatie gaat lijken.
3 voorbeelden van een aselecte steekproef:
1. Aselecte steekproef: iedere onderzoekseenheid in de populatie heeft evenveel kans om in de
steekproef te belanden.
2. Gestratificeerde steekproef: populatie wordt eerst opgedeeld aan de hand van kenmerken zoals
geslacht waarna uit elk deel een aselecte steekproef wordt genomen. Met deze methode
worden gegarandeerd evenveel mannen als vrouwen geselecteerd.
3. Multilevel-steekproef: wanneer de populatie georganiseerd is in grotere groepen. Voorbeeld:
eerst aselecte steekproef van scholen, daarna een aselecte steekproef van klassen en daarna
een aselecte steekproef van scholieren.
Twee manieren waarop toeval zich manifesteert:
1. Door een meetfout
2. Door een steekproeftoeval: dat er door toeval één of meer uitzonderlijke mensen in een
steekproef belanden waardoor de steekproef minder representatief is.
Selecte steekproef = deelnemers worden weloverwogen geselecteerd op basis van hun kenmerken.
Gangbaar in kwalitatief onderzoek, maar komt ook voor in kwantitatief onderzoek. Bij een selecte
steekproef is een lagere generaliseerbaarheid en mogelijk ook een lagere validiteit door meer kans op
verstorende factoren.
2 voorbeelden van een selecte steekproef:
1. Convenience sampling: bij deze steekproef-methode worden deelnemers gekozen omdat ze
gemakkelijk toegankelijk zijn, zonder dat veel aandacht wordt besteed aan representativiteit.
Een voorbeeld is het werven van kennissen en bekenden, collega’s, of medestudenten.
, 2. Snowball sampling: deze steekproef-methode start met een klein aantal weloverwogen gekozen
‘seeds’. Deze eerste deelnemers wordt vervolgens gevraagd om vrienden en kennissen uit te
nodigen die voldoen aan bepaalde eisen. Deze methode wordt veel gebruikt bij moeilijk te
bereiken groepen, zoals sekswerkers in een land waar sekswerk illegaal is, mensen met
gestigmatiseerde of zeldzame seksuele voorkeuren, of gebruikers van illegale middelen.
1.4 Operationalisaties
Kwantitatief onderzoek = onderzoek waarbij door middel van operationalisaties aspecten van de
realiteit worden omgezet in datapunten die vervolgens kunnen worden geanalyseerd met statistische
software.
Variabele = wordt gemeten tijdens een onderzoek en is iets dat varieert of kan variëren. Dit is de
theoretische variabele. Een andere betekenis van variabele is een datareeks.
Introspectie = Inzicht in hoe iemand zelf werkt. Deze is beperkt voor mensen. Hoewel alle mensen
bijvoorbeeld denken te weten waarom ze doen wat ze doen, blijkt dat ze die redenen voor hun gedrag
op dat moment meestal niet opslaan in hun geheugen, en in plaats daarvan achteraf bedenken wat de
reden waarschijnlijk zal zijn geweest. Bovendien zijn mensen zich niet bewust van de biases, of
verstoringen in informatieverwerking, -opslag, en -terughaling waar iedereen aan lijdt. De gebrekkige
introspectie van mensen maakt dat het nodig is om operationalisaties te ontwikkelen om constructen te
meten, in plaats van dat mensen gewoon gevraagd kunnen worden. Dit is tegelijkertijd een zwak punt
van kwalitatief onderzoek, waarbij juist wel uitspraken van mensen worden geanalyseerd.
Constructen = psychologische variabelen. Zijn theoretisch en hebben geen tastbaar bestaan. Zijn
bruikbaar om andere variabelen die wel te observeren zijn te voorspellen.
Operationalisatie = de link tussen theoretische constructen en de realiteit. Het is de vertaling van een
definitie naar een meetinstrument of manipulatie.
Meetinstrument = De bedoeling van een meetinstrument is om een bepaald aspect van de realiteit te
kwantificeren (te representeren in een getal). Het is hierbij uitdrukkelijk niet de bedoeling dat er ook iets
wordt beïnvloed: het enige doel is om een reeks datapunten (meestal getallen) te verzamelen die
corresponderen met een aspect van de realiteit. Zo’n datareeks wordt ook wel variabele genoemd.
Manipulatie = het doel is om een construct te beïnvloeden.
Kwalitatief onderzoek = betreft de analyse van kwalitatieve data: data die niet op een systematische
manier zijn verwerkt tot een aantal datapunten. Er kan een diep begrip worden gekregen over het
onderwerp van de studie.
- Vaak selecte steekproeven (en kleine steekproeven)
- Kleinere generaliseerbaarheid
- Geen zicht op steekproeffout en meetfout
- Power is laag
Meetmodel = de verhoudingen tussen operationalisaties en de ‘subvariabelen’ worden in kaart gebracht
Indicatoren (variabelen die worden gemeten) -> weergegeven in rechthoeken
Latente variabelen (de operationalisatie van de variabelen) -> weergegeven in ovalen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lindapolstra. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.