Dit zijn de college aantekeningen die ik zelf heb gemaakt. Hij is compleet en bevat alle informatie die je nodig hebt voor het tentamen. Het heeft ook afbeeldingen om het helder te maken. Met deze samenvatting haal je makkelijk een 7 voor de toets.
Immunologie samenvattingen HC’s
HC1- H1, H2 en H3
Een diffusie, een complex netwerk van cellen die interactie hebben, cellen produceren, cell-
vormende weefsel dat het lichaam beschermt tegen pathogenen en onbekende substanties.
Ons immuunsysteem herkent, verwijdert en herinnert de pathogenen die het lichaam hebben binnen
gedrongen. Het immuunsysteem zorgt ervoor dat de homeostase in het lichaam wordt behouden en
dat je gezond blijft.
Vaccinatie zorgt ervoor dat t immuunsysteem wordt geactiveerd.
Het immuunsysteem moet het verschil kunnen weten tussen ‘self’ en ‘nonself’. Daaronder valt
harmful en harmless. Het immuunsysteem kan een response tegen zichzelf geven. Dus je lichaam
‘vecht’ tegen zich. Dat kan voorkomen bij diabetes, reuma etc. Bij allergenen reageert het lichaam
tegen niet-schadelijke moleculen zoals pollen en gluten.
Je hebt verschillende barrières in het lichaam:
1. Je huid= pH is 5. Daarnaast ook epitheel cellen, slijm in je darmen, maagzuur
2. Innate immuunsysteem->
ruimt deels pathogeen op en activeert de adaptieve immuunsysteem. Bovendien reageert
het snel, binnen een aantal uren. Beperkte aantal van specificatie. Constant gedurende
response, wordt dus niet specifieker. Fixed= ze weten wat ze zien
3. Adaptieve immuunsysteem->
heel specifiek, reageren binnen dagen tot weken, gevarieerd bij herkenning van pathogenen,
verbetert gedurende response
In het immuunsysteem zijn eiwitten zoals cytokines en chemokines erg belangrijk.
Cytokines worden uitgescheiden door cellen en activeren andere cellen. Daarbij kunnen ze zichzelf
,extra activeren. Cytokines zijn signalerende eiwitten en binden aan receptor en activatie laten
plaatsvinden.
Chemokines zorgen voor een gradiënt en hier gaan cellen naar toe. Als functie dat leukocyten naar
plaatsen van een ontsteking in het lichaam kunnen gaan.
Er is een constante interactie tussen innate immuunsysteem en adaptieve immuunsysteem. Innate is
dus snel en niet-specifiek. Adaptieve is langzaam en specifiek.
Pathogenen kunnen zowel buiten als binnen de cel zijn.
In je heb bloed dat tot ~70% behoort tot innate en de rest behoort tot adaptieve(lymfocyten).
Stamcellen komen uit beenmerg en daar komen ook je bloedcellen ook vandaan. Onder lymfocyten
valt de B-, T- en NK cellen. Adaptieve is je B- en T-cellen. NK valt onder innate.
Granulocyten (behoort tot bloedcellen) herken je door de puntjes in de cel. Innate
APC (antigen presenterende cel) zijn je macrofagen en je dendrietcellen. Innate
Bij een pathogeen zijn er antigenen aan de buitenkant. Je B- en T-cellen herkennen het pathogeen
door de antigenen. Epitope-> Het minimale portie van een antigen gebonden bij antilichamen of een
BCR en herkend door een TCR.
H2 Lymfoïd organen
Lymfoïde organen heb je primaire en secondaire organen. Er worden leukocyten ontwikkeld.
Primaire organen zijn de beenmerg (ontwikkelt B-cellen) en de thymus (ontwikkelt T-cellen en ).
Secondaire lymfoïde organen (activatie van lymfocyten ): Lymfe knopen, mild en GALT (peyer’s
patch).
Lymfeknopen waren dikker als er de immuunsysteem opgang komt. Lymfeknopen komen door het
hele lichaam voor.
Pathogeen en immuun cellen kunnen in de lymfeknopen komen. De rondjes in de lymfeknoop zijn je
B cellen, daarna komen de T-cellen en dendrietcellen. Die twee zitten samen omdat dendrietcellen
de T-cellen activeren.
, Adaptieve cellen, de activatie duurt lang omdat ze nog ontwikkeld moeten worden. Bij de geboorte
van een baby zijn ze T- en B-cellen nog ‘naïef’, omdat ze nog geen strijd hebben gehad tegen een
pathogeen in het lichaam. Secondaire lymfoïde organen herkennen de pathogeen door antigenen.
Dit is zeer specifiek. Daarna worden genoeg antilichamen gemaakt. Dit duurt lang. Als er genoeg is,
wordt het pas in het lichaam verspreid. Nu worden er ook geheugencellen aangemaakt. Bloedvaten
en lymfeklieren zijn met elkaar verbonden. Eerst zijn naïeve T- en B-cellen in het bloed, die gaan naar
de secondaire lymfeorganen. Daar scannen ze of er B of T-cellen geactiveerd kunnen worden en
welke bij de pathogeen past. Die informatie met T- en B-cellen gaan weer terug de lymfeklieren in en
later weer in het bloed naar het hart.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Gkkgkk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.