Bron: Baarda, B. (2019). Dit is onderzoek (3e druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
METHODE EN TECHNIEKEN VAN ONDERZOEK BAARDA
Hoofdstuk 0
0.1Wat is onderzoeken
Onderzoeken: is een aangeboren menselijke kwaliteit. Onderzoek moet antwoord geven op
vragen, door het verzamelen van kennis.
De essentie van wetenschap ligt vooral in het stellen van de juiste vragen.
Niet alle vragen zijn met onderzoek te beantwoorden. Normatieve en esthetische
vragen zijn met onderzoek niet te beantwoorden bijv.:
- Wat is een mooi schilderij?
- Is het gebruik van strenge straffen rechtvaardig?
- Wat is het beste personeelsbeleid?
Mooi is een kwestie van smaak: Esthetisch.
Straffen en de vraag over personeelsbeleid is een kwestie van goed of slecht: normatief.
Kennis wordt opgeslagen tegenwoordig in elektronische kennisdatabanken, die via het
internet te raadplegen zijn.
0.2 Wat is het verschil tussen naïeve en wetenschappelijke kennis
Naïeve kennis:
Gewoontes
o Zo is het altijd al geweest
‘wishful thiking’ (selectieve observatie)
o Mensen willen graag gelijk hebben.
Meningen van autoriteiten
o Als de paus of dominee het zei, moest het wel waar zijn.
o Tegenwoordig in westerse landen: de media.
Ideologie
o Levensopvattingen en religies een belangrijke rol.
Intuïtie
o Het verstand, de ratio.
Traditionele westerse wetenschappelijke kennis is gebaseerd op empirisme (waarnemen)
en rationaliteit (nadenken). Het moet ook gebaseerd zijn op wetmatigheid. Het moet niet
om een toevallig feit gaan, er moet sprake zijn van een zekere orde, die het liefst te vangen
is in een formule.
0.3 Wat is wetenschappelijk verantwoord onderzoek
Fundamenteel onderzoek: onderzoek dat ten behoeve van de wetenschap wordt
uitgevoerd.
Toegepast onderzoek: onderzoek dat wordt uitgevoerd ten behoeve van de praktijk, maar
dat wel op een wetenschappelijk verantwoorde wijze wordt uitgevoerd.
Intuïties hoeven niet verkeerd te zijn, maar ze moeten wel getoetst worden.
,Bron: Baarda, B. (2019). Dit is onderzoek (3e druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
Met wetenschappelijk verantwoord bedoelen wij dat het onderzoek systematisch moet
worden uitgevoerd en dat er zodanig over wordt gepubliceerd dat het
repliceerbaar is.
Wetenschappelijke cyclus, empirische cyclus.
Je begint met het formuleren en het nader analyseren van een probleem.
Daarbij vormt zich soms ook een theorie.
Op basis daarvan formuleer je een of meer onderzoeksvragen.
Dan ontwerp je de best passende onderzoeksopzet om die vragen te
beantwoorden.
Je verzamelt je onderzoeksgegevens.
Je analyseert je gegevens.
Je trekt je conclusie, beantwoordt de onderzoeksvraag en stelt je
conclusie ter discussie.
Onderzoeksresultaten moeten altijd controleerbaar zijn (replicatie-eis). Dat kan
alleen als je erover publiceert, in de vorm van een rapport, artikel of boek
(publicatie-eis).
Repliceren: De beschrijving van het onderzoek moet zodanig zijn dat iemand
anders het onderzoek over kan doen met bijvoorbeeld andere proefpersonen.
Replicatie-eis is dat het wetenschappelijk onderzoek altijd eerlijk en
controleerbaar moet worden uitgevoerd. In een wetenschappelijk onderzoek
geldt dat er altijd in termen van waarschijnlijkheid wordt gesproken. Er kan zijn
dat er van een toeval heeft gesproken, dat bij herhaling van het onderzoek de uitkomsten
net even anders zijn. Bovendien zijn onderzoeksresultaten alleen geldig, valide, voor de
groep waarbij men het onderzoek heeft verricht.
0.4 De geschiedenis van wetenschappelijk onderzoek
De huidige en empirische wetenschapsbenadering vindt zijn oorsprong in de periode van de
verlichting. (1600-1700)
Verbreding en versnelling van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn kenmerkend voor de
periode van de industriële revolutie, in de tweede helft van de 18e en 19e eeuw. Nieuwe
uitvindingen, gebruik stoommachine.
0.5 Onderzoek heden ten dage
In het verleden was onderzoek een activiteit dat vooral door wetenschappers in
wetenschappelijke instituten werd uitgevoerd. Nu ook veel op commerciële basis door
allerlei onderzoeksbureaus.
0.6 Wat is empirisch kwantitatief onderzoek
0.6.1 Wat zijn de kenmerken van empirisch, kwantitatief onderzoek
Positivisme: filosofie die zich enkel op waarneembare feiten, de empirie, baseert en
godsdienstige of andere visies als verklaring van de hand wijst.
Kenmerk van empirisch onderzoek is dat het kwantitatief is. Vooral gebaseerd op exacte
wetenschappen, zoals de fysica. Objectieve feiten als temperatuur, snelheid en kracht vast
te leggen met objectieve metingen.
Sociale constructen: gezag, motivatie, betrokkenheid, geluk en verdriet. Moeilijk objectief
vast te stellen.
Ecologische validiteit: de geldigheid van
onderzoeksresultaten in de dagelijkse
levenssituatie.
- Realisme: kwalitatief: vangen van de
werkelijkheid in cijfers niet mogelijk is,
, Bron: Baarda, B. (2019). Dit is onderzoek (3e druk). Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.
vooral betekenissen. Kwantitatief: realistische situaties, bijv. het schoolplein. Minder
controle over datgeen wat er gebeurt en je afhankelijk bent van toevallige
omstandigheden.
Fenomenologie: moeten niets van kwantitatief onderzoek hebben. Zij verdiepen zich in
diepte-interviews, in een bepaald fenomeen.
0.6.2 Wat is het verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Verschil empirisme en realisme: verschil kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
- Empirisme: kwantitatief. Men is opzoek naar universeel toepasbare regels en wetten.
Statistiek speelt hier een belangrijke rol.
- Realisme: kwantitatief als kwalitatief. Resultaatgericht maar ook waarin het is
vastgesteld en vooral naar de betekenis.
Kwantitatief onderzoek: richt zich
vooral op het vaststellen van feiten.
(antwoord ligt van te voren min of
meer vast)
Kwalitatief onderzoek: vooral
ontdekkend en meer gericht op
betekenis en niet op hoeveelheid.
(open vraag)
- Kleine steekproeven gewerkt,
die vaak bewust zijn
geselecteerd.
Mixed method: kwantitatief en
kwalitatief onderzoek gecombineerd
worden.
0.7 Waarom moet ik kennis hebben van onderzoek
Om door te hebben dat sommige berichten misleidend zijn.
Evidence based: professionele handelen moet gebaseerd zijn op goed onderbouwde feiten
en niet op intuïties of mythes.
Significant: Het resultaat is significant als je met 95% zekerheid kunt zeggen dat het
resultaat niet op toeval berust.
Hoofdstuk 1
1.1 Wat zijn de probleemstelling, de doelstelling en de onderzoeksvraag?
Onderzoeksplan/-verslag begint altijd met een
introductie of inleiding. Hierin schets je de
achtergrond van het onderzoek (aanleiding,
probleem, geresulteerd in de onderzoeksvraag).
Van breed naar smal.
1.1.1 Probleemstelling
Probleemstelling: is de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voortkomt.
Behoefte aan informatie om het probleem te kunnen oplossen. Het is de taak van de
onderzoeker om goede informatie te leveren.
Het analyseren van het probleem is belangrijk om ruim de tijd te nemen.
Beleidsvraag: het antwoord hierop is meestal een advies wat je als instelling of bedrijf
moet doen.