100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting boek criminologie compleet €5,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting boek criminologie compleet

7 beoordelingen
 221 keer bekeken  23 keer verkocht

Samenvatting van het boek voor het tentamen van criminologie.

Voorbeeld 4 van de 46  pagina's

  • Ja
  • 14 februari 2021
  • 46
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (6)

7  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: natalievanderveen • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: gingerkrijgsman • 1 jaar geleden

Ondanks dat de samenvatting makkelijk te begrijpen is staan er heel veel halve, onjuist geschreven woorden en onjuiste namen in de tekst waardoor je het boek er bij moet pakken om deze punten te verbeteren.

review-writer-avatar

Door: demyroozzendaal • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: inezvandenhomberg • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Franspolitie • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: serrinalici • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: murad2009 • 3 jaar geleden

avatar-seller
robinvanloon
Samenvatting criminologie boek
Boek: Olthoff, E. & Janssen, J. (2020) Basisboek criminologie. (Derde druk). Boom
Criminologie, Den Haag.
Week 1: Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 9
Week 2: Hoofdstuk 2
Week 3: Hoofdstuk 3 (met uitzondering van paragraaf 3.5), Hoofdstuk 4
Week 4 Hoofdstuk 5
Week 5 Hoofdstuk 6, paragraaf 6.1 t/m 6.4
Week 6 Hoofdstuk 7, paragraaf 7.1 en 7.2
Week 7 Hoofdstuk 7, paragraaf 7.3
Week 8 Hoofdstuk 8

Week 1

Hoofdstuk 1 Inleiding

Wat is criminologie?
Criminologie is de wetenschap die criminaliteit vanuit verschillende invalshoeken benadert
vanuit verschillende disciplines zoals: psychiatrie, geneeskunde, sociologie, psychologie,
rechtswetenschappen etc.

Wat we criminele gedrag noemen hangt af van de gevolgen die het gedrag heeft voor zowel
de slachtoffers als de samenleving, van de morele opvattingen van de machthebbers, van de
publieke opinie, en vaak ook van de context waarin het gedrag plaatsvindt. Wat als crimineel
gedrag wordt gedefinieerd kan door de tijd veranderen. Overspel was vroeger een strafbaar
feit, maar is op een gegeven ogenblik als delict uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt. Dit
noemen we decriminaliseren. Omgekeerd is nu verkrachting binnen het huwelijk een
misdrijf, vroeger bleef dit ongestraft. Nieuwe feiten binnen de werking van het strafrecht
brengen noemen we criminaliseren.

Criminaliteit wordt geconstrueerd binnen het geheel van interacties tussen daders,
slachtoffers, omstanders en functionarissen belast met formele sociale controle.
Criminaliteit kan dus worden gezien als sociaal construct, dat wil zeggen dat criminaliteit is
‘wat we zo noemen’, waarover binnen de samenleving afspraken zijn gemaakt.

Historisch overzicht
- Er werd nagedacht over misdaad en straf door filosofen als Plato en Aristoteles (400
v. Chr.).
- In religieuze geschriften komen ook elementen van misdaad en straf naar voren
(Nieuwe Testament, ‘oog om oog’ principe).
- Middeleeuwen: heerschappij van kerkelijke macht, weinig over criminaliteit.
- 15e eeuw; kritische criminologie door Thomas More
- 17e eeuw: Natuurwetenschappen in Verlichting opkomst van Klassieke school
(Rousseau en Montesquieu)


1

,Beccaria is de belangrijkste figuur uit Klassieke school. Hij nam krachtig stelling tegen het
willekeurige gebruik van het strafrecht en vooral tegen de gangbare praktijken van marteling
en doodstraf. De volgende uitgangspunten met betrekking tot een rechtvaardig en effectief
strafrechtelijk systeem:
- Het individu moet zo min mogelijk worden gehinderd door het recht.
- De rechten van de aangeklaagde moeten in elk stadium van het proces worden
beschermd door de wet.
- De ernst van een misdrijf wort bepaald door de schade die een ander is aangedaan.
- De wetgevende macht moet misdaden definiëren en van tevoren bepalen welke straf
op welk misdrijf wordt gesteld (legaliteitsbeginsel).
- Straffen moeten in de juist verhouding staan tot het gepleegde misdrijf
(proportionaliteitsbeginsel).
- Straffen zijn onrechtvaardig als ze zwaarder zijn dan noodzakelijk om afschrikking te
bewerkstelligen.
- Excessieve straffen zijn inefficiënt, omdat ze niet alleen falen in hun
afschrikwekkende werking, maar zelfs leiden tot toename van misdaad.
- Straffen moeten snel en voorspelbaar worden uitgevoerd, zodat het verband tussen
het gepleegde feit en de opgelegde straf duidelijk en onontkoombaar is.
- Het opleggen van straf aan de veroordeelde moet vrij zijn van corruptie en
vooroordeel.

Grondleggers; de eerste theorieën
Volgens de Klassieke school zouden misdadigers vanuit rationele motieven handelen.
Het positivisme – ook wel aangeduid als Italiaanse school of bio-antropologische school) stelt
dat criminaliteit was aangeboren en bediende zich van de natuurwetenschappelijk methode.
Logroño was een van de belangrijke representanten van deze stroming. Hij bouwde voort op
het gedachte goed dat de vorm en afmeting van de schedel een graadmeter en voorspeller
van menselijk gedrag zouden zijn. Lombroso verrichte onderzoek naar lichaamskenmerken
onder gevangenen en geestelijk gestoorden. Volgens Lombroso is een mens van oorsprong
een geboren misdadiger. Crimineel gedrag bij de moderne mens verklaart Lombroso met het
begrip ‘atavisme’, een terugval in de evolutie, waardoor primitieve kenmerken weer de
boventoon gaan voeren. De Franse of milieuschool ontkende de theorie van de geboren
misdadiger en duidden als oorzaak het sociale milieu waarin iemand opgroeit.

Kernbegrippen
Italiaanse school: ook wel aangeduid met ‘positivisme’. Met de evolutietheorie van Darwin
en de natuurwetenschappelijk methode als uitgangspunten ziet men criminaliteit als een
aangeboren eigenschap. De Italiaanse arts-psychiater Cesar Lombroso (1835-1909) is de
bekendste vertegenwoordiger van deze stroming. De oorspronkelijke enge benadering van
de geboren misdadiger wordt later wat genuanceerd door invloeden van de milieuschool.
Door deze nuancering kon de theorie overleven en zijn er elementen van terug te vinden in
latere theorieën.

Klassieke school: Eerste structurele theorievorming over misdaad en straf tijdens de periode
van de verlichting. De klassieke school zag de mens als rationeel denkend wezen die
verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen. Misdaden moesten worden gecodificeerd in


2

,wetgeving en straf moest rechtvaardig, proportioneel en humaan zijn. Belangrijke
exponenten waren de filosofen Cesar Beccaria (1738-1794) met zijn sociaal contracttheorie
en Jeremy Bentham (1748-1832) met zijn utilitaire filosofie.

Milieuschool: deze stroming ontstond als reactie op de Italiaanse school in Frankrijk en
wordt daarom ook wel aangeduid als Franse school. De milieuschool verklaart criminaliteit
door invloeden uit de sociale omgeving van de misdadiger. Opvoeding, armoede en sociaal
milieu worden als belangrijke factoren gezien die crimineel gedrag kunnen veroorzaken.

Trias politica: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moeten in handen zin van
verschillende personen en mogen slechts binnen het voorgeschreven terrein functioneren.
In het Nederlands ‘scheiding der machten’, zoals wij die thans nog steeds kennen.

Hoofdstuk 9 Onderzoek in de criminologie

Soorten van criminologisch onderzoek

Kwantitatief onderzoek
Bij Kwantitatief onderzoek hebben de data in het algemeen de vorm van cijfers. Met
toepassing van statistische technieken kan de onderzoeker bepaalde verschijnselen
beschrijven (beschrijvende statistiek) of verklaren (verklarende statistiek). In de
beschrijvende statistiek worden de cijfers op een overzichtelijke wijze voor een bepaald doel
gerangschikt en gepresenteerd in bijvoorbeeld tabellen of figuren. De verklarende statistiek
probeert door het uitvoeren van statistische berekeningen bepaalde verbanden tussen de
gevonden cijfers te ontdekken. Bij kwantitatief onderzoek gaat het om de ‘wat’ of ‘hoeveel’-
vraag. Bij deze onderzoekstrategie wordt er gegaan voor breedte i.p.v. diepgang. Bij
kwantitatief onderzoek wordt er geboden voor een relatief grootschalige aanpak die
generaliseerbaarheid van de resultaten mogelijk maakt.

Bij het verzamelen van kwantitatieve data kan nog een onderscheid worden gemaakt in
survey onderzoek, secundaire analyse en experimenten:
- Surveyonderzoek – Bij surveyonderzoek maakt de onderzoeker gebruik van een
vragenlijst (enquête) die door de onderzoekspopulatie of een steekproef daarvan
wordt ingevuld.
- Secundaire analyse – Bij een secundaire analyse maakt de onderzoeker gebruik van
bestaande databestanden met kwantitatieve gegevens die eerder door andere
onderzoekers zijn verzameld. Dit kan enorm kosten- en tijdbesparend werken. Ook
biedt het voordelen op het gebied van (internationaal) vergelijken van uitkomsten.
Een nadeel van secundaire analyse is dat je afhankelijk bent van de werkwijze van de
onderzoekers die de data hebben verzameld.
- Experimenten – Experimenten worden ook gerangschikt onder kwantitatieve
methoden, omdat de uitkomsten in het algemeen op kwantitatieve wijze worden
gemeten. Bij een experiment grijpt de onderzoeker in op bestaande
omstandigheden, vanuit de verwachting (hypothese) dat deze verandering een
bepaald effect zal hebben.
o Laboratoriumexperiment: het experiment vindt plaats in een gecontroleerde
omgeving waar geen andere storende invloeden aanwezig zijn. Ook bij dit


3

, type experiment dient rekening te worden gehouden met beïnvloedende
factoren waar de onderzoeker geen vat op heeft, zoals het vertonen van
sociaal wenselijk gedrag door de proefpersonen en het ‘leer effect’ door het
uitvoeren van een nulmeting voorafgaand aan het experiment.
o Veld experimenten: vinden plaats in de natuurlijke omgeving van een
bepaald fenomeen.

Kwalitatief onderzoek
Bij kwalitatief onderzoek gaat het om de ‘hoe’ en ‘waarom’-vraag. Bij deze
onderzoeksstrategie kiezen we voor diepgang in. Bij kwalitatief onderzoek kiezen we voor
een kleinschaliger aanpak, die weliswaar tot minder generaliseerbare resultaten leidt, maar
die wel mogelijkheden tot diepgang, detaillering en complexiteit beidt. Het doel van
kwalitatief onderzoek is om een bepaald fenomeen te begrijpen en wargenomen
verschijnselen te relateren aan theorie of te gebruiken om nieuwe theorie te ontwikkelen.

Er zijn een drietal kwalitatieve onderzoeksstrategieën – ook wel interpretatieve strategieën
genoemd: gefundeerde theoriebenadering, de etnografische benadering en de casestudie:
- De gefundeerde theoriebenadering: het doel is begrips- of theorieontwikkeling. Het
komt neer op een continue proces van het beurteling verzamelen, analyseren,
vergelijken en interpreteren van gegevens. De onderzoekers komt niet met een
uitgewerkte theorie, maar laat deze als het ware ontstaan uit de gegevens die hij
verzamelt. Het afnemen van interviews bij een zo groot mogelijk aantal
respondenten. Er zijn verschillende fasen te onderscheiden:
o Exploratiefase: het formuleren van voorlopige probleemvragen en begrippen
o Specificatiefase: het selecteren en coderen van nieuwe eenheden; het
uitwerken van centrale begrippen; samenhang zoeken tussen variabelen.
o Reductiefase: vaststellen van centrale begrippen
o Integratiefase: het completeren van het conceptueel kader en de ordening
van componenten en dit kader toetsen om vraagstelling te beantwoorden.
- Etnografische methode: beschrijven op gedetailleerde wijze de leefomgeving van de
onderzoeksgroep, als het ware vanuit de groep zelf. Etnografisch onderzoek komt tot
stand door veldwerk waarbij de onderzoeker zo veel mogelijk deelneemt aan de
leefwereld van de mensen die hij onderzoekt. Participerende observatie is een
belangrijke vorm van dataverzameling.
o Klassieke etnografische methode: langdurige, diepgaande participatie en
observatie van de door de onderzoeker bestudeerde persoon.
o Mobiele etnografie: onderzoek op verschillend eplaatsen tegelijk.
o Etnografische content analyse: wordt gebruikt om de overdracht van
betekenis te documenteren en te begrijpen. De onderliggende betekenis van
de boodschap in een document wordt het ware ontrafeld.
- Casestudie: de onderzoeker probeert om een diepgaat en integraal inzicht te krijgen
in een bepaald verschijnsel. Casestudies kennen een brede toepassing en kunnen
zowel gericht zijn op een persoon (een patiënt bij medisch onderzoek), een groep
(een team binnen het politiecorps) en een deel verzameling binnen neen groep (de
vrouwelijk agenten binnen een politiedistrict) als op meerdere eenheden (een drietal
agenten). Casestudie is een intensief proces. De casestudie kan worden gedefinieerd
als een empirisch onderzoek dat:


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper robinvanloon. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  23x  verkocht
  • (7)
  Kopen